Het doel van dit project is het vaststellen van evidence based effectieve en veilige doseringen van veel gebruikte levensreddende medicijnen in de behandeling van asfyctische, ernstig zieke pasgeborenen die therapeutische hypothermie ondergaan. Voor…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Congenitale en peripartale neurologische aandoeningen
- Neonatale en perinatale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Farmacokinetische (FK) eigenschappen van drie groepen geneesmiddelen in een
prospectief cohort van patiënten:
Groep I: antibiotica
Groep II: analgetica
Groep III: sedativa en anti-epileptica
2. Farmacodynamiek:
- Anti-epileptica: succesvolle behandeling van convulsies,
- Sedativa effect: te meten met neonatale Comfort Schaal.
- Antibiotica:
1) adequate behandeling van eventuele perinatale infectie
aangetoond door negatief worden van herhaalde bloedkweek
2) normalisatie van C-reactief proteïne en
leukocytengetal.
3) Tevens wordt de MIC-waarde van gekweekte
microorganismen bepaald ter vaststelling van antibiotica gevoeligheid.
3. Mogelijke bijwerkingen (bijv. tgv. gentamycine)
- (acute) effecten van geneesmiddelen op eindorganen zoals lever, nieren,
beenmerg,
- (lange termijn uitkomst) gehoorscreening op de leeftijd van 3 maanden
inclusief de ALGO gehoorsscreening.
Secundaire uitkomstmaten
FOLLOW-UP
Lange termijn follow-up van deze asfyctische neonaten maakt deel uit van het
standaard zorgprotocol van de werkgroep Landelijke Neonatale Follow-Up
(L.N.F.). Data worden los van dit project verzameld. Lange termijn uitkomsten
van ontwikkelingsneurologisch onderzoek op de leeftijden van 6 maanden, 1 en 2
jaar zullen gekoppeld worden aan neonataal farmacologische en klinische data.
Achtergrond van het onderzoek
Perinatale asfyxie, resulterend in hypoxisch ischemische encefalopathie (HIE)
komt voor bij 1 à 2 op de 1000 pasgeborenen. A terme neonaten die tijdens de
geboorte een ernstig hypoxisch ischemisch insult doormaken kunnen binnen enkele
uren HIE ontwikkelen. Zij hebben een groot risico op blijvende neurologische
complicaties zoals cerebral palsy, psychomotore retardatie, visuele of
auditieve handicaps.
CONCEPT
De behandeling van deze kinderen omvat mechanische beademing, cardiovasculaire
ondersteuning en behandeling van infecties en convulsies. De meest gebruikte
levensreddende medicatie in deze gevallen zijn antibiotica, sedativa,
analgetica en anti-epileptica.
GECONTROLEERDE HYPOTHERMIE
De standaardbehandeling voor HIE is gericht op het stabiliseren van
fysiologische vitale parameters en monitoring op- en behandeling van neonatale
convulsies. Uit recente grote RCT*s bleken de lange termijn uitkomsten van
asfyctische kinderen die behandeld waren met gecontroleerde hypothermie
statistisch significant en klinisch aanzienlijk beter te zijn. Gecontroleerde
hypothermie heeft het meeste effect wanneer de behandeling wordt gestart binnen
zes uur na het perinataal hypoxisch ischemisch event. In 2009 hebben alle 10
Neonatale Intensive Care Units (NICU*s) in Nederland gecontroleerde hypothermie
ingevoerd als neuroprotectieve behandeling van pasgeborenen met perinatale
asfyxie. Dit is nu de *standard of care*.
