Het doel van de studie is tweeledig:1. Het onderzoeken van cognitieve biases en werkgeheugen in depressieve patienten, patienten die in het verleden een depressie hebben doorgemaakt en gezonde controles. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Voor de cross-sectionele vergelijking van depressieve patienten, patienten die
in het verleden een depressie hebben gehad en gezonde proefpersonen, zullen wij
de volgende uitkomstmaten gebruiken:
- Reactietijden op de Stroop test met emotionele gezichtsuitdrukkingen.
- Aantal correct onthouden items van emotionele gezichten of scenes.
- Directe meting van de aandacht voor emotionele gezichten door middel van de
eye-tracking test.
Voor het vergelijken van het effect van een mindfulness cursus met een
wachtperiode zullen zullen de volgende parameters/uitkomsten gebruikt worden:
- Neurofysiologische uitkomsten: 1) amplitude en latency waarden voor N2, P3,
en ERN EEG / ERP-componenten; 2) Alpha bandbreedte (7,5-13Hz) EEG oscillerende
analysemethoden voor de alpha-lateralisatie/attentie taak.
- Psychofysiologische uitkomsten: hartslagen-interval (IBI SD) en de frequentie
spectra analyse (LF, HF, ratio) van de hartslag variabiliteit (HRV) data.
-Gedrags-uitkomsten: 1) De responstijden (RT), 2) Nauwkeurigheid scores.
Secundaire uitkomstmaten
none
Achtergrond van het onderzoek
Inleiding
Onderzoek heeft aangetoond dat een associatie bestaat tussen depressie en een
verstoorde verwerking van emotionele informatie (Persad & Polivy, 1993). Dit
manifesteert zich onder andere in geheugenprocessen, waarbij negatieve
informatie beter onthouden wordt. Ook wordt deze vertekening gekenmerkt door
het hebben van meer aandacht voor en het moeilijker los kunnen laten van
negatieve informatie. Bij studies die de emotionele Stroop taak gebruikten,
bleken depressieve patienten bijvoorbeeld meer afgeleid te worden door
negatieve dan door positieve of neutrale woorden (Gotlib & McCann, 1984).
Daarnaast wordt depressie gekenmerkt door een gebrekkige capaciteit van het
werkgeheugen (Channon, Baker & Robertson, 1993).
Deze verstoorde verwerking van emotionele informatie kan een belangrijke factor
zijn in het in stand houden van depressie. Het is nog onvoldoende duidelijk of
bovengenoemde stoornissen in de verwerking van emotionele informatie alleen
bestaan ten tijde van een negatieve stemming of blijven bestaan als de
depressie is opgeklaard (Joormann & Gotlib, 2007). Op deze manier kunnen zij
een patient kwetsbaar maken voor het opnieuw ontstaan van een depressie.
Mindfulness based cognitieve therapie is een innovatieve behandeling die is
ontwikkeld om de kans op een relapse bij patienten met recidiverende depressie
te verminderen. De mindfulness training bestaat uit 8 wekelijkse bijeenkomsten
en een stiltedag, waarbij patienten zowel meditatie-oefeningen als cognitieve
therapie krijgen (Segal et al.., 2002) . Tijdens een mindfulness training leren
patienten hun aandacht te richten op het hier en nu en open te staan voor de
huidige ervaring, of deze nu positief of negatief is. De mindfulness training
blijkt bij patienten die drie of meer eerdere depressies hebben doorgemaakt te
resulteren in een halvering van de relapse rate. Het precieze
werkingsmechanisme en de neuronale basis daarvan is echter nog onvoldoende
opgehelderd.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is tweeledig:
1. Het onderzoeken van cognitieve biases en werkgeheugen in depressieve
patienten, patienten die in het verleden een depressie hebben doorgemaakt en
gezonde controles. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een de emotionele
Stroop taak, een werkgeheugen taak en eye-tracking apparatuur.
2. Het onderzoeken van EEG correlaten van cognitieve biases en werkgeheugen bij
depressieve patienten en patienten die in het verleden een depressie hebben
meegemaakt voor en na een cursus mindfulness based cognitieve therapie dan wel
wachtlijst.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel onderzoek
Het eerste deel van de studie betreft een cross-sectionele vergelijking tussen
depressieve patienten, patienten die in het verleden een depressie gehad hebben
en gezonde proefpersonen die zich aanmelden voor het volgen van een cursus
mindfulness based cognitieve therapie. De gezonde proefpersonen zullen gematcht
worden op geslacht, leeftijd en opleidingsniveau.
Voorafgaand aan het onderzoek zullen patienten en controles een
neuropsychologische screening ondergaan om hun visuele aandacht,
visueel-motorische snelheid, en verbal fluency in kaart te brengen. Ook zal een
test voor het verbale IQ afgenomen worden en zal gecheckt worden of mensen
emotionele gezichtsuitdrukkingen kunnen herkennen. Deze testen zullen worden
gebruikt om de eventuele verschillen tussen groepen te controleren voor
mogelijke vertekening door intelligentie of motivatie.
Daarnaast zal ook informatie verzameld worden over eventuele psychische
klachten:
• Leeftijd bij aanvang eerste depressie, aantal depressieve episoden, de
behandelgeschiedenis
• Beck Depression Inventory (BDI, Beck, Ward, Mendelsohn, Mock, & Erbaugh,
1961)
• State Trait Anxiety Intentory, state subschaal (STAI; Laux, Glanzmann,
Schaffner, & Spielberger, 1981)
• Life events (Caspi, A. et al.., 2003)
Tenslotte zullen de volgende neuropsychologische computertaken afgenomen worden:
Taak 1) Emotionele Stroop taak met gezichten. De emotionele Stroop test wordt
gebruikt om de interferentie van emoties te meten met de verwerking aan
aangeboden stimuli. De verwachting is dat bij depressieve patienten
verdrietige en boze gezichten meer zullen interfereren met de
informatieverwerking dan bij patienten met een depressie in remissie en gezonde
proefpersonen.
