Het doel van deze studie is het opsporen van de tot dusver onbekende factoren die het verschil in acetylering (mogelijk) kunnen verklaren. Hiervoor is het nodig bloed te verzamelen van PPD-allergische patiënten en gezonde proefpersonen, om hieruit…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Epidermale en dermale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- N-acetyltransferase 1 (NAT-1) activiteit bij personen met een
contactallergie voor PPD, vergeleken met personen zonder PPD allergie.
De NAT-1 activiteit zal worden gemeten in volbloed, in de gehele PBMC populatie
en in CD3+, CD4+ en CD8+ T-cellen afzonderlijk.
Secundaire uitkomstmaten
- Quantificering van cytokines in plasma.
- Genotypering voor NAT-1 gen en bepalen odds ratio van proportionele
frequenties van NAT-1 variatianten.
- Bepalen van NAT-1 eiwit gehalte in leucocyten/T-cellen.
- Bepalen van methyleringsstatus van de promotorregio.
Achtergrond van het onderzoek
In een recent onderzoek (naar NAT polymorfismen en PPD) werd een significant
verschil vastgesteld in acetyleringsactiviteit (door NAT-1, een fase II enzym,
welke zorgt voor detoxificatie) tussen PPD-allergische proefpersonen en gezonde
vrijwilligers. Bij de allergische proefpersonen werd de helft minder
acetyleringsproduct gevonden dan bij de gezonde proefpersonen. Er werd tussen
beide groepen echter geen verschil in NAT1-genotype gevonden, m.a.w. zowel
PPD-allergische patiënten als gezonde proefpersonen werden als het normaal
acetylerende en niet het langzaam acetylerende type geïdentificeerd. Het
onderscheid in acetyleringactiviteit tussen de twee groepen kan dus - voorlopig
- niet worden verklaard op basis van de bekende genetische factor. Er blijken
dus tot dusver onbekende genetische, epigenetische en/of omgevingsfactoren een
rol te spelen bij de afwijkende N-acetylering. Daarom wordt een verzoek gedaan
tot uitbreiding van het onderzoek *Onderzoek naar n-Acetyltransferase-1 en -2
(NAT-1 resp NAT-2) en andere polymorfismen bij personen met contactallergie
voor p-Phenylenediamine (PPD)", NL19111.042.07.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het opsporen van de tot dusver onbekende factoren
die het verschil in acetylering (mogelijk) kunnen verklaren. Hiervoor is het
nodig bloed te verzamelen van PPD-allergische patiënten en gezonde
proefpersonen, om hieruit niet alleen het genotype te bepalen, maar ook de
N-acetylatieactiviteit van volbloed en van mononucleaire cellen uit perifeer
bloed (peripheral blood mononuclear cells, PBMCs). Naast de PBMCs als geheel,
zal ook van de verschillende celtypen en subpopulaties (CD3+/CD4+/CD8+
T-cellen) de N-acetyleringactiviteit moeten worden bepaald, om zo het aandeel
van elk van deze cellen in het geheel te bepalen. Andere, mogelijke
verklaringen voor de verschillen in acetyleringsactiviteit zijn verschillen in
NAT1-eiwit gehalte in leukocyten en T-cellen en de methyleringsstatus van de
NAT1 promotorregio. Het bloed zal ook op deze variabelen worden onderzocht.
Onderzoeksopzet
Voor het onderzoek is een hoeveelheid bloed van 300ml nodig van patiënten met
een allergie voor PPD. Elke patiënt die bij de aflezing van de (routinematige)
patchtest op de Afdeling Dermatologie UMCG een positieve reactie vertoont op
p-Phenylenediamine (PPD) wordt gevraagd of hij/zij bereid is een bloed af te
staan voor dit onderzoek. Ook zullen patiënten die in het afgelopen jaar een
postieve patchtestreactie hebben gehad op PPD, schriftelijk worden benaderd.
