Wij streven ernaar om het gebruik van MRDTI bij de diagnose van acute proximale DVT te evalueren, en te vergelijken met de bevindingen van CUS. Om de resultaten van patiënten met positieve en negatieve MRDTI en CUS te beoordelen, zal de klinische…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
- Embolieën en trombose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het beoordelen van de sensitiviteit en specificiteit van MRDTI in de diagnose
van proximale DVT, in vergelijking tot CUS
Secundaire uitkomstmaten
Het evalueren van de kwaliteit van de beelden van MRDTI.
Om de inter-observer variabiliteit van de beelden van MRDTI te bepalen.
Ter beoordeling van het tijdsinterval tussen de presentatie van klachten en de
beoordeling met CUS en MRI.
Achtergrond van het onderzoek
Accurate diagnose van diepe veneuze trombose (DVT) is belangrijk om
thrombo-embolische complicaties te voorkomen aan de ene kant en het vermijden
van onnodige behandeling met antistollingsmiddelen aan de andere kant.
Echografie is momenteel klinische routine in de diagnostische work-up van DVT.
Hoewel echografie nauwkeurig de diagnose van een eerste episode van proximale
(vena femoralis tot vena poplitea) DVT kan stellen, heeft het een aantal
beperkingen. Vaak zijn herhaalde examens nodig om DVT te detecteren of uit te
sluiten en een aantal van de patiënten ondergaat uiteindelijk toch een
MRI-onderzoek.
MRI heeft een aantal voordelen ten opzichte van compressie ultra geluid (CUS).
Ten eerste kan MRDTI recente en actieve trombusvorming evaluere, in het
bijzonder wanneer terugkerende DVT wordt vermoed. De nieuwe MRDTI sequentie
heeft dus de mogelijkheid om te differentieren tussen restafwijkingen van een
eerdere episode van DVT en een nieuw gevormde trombus, welke gevolgen kan
hebben voor de noodzaak van behandeling met antistollingsmiddelen. Ten tweede
heeft MRI de mogelijkheid het volledige veneuze traject van het bekken naar
kuit af te beelden.
Doel van het onderzoek
Wij streven ernaar om het gebruik van MRDTI bij de diagnose van acute proximale
DVT te evalueren, en te vergelijken met de bevindingen van CUS. Om de
resultaten van patiënten met positieve en negatieve MRDTI en CUS te beoordelen,
zal de klinische uitkomst na 3 maanden follow-up worden gemeten.
De hypothese van deze studie is dat MRDTI is minstens zo goed als CUS in de
diagnose van DVT in termen van sensitiviteit, specificiteit, diagnostische
tijdsinterval en het aantal benodigde onderzoeken.
Onderzoeksopzet
Deze pilot-studie is een prospectief observationeel onderzoek, met een
geschatte inclusietijd van drie maanden en een aantal patiënten van 40.
Patiënten die zich op de SEH melden met klinisch het vermoeden op een DVT en
die in aanmerking komen voor de studie zullen worden benaderd voor inclusie.
Schriftelijk informed consent zal worden verkregen.
CUS zal worden uitgevoerd bij de presentatie, zoals in de normale klinische
praktijk. Hierna zal de patiënt worden gepland voor MRI, bij voorkeur nog
tijdens de wachtperiode op de SEH, maar uiterlijk binnen 24 uur.
Zoals in de dagelijkse klinische praktijk, zullen patiënten met een bewezen DVT
door CUS dienovereenkomstig worden behandeld met anticoagulantia door artsen
van de afdeling Hematologie, ongeacht de uitkomst van MRDTI. Het resultaat van
de MRDTI heeft geen invloed op de behandeling. Echter, patiënten met een
negatieve CUS en een positieve MRDTI zullen worden behandeld volgens de MRDTI,
zoals we zouden doen in de normale klinische praktijk wanneer een vermoeden op
DVT hoog is, maar CUS bij herhaling negatief blijft.
Alle patiënten worden na drie maanden op de polikliniek van de Hematologie
gezien om de klinische uitkomst te beoordelen. Echter, patiënten met een
bewezen DVT worden vaker gezien, zoals in de normale klinische praktijk (op
twee weken, drie maanden en zes maanden na de diagnose van DVT). Wanneer een
patiënt terug komt naar het ziekenhuis wegens aanhoudende klachten of nieuwe
verdenking op DVT, ondanks negatieve voorafgaande onderzoeken, zal zowel
echografie en MRDTI worden herhaald. Na inclusie van 40 patiënten, zal de pilot
zal worden gesloten, en de analyse uitgevoerd.
Inschatting van belasting en risico
Risico's van echografie: geen gedocumenteerd. Risico's van MRDTI: geen
gedocumenteerd.
De belasting voor de patiënten geincludeerd in de studie zal uit een
niet-invasieve onderzoek met MRI bestaan voor elk onderzoek met echoscopie, dat
dus kan leiden tot een extra bezoek aan het ziekenhuis of extra wachttijd.
Publiek
Hanzeplein 1
9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd * 18 jaar
Bereid en instaat om informed consent te geven
Wells score * 2 en/of D-dimeer * 500
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Metalen implantaten of pacemaker
Gewicht * 160 kg
Claustrofobie
Voorgeschiedenis van DVT of longembolie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33728.042.10 |