Het bepalen van het energiegebruik in rust, gedurende dagelijkse activiteiten en tijdens therapeutisch paardrijden bij rolstoelgebonden kinderen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Congenitale en peripartale neurologische aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het (verschil in) energiegebruik tijdens
therapeutisch paardrijden, dagelijkse activiteiten en rust.
Secundaire uitkomstmaten
De mate van ervaren inspanning (tienpuntsschaal), ingevuld door de
proefpersonen. De ouders wordt een gestructureerd interview afgenomen
betreffende het dagelijkse activiteitspatroon van de kinderen, en wel in het
bijzonder betreffende de fysieke activiteiten (actieve vrijetijdsbesteding) en
sedentaire activiteiten (computeren, televisie kijken, internetten et cetera).
Achtergrond van het onderzoek
Deze pilot-studie zal informatie opleveren over het energiegebruik bij
rolstoelgebonden kinderen tijdens therapeutisch paardrijden. Kinderen die voor
hun mobiliteit afhankelijk zijn van de rolstoel hebben in het algemeen (te)
weinig lichaamsbeweging. De te weinig actieve leefstijl wordt in de hand
gewerkt door het feit dat bij de leeftijd passende beweegmogelijkheden, zoals
sportactiviteiten en schoolgymnastiek, niet mogelijk zijn. De jongeren raken in
een vicieuze cirkel van toenemend functieverlies, hypoactiviteit, obesitas en
een verminderde fitheid. Dit alles resulteert in secundaire beperkingen zoals
verhoogde vermoeidheid, verhoogde vermoeibaarheid, minder deelnemen in sociale
gebeurtenissen en een dalende kwaliteit van leven. In de kinderleeftijd kunnen
programma*s die gericht zijn op verbetering van de conditie helpen om
bovengenoemde secundaire beperkingen te voorkomen. Voor rolstoelgebonden
kinderen lijkt therapeutisch paardrijden een aantrekkelijke en veelbelovende
trainingsvorm om het dagelijkse energiegebruik te verhogen en de dagelijkse
functie te verbeteren. Via dit onderzoek wordt onderzocht of therapeutisch
paardrijden het energiegebruik bij rolstoelgebonden kinderen kan verhogen, en
zo ja, of de intensiteit voldoende is om de conditie te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Het bepalen van het energiegebruik in rust, gedurende dagelijkse activiteiten
en tijdens therapeutisch paardrijden bij rolstoelgebonden kinderen.
Onderzoeksopzet
In deze observationele pilot-studie zullen rolstoelgebonden kinderen
participeren in een eenmalige therapeutische paardrijsessie. Energiegebruik zal
worden gemeten via ademgasanalyse met behulp van een lichtgewicht en mobiel
meetsysteem (Cortex Metamax) en met behulp van accelerometers tijdens drie
protocollen. 1. Rustprotocol: tijdens een tien minuten durende rustperiode
(zitten op een stoel) worden met behulp van de Cortex Metamax onder andere
hartfrequentie, de ademhaling, de koolstofdioxideproductie en de zuurstofopname
in rust gemeten; 2. Inspanningsprotocol: één therapeutische paardrijsessie van
dertig minuten, waarbij met behulp van de Cortex Metamax de lichamelijke
belasting (onder andere de hartfrequentie, de ademhaling, de
koolstofdioxideproductie en de zuurstofopname) gemeten wordt; 3. Activiteiten
van het dagelijks leven protocol: de proefpersonen krijgen vier dagen lang
(waaronder één weekenddag) twee geavanceerde accelerometers (Actiheart en
Actical) mee om het dagelijkse activiteitenniveau en de hartfrequentie te
monitoren. Aan de hand van de metingen kan het energiegebruik in rust,
gedurende dagelijkse activiteiten en tijdens het therapeutisch paardrijden
bepaald worden. De mate van de stijging in zuurstofopname en hartfrequentie
tijdens het therapeutisch paardrijden worden vastgesteld en worden vergeleken
met de desbetreffende waarden tijdens de dagelijkse activiteiten en wanneer de
gehandicapte kinderen in rust verkeren. Verder wordt direct na afloop van de
paardrijsessie aan de kinderen gevraagd om de mate van ervaren inspanning in te
vullen (op een tienpuntsschaal, met behulp van afbeeldingen). De ouders wordt
een gestructureerd interview afgenomen betreffende het dagelijkse
activiteitspatroon van de kinderen, en wel in het bijzonder betreffende de
fysieke activiteiten (actieve vrijetijdsbesteding) en sedentaire activiteiten
(computeren, televisie kijken, internetten et cetera).
Inschatting van belasting en risico
De proefpersonen wordt gevraagd om deel te nemen aan een dertig minuten durende
therapeutische paardrijsessie. Deze kinderen zijn gewend om op de manege van de
stichting BIO kinderrevalidatie therapeutisch paard te rijden en de risico's
zijn dan ook niet hoger dan normaal. Bovendien zullen de kinderen op hun
'eigen' paard het protocol doorlopen. Tijdens het paardrijden dragen de
kinderen een goed passende helm en lopen een of twee mensen continue naast het
paard om eventueel hulp aan het kind te bieden. Wanneer het kind fysiek niet in
staat is alleen op het paard te zitten, zal iemand direct achter het kind op
het paard plaatsnemen en ervoor zorgen dat het kind de goede houding aanhoudt.
De instructeur zal constant in de buurt zijn en leidt de therapiesessie waarbij
hij of zij continue de beweging en het gedrag van het paard in de gaten houdt.
Na de paardrijsessie moeten de kinderen op een tienpuntsschaal met behulp van
afbeeldingen de mate van ervaren inspanning aangeven. Verder worden er
voorafgaand aan de therapeutische paardrijsessie metingen in rust verricht
(tien minuten lang zittend op een stoel). Ook wordt gevraagd om vier dagen lang
(waaronder één dag in het weekend) twee activiteitenmonitors te dragen. Dit
brengt ook geen extra risico's met zich mee.
Publiek
Postbus 85090
3508 AB Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Postbus 85090
3508 AB Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Kinderen, acht tot achttien jaar oud (zowel prepuberale als puberale kinderen zullen worden geincludeerd);
- Kinderen die voldoende mee kunnen werken met de testprocedures;
- Kinderen die gediagnosticeerd zijn met Cerebrale parese (Gross Motor Function Classification System Levels 3 of 4).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Een medische status die inspanning contraindiceerd;
- Onvoldoende begrip van de Nederlandse taal bij zowel het kind als de ouder(s).
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31214.041.10 |