Voor deze beide groepen geldt dat er geen vragenlijst hoeft te worden
afgenomen; hun gegevens zijn bekend door reguliere bezoeken aan de afdeling
Dermatologie. De controlegroep zal bestaan uit gezonde vrijwilligers, die in
het verleden hun haren hebben geverfd, maar anamnestisch geen allergische
reactie ontwikkelden. Deze groep zal deels worden geworven uit een bestand van
patiënten die het afgelopen jaar de afdeling Dermatologie bezochten en een
negatieve patchtest voor PPD, maar een positieve haarverfanamnese hadden. Zij
hoeven niet opnieuw te worden gepatchtest. Bij onvoldoende respons, zal een
advertentie op prikborden in het UMCG worden geplaatst om zo gezonde
vrijwilligers aan te trekken.(Eeerst uit via prikborden van de afdeling
dermatologie, zo nodig via algemen prikborden in het, of via een advertentie in
lokale bladen). Eventuele proefpersonen zullen waar nodig een additionele
patchtest voor PPD moeten ondergaan; om daadwerkelijk een allergie voor PPD uit
te sluiten. Voor hen geldt, dat er tenminste 3 weken tussen de plakproef en de
bloedafname moet zitten, om zo betrouwbare resultaten te verkrijgen. De beide
controlegroepen zullen een korte vragenlijst moeten beantwoorden. Voor de
patiënten en de gezonde controles geldt dat zij zowel schriftelijk als
mondeling worden geïnformeerd over het onderzoek. Ze krijgen een week
bedenktijd en bij besluit tot deelname zullen zowel de proefpersonen als de
onderzoeker een 'informed consent' tekenen. Bij toestemming zal 300ml bloed
worden afgenomen door een ervaren arts. Dit bloed zal binnen 24 uur in het
laboratorium van de Dermatologie worden bewerkt en daarna worden ingevroren
(-80 C of in stikstof) totdat verdere analyses plaatsvinden. De bloedmonsters
worden geanonimiseerd opgeslagen. Om een voldoende grote case-series te
verkrijgen zal, gezien het aantal op PPD reagerende patiënten, de afname van
bloedmonsters zich over minstens 3 jaar uitstrekken. Volgens een
powerberekening zijn bloedmonsters van minstens 30 PPD-allergische individuen
en 30 gezonde controles noodzakelijk. Bewerking en analyse van de
(geanonimiseerde) bloedmonsters vindt plaats in samenwerking met de Afdeling
Toxicologie / Ecotoxicologie van de Universiteit van Trier (DE).
Inschatting van belasting en risico
Patiënten die op grond van hun allergie onderzoek (patchtest) in het afgelopen
jaar in aanmerking komen voor deelname aan het onderzoek worden in eerste
instantie mondeling (bij routinematige patchtesten in het kader van
diagnostiek) of schriftelijk (bij in het afgelopen jaar een postieve patchtest
op PPD te hebben gehad) geïnformeerd over het onderzoek. Uiteraard ontvangen
zij in aansluiting hierop schriftelijke informatie ondertekend door de
onderzoeker en een onafhankelijke arts, waarin de opzet en het doel van het
onderzoek nader worden toegelicht. Zowel schriftelijk als mondeling zal aan de
patiënt nadrukkelijk worden verteld dat op ieder moment deelname aan het
onderzoek kan worden opgezegd, zonder dat dit op enigerlei wijze van invloed
zal zijn op de behandeling van de patiënt door het UMCG. Als een patiënt
besluit tot participatie aan het onderzoek, zal om schriftelijke toestemming
worden gevraagd door ondertekening van het toestemmingsformulier door de
patiënt en de onderzoeker. De belasting voor patiënten zal tot een minimum
worden beperkt en zal in alle gevallen bestaan uit een eenmalige bloedafname
van 300ml bloed, verkregen door een venapunctie door een ervaren arts. In geval
van gezonde controlepersonen met anamnestisch geen allergische reactie op
haarverf, zal ter uitsluiting van een PPD allergie een patchtest plaatsvinden.
Een patchtest brengt minimale risico's met zich mee; het wordt als veilig
beschouwd en zorgt niet voor actieve sensitisatie (Contact Dermatitis 2007;
57(2):133-4). Waar nodig, zal een korte vragenlijst worden afgenomen.
De tijdsinvestering voor bloedafname en vragenlijst zal in totaal maximaal 15
minuten bedragen en zal in ieder geval bestaan uit bloedafname en in sommige
gevallen het invullen van een korte vragenlijst en/of een PPD patchtest. De
patchtest met PPD bestaat uit het appliceren van de plakker in het ziekenhuis
(2,5 minuten), waarna de proefpersoon huiswaarts kan keren. Na 48 uur mag de
plakker door de proefpersoon zelf worden verwijderd en na 72 uur wordt de
proefpersoon in het UMCG afgelezen (2,5 minuten). Tenminste 3 weken na de PPD
plakproef, kan de bloedafname in deze groep plaatsvinden. Deze proefpersonen
komen in totaal dus drie maal naar het UMCG.
Publiek
Hanzeplein 1
9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
patiënten: positieve patchtest op para-phenylenediamine (PPD)
controles: negatieve patchtest op para-phenylenediamine (PPD) en expositie aan haarverf enóf een henna-tatoeage in het verleden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
wilsonbekwaam
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30905.042.10 |