Wij veronderstellen dat exhaled molecular profiling op basis van *breathprints* gemaakt door de eNose:1. eosinofiel astma van niet-eosinfiel astma kan discrimineren2. geassoscieerd is met individuele biomarkers en proteomic profielen uit geinduceerd…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Onderste luchtwegaandoeningen (excl. obstructie en infectie)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
eNose breathprints van patienten met eosinofiel astma en patienten met
niet-eosinofiel astma
Secundaire uitkomstmaten
* Specifieke moleculaire componenten geassocieerd met eosinofiel- en
niet-eosinofiel astma bepaald door GC-MS
* Individuele biomarkers en proteomic profielen van sputum, bloed, urine,
neuslavage en neusbiopten voorspellend voor eosinofiel- en niet-eosinofiel
astma
Achtergrond van het onderzoek
Astma kan onderverdeeld worden in eosinofiel astma en niet-eosinofiel astma,
afhankelijk van het percentage eosinofielen in het sputum. Klinische follow-up
studies hebben laten zien dat subfenotyperen van astma op basis van inflammatie
ten goede kan komen aan het optimaliseren van therapie en disease outcome.
Sputum inductie met hypertonische zoutoplossing wordt gezien als een
betrouwbare non-invasieve methode om het subtype inflammatie vast te stellen en
om te monitoren. Echter, analyse van sputum wordt beperkt doordat laboratorium
faciliteiten vereist zijn en resultaten zijn niet meteen bekend. Beter en
makkelijker te verkrijgen markers van inflammatie zijn nodig. De techniek van
de electronische neus (eNose) combineert een non-invasieve methode met een
snelle analyse van vluchtig organische stoffen in de uitgeademde lucht. Wij
hebben in studie laten zien dat de eNose kan discrimineren tussen patienten met
astma, patienten met COPD, en gezonde controles. Hierdoor hebben we laten zien
dat de electronische neus mogelijk een methode is die het monitoren van astma
patienten in de toekomst verbeterd, voor arts en patient.
Doel van het onderzoek
Wij veronderstellen dat exhaled molecular profiling op basis van *breathprints*
gemaakt door de eNose:
1. eosinofiel astma van niet-eosinfiel astma kan discrimineren
2. geassoscieerd is met individuele biomarkers en proteomic profielen uit
geinduceerd sputum, bloed, urine, neuslavage en neusbiopten
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel onderzoek bestaande uit 2 bezoeken. Bezoek 1: screenen van
klinische karakteristieken. Bezoek 2: verzamelen van materialen dmv sputum
inductie, uitgeademde lucht, bloedprikken, neuslavage, 4 neusbiopten, en urine.
Inschatting van belasting en risico
Aan deze studie zitten geen grote risico*s verbonden en eventueel onbehagen zal
minimaal zijn door de betrokkenheid van gekwalificeerd personeel tijdens alle
procedures. Bloedprikken en het afnemen van 4 neusbiopten zijn de enige
invasieve onderzoeken, waarvan de risico*s minimaal zijn. Patienten zelf zullen
niet proviteren van deze studie, maar in de toekomst zouden astmapatienten
kunnen profiteren van de uitkomsten van dit onderzoek. Toename van kennis van
verschillende subfenotypes van astma zal meehelpen aan het ontwikkelen van
nieuwe diagnostische methoden (bv eNose en GC-MS) en therapie. De balans tussen
het risico voor de patient (laag) en het mogelijke voordeel voor deze groep
patienten (potentieel groot) rechtvaardigen dit onderzoek.
Publiek
Meibergdreef 9
1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* Leeftijd >18 jaar
* Klinisch beeld van astma
* Bronchiale hyperreactiviteit, aangetoond door een positieve methacholine test (PC20*8 mg/ml) OF
* Reversibiliteit (FEV1 na salbutamol * 12% predicted)
* * 500 ug inhalatie corticosteroiden fluticasone, of equivalent
* Niet-rokend of >12 maanden geleden gestopt en < 10 packjaren
* Geen afwijkingen of therapie welke een verhoogde bloedingsneiging met zich mee brengen
* Geen andere klinisch significante afwijkingen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* Verandering in de dosis ICS in de 4 weken voorafgaand aan de screening
* Een kuur orale corticosteroiden, antibiotica of een luchtweginfectie in de 4 weken voorafgaand aan de screening
* Gebruik van anti-leukotrienen, chromoglycaat, anti-cholinergica in de 4 weken voorafgaand aan de screening
* Zwangerschap
* Andere ziekte of conditie die de studie mogelijk in de weg zou zitten, of waardoor er een verhoogd risico voor de proefpersoon ontstaat, beoordeeld door de arts-onderzoeker
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30897.018.09 |