FARMACOTHERAPIE EN THERAPEUTISCHE HYPOTHERMIE
PK/PD eigenschappen van medicijnen die veel gebruikt worden op de NICU worden
beïnvloed door hypothermie. Van een aantal afzonderlijke medicijnen is
beschreven dat de plasmawaarden tijdens hypothermie hoger waren en minder snel
daalden. Hierdoor kunnen mogelijk toxische waarden bereikt worden maar het is
ook niet uitgesloten dat de huidige dosering, gebaseerd op de ervaring bij
normo-thermische patiënten, subtherapeutisch is. Aangezien alleen al in
Nederland 200 pasgeborenen per jaar behandeld worden met hypothermie bestaat er
een dringende noodzaak tot de ontwikkeling van evidence based richtlijnen voor
dosering en dosis-controle van de medicatie. Deze studie is geprioriteerd door
het NNRN en staat in de top 5 van de Research Agenda 2009-2011 van het MCRN.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit project is het vaststellen van evidence based effectieve en
veilige doseringen van veel gebruikte levensreddende medicijnen in de
behandeling van asfyctische, ernstig zieke pasgeborenen die therapeutische
hypothermie ondergaan.
Voor dit doel zullen de PK/PD eigenschappen van geneesmiddelen onderzocht
worden in een prospectief cohort van patiënten:
Groep I: antibiotica: penicilline, amoxycilline, gentamycine, amikacine,
vancomycine, ceftazidim.
Groep II: analgetica: morfine
Groep III: sedativa en anti-epileptica: midazolam, fenobarbital, lidocaïne
Na de vertaling van de resultaten in doseringschema*s toegespitst op deze
patiëntenpolulatie zullen de uitkomsten worden geïmplementeerd in alle
Nederlandse NICU*s.
Onderzoeksopzet
Landelijke multicenter prospectieve cohort studie in 10 NICU*s. Bij asfyctische
pasgeborenen die behandeld worden met gecontroleerde hypothermie worden
plasmawaarden van antiepileptica, sedativa en antibiotica gemeten en gebruikt
voor PK analyse om onderbouwde en veilige doseerschema*s te ontwikkelen.
Daarnaast wordt de relatie tussen mogelijk toxische waarden van de
geneesmiddelen in het plasma en de lange termijn klinische uitkomst onderzocht.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van de patiënt bestaat uit extra bloedafname voor PKPD onderzoek.
In totaal wordt maximaal 8,2 ml afgenomen via de reeds ingebrachte arterielijn.
Voor dit onderzoek hoeven geen extra venapuncties verricht te worden.
Het gemiddelde gewicht van een voldragen pasgeborene is 3,5 kg en het
circulerende bloedvolume is 80 ml/kg (totaal bloedvolume: 280 ml), dus de 7ml
die voor deze studie wordt afgenomen is maar 2.5% van het totale circulerende
volume. Per dag wordt er gemiddeld maar 0,7% van het totale circulerende
bloedvolume afgenomen voor PK/PD onderzoek. Deze hoeveelheid is klinisch
acceptabel met het oog op belasting voor de patient (mbt risico op anemie of
mgl.circulatieproblemen). Bloedmonsters voor PKPD onderzoek worden tegelijk
afgenomen met bloedafnames op klinische indicatie, centrale (arteriële) lijnen
zijn al aanwezig voor bloedafname. Als deze lijnen niet functioneren of niet
geplaatst kunnen worden, kunnen pasgeborenen niet aan deze studie deelnemen.
Publiek
meibergdreef 9
1100DD Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
meibergdreef 9
1100DD Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Pasgeborenen:;1) geboren na een zwangerschapsduur van > 36 weken en met een geboortegewicht > 3 kg;
2) met een Apgar Score 5 minuten postnataal <5;
3) met voortgezette reanimatie 10 minuten postnataal;
4) met 1 uur postnataal bloedgas analyse met pH < 7.0 of base deficit > 16;
5) met klinische tekenen van matig tot ernstige encefalopathie (gedefinieerd als een Thomson score > 7 of een Sarnat score > 1);
6) welke neuroprotectieve behandeling met gecontroleerde hypothermie ondergaan < 6 uur postnataal.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. aanwezigheid van congenitale lever of nierafwijkingen (aangezien deze de PKPD van medicatie beinvloeden).
2. geen mogelijkheid tot bloedafname via aanwezige centrale lijn.
3. geen toestemming van ouders/ verzorgers/ voogd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL32724.018.10 |