effectiviteit van het zelfonderzoek meten bij jongeren met somatisch onbegrepen lichamelijke klachten
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Inzicht over de betekenis van de klacht voor de jongeren
2. Duidelijke variabelen vanuit het diagnostisch traject, waar een
psychologische behandeling op aansluit
Secundaire uitkomstmaten
1. Beoordeling van de jongere over de gebruikte methode (zit er verschil tussen
zelfonderzoek en psychologisch onderzoek)
2. Vermindering van de lichamelijke klachten
3. Verbetering van het algeheel functioneren
Achtergrond van het onderzoek
Op de afdeling Medische Psychologie van het Catharina-ziekenhuis Eindhoven
worden veelvuldig jongeren met somatisch onverklaarde lichamelijke klachten
(SOLK) gezien. Bij de huisarts blijft 30-50 % van de lichamelijke klachten
medisch onverklaard (Khan e.a., 2003), ook bij medisch specialisten liggen deze
percentages hoog, tussen de 40 en 60 % (Trimbos instituut, 2008).
(Kinder)artsen en medisch psychologen tasten vaak in het duister naar hoe om te
gaan met deze klachten. Vanuit de afdeling Kindergeneeskunde en Medische
psychologie komt de vraag om te kijken naar een behandelingsmethode die
aansluit bij deze doelgroep.
Wanneer de klachten lang aanhouden en/of gepaard gaan met belemmeringen in het
dagelijks functioneren ontstaan er problemen voor de jongere, ouders, arts en
maatschappij. Deze problemen hebben vooral te maken met verschil in
perspectief, communicatie, het versnipperde zorgaanbod en veelvuldig
schoolverzuim. Door het veelvuldig schoolverzuim, ontstaat een leerachterstand
en wordt minder deelgenomen aan sociale en lichamelijke activiteiten. De
klachten vormen om deze redenen een bedreiging voor een leeftijdsadequate
ontwikkeling. Dit maakt dat deze groep jongeren specifieke aandacht vraagt
(Eminson, 2007).
Ondanks dat deze klachten veel voorkomen, en de impact op de betrokkenen groot
is, is deze doelgroep tot op heden nog te weinig bestudeerd (Eminson, 2007).
Dit resulteert in het feit dat er nog altijd geen passende behandelingsmethode
is. De methodes die bestaan, zijn ofwel zeer intensief, stuiten op weerstand
bij de patiënt, of blijken weinig effectief (Eminson e.a., 2007). Daarnaast
komt hulpverlening vaak pas laat op gang, en verlopen processen langzaam , wat
vermindering van de klachten tegen gaat (Konijnenberg, 2005).
Het hebben van lichamelijke klachten hoort bij het normale leven, in die zin
dat 85-90% van de algemene bevolking ook veelvuldig lichamelijke klachten
rapporteren. Bij objectieve metingen blijkt nauwelijks een verschil te bestaan
tussen het aantal gerapporteerde klachten van gezonde personen, en de
gerapporteerde klachten van patiënten met SOLK (o.a. Wolbeek, 2007)). Vanuit
deze metingen is de vraag ontstaan wanneer het aantal klachten leidt tot
ziekte(gedrag). Moet het verschil tussen beide groepen wellicht in plaats van
in objectief meetbare factoren, in de subjectieve belevingswereld van de
patiënt gezocht worden? Waardoor je dan beter aansluit bij de klachten, de
gevolgen van de klachten, en de eventueel onderliggende problematiek. Of mensen
met hun lichamelijke klacht naar een dokter gaan blijkt sterker samen te hangen
met de betekenis die de klacht voor hen heeft en de ideeën die zij over hun
klacht hebben, dan met de ernst van de klacht (Trimbos instituut, 2008).
Om inzicht te krijgen in deze subjectieve belevingswereld van jongeren met SOLK
lijkt de Zelfkonfrontatiemethode van Hermans & Hermans-Jansen (1995) een
uiterst geschikte methode. Deze methode biedt de mogelijkheid om vanuit een
eerste persoonsperspectief op een systematische manier te bestuderen hoe de
ervaringswereld van de jongeren is opgebouwd, hoe zij zich sociaal opstellen en
hoe zij proberen vorm te geven aan hun leven. Louwe, J.J. & Nauta, J.J. (2006).
Op basis van deze gegevens zou een meer persoonlijk toegespitste begeleiding
ontwikkeld kunnen worden. Dit biedt de mogelijkheid om af te stemmen op de
individuele verschillen binnen deze groep.
