Biomarker in acute en chronische luchtweginfecties in Cystic Fibrosis;een Pilot studie

De belangrijkste ziektebelasting bij cystische fibrose wordt gevormd door
recidiverende bacteriele luchtweginfecties. Deze infecties veroorzaken
uiteindelijk progressieve longfunctieverslechtering. Patienten ervaren
chronische luchtwegklachten en daarnaast perioden met exacerbaties. Deze
klachten worden behandeld met aanpassing van het medicatieschema onder andere
door tijdelijk toevoegen van antibiotica. Deze behandelingen worden in
belangrijke mate gestuurd door aangegeven klachten. Een probleem is dat
exacerbaties niet altijd opgemerkt worden en dat anderzijds soms klachten doen
denken aan een exacerbatie terwijl daar geen sprake van is. Aangezien het
belangrijke is exacerbaties te behandelen, maar overbehandeling schadelijke
effecten kan hebben zouden objectieve meetparameters zoals biomarkers voor het
vaststellen van een exacerbatie nuttig zijn Mogelijk bruikbare biomarkers zijn
het procalcitonine en het proadrenomedulline

Het vinden van waarden voor Procalcitonin and MR-proADM in stabiele CF
patienten en te vergelijken met waarden tijdens een exacerbatie.
Deze bepaling kan mogelijk bijdragen tot het vaststellen van exacerbaties. In
vervolgstudies zou de bepaling van deze parameters kunnen uitwijzen of het
mogelijk is antibiotische behandeling hierop te geleiden.

In an observationele studie worden in bloed de biomarkers Procalcitonine and
proadrenomedullin gemeten in stabiele CF patientenand in CF patientenwith met
een acute bacteriele infection.

Afname van bloed (2 maal 10mL) tijdens routine bloedafnames