Taak 2) Werkgeheugen. Deelnemers zal worden gevraagd om taak relevante stimuli
te onthouden en taak-irrelevante stimuli te onderdrukken. Zij zullen worden
gevraagd waar eerder vertoonde gezichten zich bevonden: links-boven,
links-onder, rechts-boven of rechts onder. Het effect van de emotionele
gezichtsuitdrukking op de correcte herinnering zal worden onderzocht.
Taak 3) Door middel van eye-tracking apparatuur zal worden bepaald hoeveel tijd
deelnemers besteden aan de verschillende gezichtsuitdrukkingen.
Gecontroleerd onderzoek
Het tweede deel van de studie betreft een gecontroleerd onderzoek naar het
effect van mindfulness based cognitieve therapie dan wel een wachtlijst
controle conditie in patienten met een huidige depressie of een depressie in
remissie.
Voor en na de interventie dan wel wachtlijstconditie zullen de volgende EEG /
ERP metingen afgenomen worden:
Taak 1) Auditieve "Novelty Oddball" paradigma die de P300 (P3) ERP-component
uitlokt, een index van aandacht en geheugen verwerking (Cahn & Pölich, 2006).
De deelnemers krijgen willekeurig 'standaard' 1000Hz tonen (80%),
'niet-standaard/afwijkend' 1500Hz tonen (10%), en nieuwe (10%) geluiden. Zij
worden geïnstrueerd om zo snel en accuraat mogelijk te reageren op
-standaard/afwijkend, negeren van standaard en nieuwe stimuli. Eerder onderzoek
toonde aan dat de P3 een robuuste biologische marker van depressie is, waarbij
patiënten aanzienlijk minder P3 amplitudes produceren bij auditieve stimuli in
vergelijking met gezonde controles. Onze hypothese is dat mindfulness deze
corticale componenten in patiënten zou kunnen normaliseren.
Taak 2) Alpha (α) Lateralisatie taak, het indexeren van de marge van α-
lateralisatie in aandacht verwerking. Twee grijs-gekleurde vierkantjes zullen
worden gepresenteerd in de onderste hoeken links en rechts van een
computermonitor. Zij laten gedraaid 'L' en 'T' vormen zien. De deelnemers
zullen worden geïnstrueerd om hun hoofd en ogen niet te bewegen, maar gericht
te blijven op een fixatie kruis dat centraal geplaatst is op het scherm. Zij
dienen de positie van de horizontale balk ten opzichte van de verticale balk in
de gedraaide 'L' aan te geven. Volgens het approach-withdrawal model van
emotie (Davidson, 1993) zou α-band asymmetrie geassocieerd zijn met depressie.
Dit is geassocieerd met de neiging om onaangename prikkels te onderdrukken of
te vermijden. Het is onze hypothese dat mindfulness de corticale asymmetrie zal
verminderen. Ter aanvulling van α-asymmetrie gegevens, zal tijdens de EEG
opnamen informatie worden verzameld over de hartslag/variabiliteit (HR / V).
Taak 3) Cogntieve en affectieve Go/NoGo taak, het uitlokken van
fout-gerelateerde negatieve (ERN) EEG/ERP. Fout-gerelateerde negatieve (ERN/Ne)
en fout-gerelateerde positieve (Pe) componenten worden geassocieerd met het
detecteren van fouten en het monitoren van de response, indexeren zowel
motivationele en affectieve variabelen die gemedieerd worden door anterior
cingulate cortex (ACC) activiteit. ERN amplitude weerspiegelt detectie van een
fout en/of een affectieve respons op de fout. Depressie laat een toename zien
van gedragsgevoeligheid voor het maken van fouten, in aanvulling op verhoogde
neurale gevoeligheid voor fouten weerspiegeld door een hogere ERN amplitudes
vergeleken met gezonde controles. Het is onze hypothese dat mindfulness zal
resulteren in verlaagde ERN amplitudes.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De cursus mindfulness based cognitieve therapie bestaat uit acht wekelijkse bijeenkomsten van 2,5 uur en een stiltedag. De groepen bestaan uit 8 - 15 personen. Tijdens de cursus oefenen patienten met meditatie en cognitief gedragstherapeutische technieken. Zij worden gevraagd gedurende de cursus dagelijks drie kwartier te mediteren.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen kunnen vermoeidheid ontwikkelen tijdens het testen. We zullen
hen echter regelmatig een pauze gunnen en ook attent maken op de mogelijkheid
om zelf een pauze te vragen als ze daar behoefte aan hebben.
Publiek
Radboud University Medical Centre
PO Box 9101, 6500 HE Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
Radboud University Medical Centre
PO Box 9101, 6500 HE Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Huidige depressieve episode of depressie in remissie volgens de criteria van het gestructureerde interview voor DSM-IV As I Stoornissen (SCID-I; First, Spitzer, Gibbon, & Williams, 1995)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Huidige Psychose
• Alcohol- of drugsverslaving in de laatste 6 maanden
• Doofheid
• Blindheid
• Neurologische aandoening
• Sensorimotorische handicaps
• Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31072.091.10 |