In het Wilhelmina Kinderziekenhuis is de ZKM gebruikt voor een eerste pilot bij
jongeren met reuma en jongeren met het chronisch vermoeidheidssyndroom (Fuchs &
van Geelen, 2009). De eerste resultaten zijn positief, en vragen naast
aanvullend onderzoek ook uitbreiding van de doelgroep waarbij de ZKM kan worden
ingezet als diagnostisch/ behandelingsmethode. Dit onderzoek zal hierop
doorgaan, en zal ingaan op de diagnostische waarde van het zelfonderzoek.
Literatuur
Duncan, B.L., & Miller, S.D (2004). The Herioc Client. San Francisco: John
Wiley.
Eminson, D.M. (2007). Medically unexplained symptoms in children and
adolescents. Clinical Psychology Review, 27, 855-871.
Fuchs, C., Sinnema, G., Geelen, van S.M., Hermans, H.J.M. & Kuis, W. (2008).
Self-investigation to explore the impact of juvenile arthritis on adolescent
life: A case-study. Patient Education and Counseling, Volume 72( 1), 163-167
Fuchs, C., Sinnema, G., Geelen, van S.M., Hermans, H.J.M. & Kuis, W. (2008).
Psychological impairment in adolescents with JIA: should we continue the search
for evidence? from 15th Paediatric Rheumatology European Society (PreS)
Congress, London, UK.
Hermans, H.J.M. & Hermans-Jansen (1995). Self-Narratives. The Construction of
meaning in psychotherapy. New-York: Guilford Press
Khan,A.A., Khan A., Harezlak J., Tu W., Kroenke K. (2003) Somatic symptoms in
primary care: etiology and outcome. Psychosomatics. 44, 471-478.
Konijnenberg, A.Y., Uiterwaal, C.S.P.M., Kimpen, J.L.L., Hoeven, J., van der,
Buitelaar, J.K., Graef- Meeder, E.R. de (2005) Children with unexplained
chronic pain: substantial impairment in everyday life. Arch Dis Child. 90,
680-686.
Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling (2008).
Richtlijn Somatoforme klachten en stoornissen, conceptversie.
Trimbos-instituut. Utrecht.
Louwe, J.J. & Nauta, J.J. (2006). Zelfonderzoek met kinderen en jongeren. Een
relationele methodiek. Utrecht: Uitgeverij Agiel.
Doel van het onderzoek
effectiviteit van het zelfonderzoek meten bij jongeren met somatisch onbegrepen
lichamelijke klachten
Onderzoeksopzet
In dit onderzoeksprogramma wordt de effectiviteit van het zelfonderzoek (vanuit
de Zelfkonfrontatiemethode) bij jongeren met somatisch onbegrepen lichamelijke
klachten bepaald in een gerandomiseerde trial. Hierbij wordt het zelfonderzoek
vergeleken met regulier psychologisch onderzoek (intelligentieonderzoek/
persoonlijkheidsonderzoek)
Onderzoeksproduct en/of interventie
-Zelfonderzoek uit de Zelfkonfrontatiemethode van Hermans (1995) -Psychologisch onderzoek (Bestaande uit intelligentieonderzoek en vragenlijsten) -Daarnaast worden de volgende vragenlijsten afgenomen: Child Health Questionnaire, Session Rating Scale en Outcome Rating Scale
Inschatting van belasting en risico
Er zijn aan dit onderzoek geen risico's verbonden
De tijdsbelasting is 2 maal 2 uur, daarna volgt een nagesprek van 1 uur
Publiek
Michelangelolaan 2
5602 ZA Eindhoven
NL
Wetenschappelijk
Michelangelolaan 2
5602 ZA Eindhoven
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
jongeren in de leeftijd van 14 tot 21 jaar
somatisch onbegrepen lichamelijke klachten
openstaan voor een niet-medische behandeling van de klachten
geloof in voorbijgaande aard van de ziekte (zowel het gelof in het somatisch herstel als de mogelijkheid van het opheffen van de cognitieve dissonantie m.b.t. klachten)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
onveilige gezinssituatie, te beoordelden tijdens het intake gesprek
comorbide psychiatrische problematiek, waar andere behandeling voor nodig is
onvoldoende beheersing van de nederlandse taal door de jongere
aanwezigheid van suicide risico zoals ingeschat door de kinderarts
mentale retardatie
volgen van een andere psychologische behandeling
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30406.060.09 |