Het doel ligt in de lijn van het NUZO, namelijk om te komen tot betere zelfredzaamheid, meer functiebehoud en daardoor minder zorggebruik en zorgbelasting bij ouderen. Dit gebeurt door middel van adequaat gemonitorde wijzigingen in de bestaande…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
chronische ziekten
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is: verandering in functionaliteit in het dagelijks
leven (ADL). Dit wordt gemeten met de Katz 15 vragenlijst die verwerkt is in de
Minimale Data Set
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn
1. Kwaliteit van leven (gemeten met de RAND-36, EQ5D, verwerkt in de Minimale
Data Set)
2. Zorgconsumptie (aantal verwijzingen, opnames, voorschriften, diagnostiek,
visites), uitgedrukt in:
a. aantal *electieve* interventies in de tweede lijn (geplande opnames)
b. aantal *spoed* opnames in tweede lijn, verpleeghuizen en verzorgingshuizen
c. aantal contacten met de huisartsenpost, buiten de reguliere uren
d. aantal contacten met de assistente, huisarts, praktijkondersteuner,
ouderen-praktijkverpleegkundige
e. medicatiegebruik, polyfarmacie dysfunctioneel en functioneel
f. consultatie van andere eerstelijns hulpverleners (AMW, ouderenzorg,
fysiotherapie, thuiszorg)
3. Mortaliteit
4. Kosteneffectiviteitsanalyse van de UPRIM en de praktijkverpleegkundige
ouderenzorg versus de gebruikelijke zorg. Hiervoor wordt de ratio van het
effect van de UPRIM en de praktijkverpleegkundige op functionaliteit tegenover
de extra kosten onderzocht.
5. Patiententevredenheid met de huidige zorg en de veranderingen van de zorg in
de twee interventiegroepen.(gemeten in de Minimale Data Set)
6. Verloop van frailty index scores in de verschillende onderzoeksgroepen en
verschil in proportie proefpersonen met multimorbiditeit, polyfarmacie en een
care gap tussen de groepen in het verloop van het meetjaar. Specifiek aandacht
voor de relatie tussen frailty index score en functionaliteit en kwaliteit van
leven.
7. Tijd besteed aan mantelzorg en zorgzwaarte voor de mantelzorger; gezondheid
en kwaliteit van leven van de mantelzorger.
De data van deze secundaire uitkomstmaten worden deels verkregen uit de UPRIM,
en deels uit de antwoorden op de Minimale Data Set vragenlijsten (zowel de MDS
voor de zorgvrager als voor de mantelzorger)
Achtergrond van het onderzoek
Het Ouderenzorgproject Midden Utecht, afgekort 'Om U' is het antwoord op de
behoefte van ouderen aan meer coördinatie van zorg en geïntegreerde zorg
(rapport Clientenbelang Utrecht). Dit transitieproject realiseert de
stapsgewijze ontwikkeling en implementatie van een gestructureerd, integraal,
multidisciplinair zorg- en ondersteuningsaanbod aan oudere inwoners (60+) in de
regio.
Het project is innovatief en grootschalig opgezet en wordt uitgevoerd door drie
grote partijen in het veld; Medibilt, de Stadsmaatschap Huisartsen Utrecht en
Rhijnhuysen, tevens lid van het Netwerk Utrecht Zorg Ouderen (NUZO).
De resultaten worden door het Julius Centrum van het UMC Utrecht
wetenschappelijk geëvalueerd. Het totale project duurt tot eind 2012 en is
opgezet in de (groeps)praktijken van 125 huisartsen. Daarnaast nemen tien fte
praktijkverpleegkundigen ouderenzorg deel en er zullen circa 5000 proefpersonen
geincludeerd worden.
Doel van het onderzoek
Het doel ligt in de lijn van het NUZO, namelijk om te komen tot betere
zelfredzaamheid, meer functiebehoud en daardoor minder zorggebruik en
zorgbelasting bij ouderen. Dit gebeurt door middel van adequaat gemonitorde
wijzigingen in de bestaande zorgstructuur waarmee de zelfstandigheid van
ouderen met meerdere chronische aandoeningen ondersteund wordt en waardoor een
optimale kwaliteit van leven bereikt wordt. Het project brengt alle relevante
disciplines samen in de zorg, biedt aanknopingspunten voor zorgverschuiving
vanuit de AWBZ en sluit aan bij het profiel van het NUZO: *ambitie in
diversiteit*.
Onderzoeksopzet
Dit is een clustergerandomiseerde, enkelblinde interventiestudie in
huisartspraktijken. In een drie-armige opzet wordt gedurende 12 maanden
follow-up het effect van twee interventies (A, B) vergeleken met usual care in
een controlegroep (C).
Interventiegroep A: Utrechts Periodiek Risico Identificatie en
Monitoringssysteem (UPRIM)
Interventiegroep B: UPRIM + Praktijkverpleegkundige Ouderenzorg (PVP-O)
Interventiegroep C: Controlegroep. Hier zal geen verandering plaatsvinden,
huisartsen in deze groep verlenen zorg aan ouderen op zelfde wijze als zij
voorheen deden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventiearmen: A: In groep A wordt de UPRIM getest (de Utrechtse Periodieke Risico Identificatie en Monitoring). Ieder kwartaal toont een UPRIM rapportage de mogelijk kwetsbare ouderen van de deelnemende huisartsenpraktijken. Hierbij wordt gekeken naar een combinatie van multimorbiditeit, polyfarmacie en een care gap (langer dan 3 jaar niet bij de huisarts geweest). Huisartsen zijn vervolgend vrij in het nemen van verdere acties. B: In groep B zal ook de UPRIM in de huisartsenpraktijk worden geïnstalleerd. Nadat de UPRIM rapportage de mogelijk kwetsbare ouderen heeft geselecteerd stuur vervolgens de speciaal opgeleide praktijverpleegkundige ouderenzorg (PVP-O) de Om U vragenlijst op. Deze vragenlijst bevat de Groningen Frailty Indicator (GFI), Intermed Self Assessment en de Welbevindenlijst. Wanneer de patient deze vragenlijst heeft ingevuld inventariseert de PVP-O de ervaren zorgbehoefte en zorgproblemen bij de patient. De PVP-O gaat op huisbezoek en stelt een zorgplan op maat op De PVP-O werkt nauw samen met de huisarts. C: Controle groep; ' care as usual'
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen vullen gedurende het onderzoeksjaar driemaal een vragenlijst in
(bij aanvang van de studie, na 6 en na 12 maanden). Het invullen van de
vragenlijst duurt 20-30 minuten. Proefpersonen in de interventiegroep met de
praktijkverpleegkundige krijgen een of meerdere huisbezoeken, afhankelijk van
de benodigde zorgintensiteit.
Publiek
Heidelberglaan 100, Utrecht
3508 GA Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100, Utrecht
3508 GA Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Potentieel kwetsbare patienten van 60 jaar en ouder in de huisartsenpraktijk die voldoen aan een of meer van onderstaande drie criteria:
- multimorbiditeit (gedefinieerd als een frailty index score van 0.20 of hoger, zie hoofdstuk 5 van het protocol) EN/OF
- polyfarmacie (5 of meer medicijnen in actueel chronisch gebruik) EN/OF
- care gap (langer dan 3 jaar geen contact met de huisartsenpraktijk gehad, uitgezonderd van de griepvaccinatie)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- terminale patienten
- patienten die in een verzorgingshuis of verpleeghuis wonen
- patienten die op een wachtlijst staan voor een verzorgingshuis of verpleeghuis
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30071.041.10 |