Primair doel: beoordelen van de correlatie en de overeenstemming tussen de nieuwe techniek en de conventionele techniek om FENO te meten bij kinderen.Secundair doel: het beoordelen van de reproduceerbaarheid van de nieuwe techniek, toegepast bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Onderste luchtwegaandoeningen (excl. obstructie en infectie)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De correlatie en overeenkomst tussen FENO waarden gemeten met de twee
verschillende technieken.
Secundaire uitkomstmaten
De reproduceerbaarheid van FENO waarden gemeten met de nieuwe techniek.
Achtergrond van het onderzoek
FENO
De fractie stikstofoxide in de uitademingslucht (FENO) is een non-invasieve
marker voor eosinofiele luchtwegontsteking. Hoge FENO waarden bij personen met
atopisch astma worden veroorzaakt door de activatie van NO-synthase (iNOS) door
proinflammatoire cytokines en mediatoren. Inductie van iNOS zorgt voor een
toegenomen productie van NO door het luchtwegepitheel.
Methodologie
FENO metingen worden beinvloed door verschillende factoren. De meest
belangrijke factoren zijn uitademhalingssnelheid, de hoeveelheid stikstofoxide
(NO) in de omgevingslucht en contaminatie met nasaal stikstofoxide. Een hoge
uitademhalingssnelheid resulteert in lage FENO waarden.
Voor volwassenen en oudere kinderen adviseren internationale richtlijnen om
FENO te meten gedurende een enkele langzame uitademhalingsmaneuvre vanaf totale
longcapaciteit met een constante snelheid van 50 ml/s. Uitademing tegen een
weerstand in garandeert sluiting van het palatum molle en voorkomt contaminatie
met nasaal NO. Deze methode is echter onbruikbaar in niet-cooperatieve
patienten, en de kans op betrouwbare metingen daalt dramatisch onder de
leeftijd van 5-6 jaar.
Bij jonge kinderen (< 5 jaar) is FENO meting geprobeerd gedurende een
regelmatige ademhaling, waarbij uitademingslucht werd verzameld door middel van
een masker of mondstuk. Deze methode is reproduceerbaar en kan discrimineren
tussen groepen met verschillende luchtwegaandoeningen, maar is onvoldoende
nauwkeurig om bij individuele patiënten te worden toegepast. Reden hiervoor is
dat met deze techniek het niet mogelijk is om te corrigeren voor
uitademhalingssnelheid.
Klinische toepassing in de kindergeneeskunde
FENO waarden kunnen discrimeren tussen kinderen met en zonder astma. Daarom
kunnen FENO metingen mogelijk ook onderscheid maken tussen jonge kinderen die
piepen als gevolg van bijvoorbeeld een virale infectie en kinderen die piepen
ten gevolge van een onderliggende chronische luchtweginfectie bij astma.
Verschillende onderzoeksgroepen hebben lagere FENO waarden gevonden in
patienten met astma na behandeling met inhalatiecorticosteroiden (ICS).
Pijnenburg et al. heeft laten zien dat FENO mogelijk een nuttige voorspeller
kan zijn voor astma exacerbaties na staken van ICS bij kinderen. Titratie van
ICS op basis van FENO waarden en symptomen/ longfunctie laat goede resultaten
zien op de bronchiale hyperreactiviteit, longfunctie, exacerbatiefrequentie en
prednisongebruik. Daarom zijn FENO metingen waarschijnlijk nuttig bij de
diagnostiek en monitoring van astma bij kinderen.
Doel van het onderzoek
Primair doel: beoordelen van de correlatie en de overeenstemming tussen de
nieuwe techniek en de conventionele techniek om FENO te meten bij kinderen.
Secundair doel: het beoordelen van de reproduceerbaarheid van de nieuwe
techniek, toegepast bij kinderen.
Onderzoeksopzet
Cross sectionele studie.
Gedurende een regulier polikliniek bezoek wordt FENO gemeten met de nieuwe
techniek en de conventionele techniek. Verder zal de reproduceerbaarheid van de
nieuwe techniek getest worden door deze meting bij elke patient tweemaal uit te
voeren.
Inschatting van belasting en risico
Als kinderen en ouders besluiten deel te nemen aan de studie worden de gegevens
verzameld gedurende een regulier polibezoek. Deelname vergt enkele minuten
extra naast de conventionele onderzoeken. Deze nieuwe techniek die FENO kan
meten gedurende een regelmatige ademhaling is met name van waarde voor
kinderen. De kinderen die deelnemen aan deze studie zullen persoonlijk geen
baat hebben bij deelname. Als deze nieuwe methode betrouwbaar blijkt te zijn
en goed vergelijkbaar is met de conventionele techniek wordt het mogelijk om
FENO ook in jongere kinderen (< 5 jaar) te gaan meten. FENO metingen in jonge
kinderen (< 5 jaar) kunnen niet alleen bijdragen aan de vroege diagnose van
chronische luchtwegontsteking, maar ook aan de verbetering van de behandeling
en de preventie van astma exacerbaties.
Publiek
High Tech Campus 34 (WB 1.031)
5656 AE Eindhoven
NL
Wetenschappelijk
High Tech Campus 34 (WB 1.031)
5656 AE Eindhoven
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle kinderen in de leeftijdscategorie 6-18 jaar die gedurende een polikliniekbezoek een conventionele FENO meting moeten ondergaan.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Mentale retardatie, en kinderen die om wat voor reden dan ook niet in staat zijn een conventionele FENO meting te blazen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL32208.078.10 |