Ethnische verschillen in lichaamssamenstelling en substraatgebruik: de invloed van lichamelijke activiteit en voeding.

Voor een zelfde BMI, leeftijd en geslacht hebben Aziaten een hoger percentage
lichaamsvet en een lagere vetvrije massa in vergelijking met blanken. Een lage
vetvrije massa is geassocieerd met een lager energiegebruik in rust. Het
verschil in lichaamssamenstelling kan het substraatgebruik beïnvloeden en kan
resulteren in een chronische disbalans tussen energie-opslag en oxidatie. In
vergelijking met blanken, slaan Aziaten ook meer vet op in de buikstreek en
hebben een hoger ectopisch vet depot, in de lever of intramyocellulair. De
ongunstige lichaamssamenstelling en vetverdeling in Aziaten kunnen leiden tot
de ontwikkeling van insulineresistentie. De interactie tussen deze genetische
aanleg en omgevingsfactoren (voedingspatroon en inactieve levensstijl) kan het
risico op de ontwikkeling van het metabool syndroom verhogen.

(Meer gedetailleerde achtergrondinformatie is te vinden in het protocol p 6-7)

De vraagstellingen van deze studie zijn:
1. Is er een verschil in lichaamssamenstelling, vetverdeling, energiegebruik,
substraat gebruik en vetoxidatie tussen Aziaten en blanken.
2. Wat is het effect van een hoog vet dieet op vetopslag in de lever en
intramyocelullair en de glucosetolerantie. Is er een verschil tussen Aziaten en
blanken?
3. Wat is het effect van een inactieve levensstijl op de expressie van genen
betrokken bij adipogenese, lipogenese en lipolyse evenals glucosetolerantie bij
Aziaten en blanken.

De studie is een vergelijkende studie tussen Aziaten en blanken met een
cross-sectioneel deel en een interventie (zie hieronder).
Cross-sectioneel:
Energiegebruik en substraatoxidatie wordt gemeten gedurende een verblijf van
35u in de respiratiekamer. Vooraf worden de proefpersoenen 3 dagen gevoed in
energiebalans en wordt gedurende 1 week de lichamelijke activiteit bepaald. De
vet oxidatie wordt gemeten met behulp van gelabeld palmitaat. Verder wordt ook
de lichaamssamenstelling gemeten.

De resultaten van het cross-sectionele deel worden gebruikt voor de interventie studie. Voor elk van de twee verschillende interventies worden 10 Aziatische en 10 blanke proefpersonen, matched voor vetpercentage, geselecteerd. Voor elke interventie worden dus 10 Aziatische en 10 blanke proefpersonen geselecteerd. Interventie 1 test het effect van 3 dagen overvoeding met een hoog vet-dieet (60% van de energie uit vet, 25% uit koolhydraten en 15% eiwit) op vetstapeling in de lever en intramyocellullar en op glucose tolerantie. Interventie 2 test het effect van verminderde lichamelijke activiteit, als gevolg van een verblijf in de respiratiekamer, op vet cel genexpressie en glucose tolerantie. Proefpersonen verblijven 3 dagen in de respiratiekamer met een normale energie-inname (op basis van de energiebehoefte in het dagelijks leven).

De risico's verbonden aan het onderzoek zijn minimaal, de tijdsbelasting is
redelijk. Het onderzoek is niet schadelijk voor de gezondheid. De fietstest kan
een gevoel van vermoeide benen veroorzaken. De venapunctie en het vetbiopt
kunnen mogelijk leiden tot een blauwe plek op de plaats van afname. De
belasting is evenredig met de informatie die de proefpersoon krijgt na afloop
van het onderzoek, namelijk informatie over zijn/haar lichamelijke activiteit,
fitheid, energiemetabolisme, lichaamssamenstelling, lichaamsvetverdeling en
bloed lipiden waarden.