Bepalen van kraakbeenschade na knietrauma

Schade van het gewrichtskraakbeen is gerelateerd aan knietrauma. Echter de
factoren die dit proces initieren zijn onbekend, Identificatie van deze
factoren gedurende het proces van knietrauma tot kraakbeenschade zal leiden tot
nieuwe prognostische factoren en onderscheidt maken in factoren
verantwoordelijk voor schade en herstel van kraakbeen leidend tot mogelijke
nieuwe therapeutische targets.

Identificeren van intraarticulaire factoren die gerelateerd zijn aan de
initiatie en ontwikkeling van kraakbeenschade na een knietrauma.

De studie is een prospectieve, exploratief observationele, en etiologische
pilot studie.
De geincludeerde patienten zullen een dGEMRIC MRI krijgen van hun 'trauma' knie
binnen 4 weken na trauma en op 4 en 12 maanden na knietrauma. Op deze
tijdspunten zal tevens gewrichtsvloeistof worden afgenomen (na de dGEMRIC scan)
uit de 'trauma knie' (dmv intraarticulaire aspiratie) voor een biochemische
analyse van de intraarticulaire cytokine niveaus, en zullen patienten
gevalideerde knie-vragenlijsten (KOOS, Lysholm en VAS voor pijn) krijgen. Op 12
maanden na het knietrauma zullen de patienten ook een conventionele MRI krijgen
ter beoordeling van de aanwezigheid van kraakbeendefecten.

Patienten die deelnemen aan deze studie zullen 3 dGEMRIC scans van hun knie
ondergaan. Deze scans zullen totaal 30min duren. Op 12 maanden na het
knietrauma zal iedere patient ook een conventionele MRI ondergaan.
Gewrichtsvloeistof zal worden geaspireerd uit de aangedane knie na de dGEMRIC
scan. Daarnaast zal de patient tevens enkele specifieke vragenlijsten invullen,
dit zal ongeveer 15min in beslag nemen. Complicaties voor MRI en aspiratie van
gewrichtsvloeistof komen zelden voor.