Primaire doelstellingen: (1) het voorkómen van progressie van precursorlaesies van de hoofdhalsmucosa door het behandelen van geselecteerde *hoog-risico* laesies (2) aantonen dat de detectie van CIN inderdaad een voorspellende waarde heeft bij de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecificeerde neoplasmata, benigne
- Hoofd en nek therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Als tijdens de studieperiode bij het nemen van een biopt de histopathologische
classificatie aantoont dat het een ernstige dysplasie, CIS of een PCC betreft,
betekent dit het eindpunt in deze studie. Dit eindpunt wordt aangeduid als
maligne ontaarding.
Primaire uitkomstmaten:
- het % maligne ontaarding in de interventiegroep (CIN-positieve laesies)
- het % maligne ontaarding in de controlegroep (CIN-positieve laesies)
- het % maligne ontaarding in de groep met CIN-negatieve laesies
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten:
Kosten-effectiviteit
(a) Vanuit het ziekenhuisperspectief met betrekking tot de extra kosten per
voorkómen geval van kanker.
(b) Vanuit een maatschappelijk perspectief met betrekking tot de kosten per
toename van Quality of Adjusted Life Years).
Achtergrond van het onderzoek
Hoofdhalskanker is de 6e meest voorkomende maligniteit wereldwijd met een
jaarlijkse incidentie van > 500.000 gevallen. Ondanks het feit dat zowel
diagnostiek als behandeling de laatste jaren verbeterd zijn, blijft de
5-jaarsoverleving laag (~50%). Belangrijke factoren die hieraan bijdragen zijn
(1) de ontwikkeling van meerdere voorloperlaesies (hyperplasie, milde, matige
of ernstige dysplasie/carcinoma in situ) in het hoofdhalsgebied die tot maligne
ontaarding kunnen leiden (*field cancerization*) en (2) een recidiefpercentage
tot 30% als gevolg van de aanwezigheid van histologisch niet-detecteerbare
(pre)maligne cellen in resectieranden van tumoren (*minimal residual disease*).
De huidige gouden standaard in de diagnostiek van premaligne hoofdhalslaesies
bestaat uit histopathologisch onderzoek. Echter, uit verschillende studies
alsook uit eigen vooronderzoek is gebleken dat histopathologisch onderzoek
alléén onvoldoende houvast biedt in de voorspelling van maligne ontaarding van
de individuele laesie. Zoals vele epitheliale kankersoorten ontwikkelen
hoofdhalscarcinomen zich door middel van een opeenstapeling van verschillende
(epi)genetische veranderingen die resulteren in chromosomale instabiliteit
(CIN). CIN kan efficiënt aangetoond worden in weefselscellen door middel van
fluorescente in situ hybridisatie (FISH) als een disbalans in kopieaantal van
chromosoom 1 en 7 en/of chromosomale polysomie. Zowel literatuur als resultaten
uit onze retrospectieve studies naar premaligne larynx- en mondholtelaesies
laten zien dat CIN-positieve laesies een significant lagere, ziektevrije
overleving hebben.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstellingen:
(1) het voorkómen van progressie van precursorlaesies van de hoofdhalsmucosa
door het behandelen van geselecteerde *hoog-risico* laesies
(2) aantonen dat de detectie van CIN inderdaad een voorspellende waarde heeft
bij de progressie van premaligne laesies.
Secundaire doelstellingen:
(3) het uitvoeren van een kosten-effectiviteitsanalyse (a) vanuit het
ziekenhuisperspectief met betrekking tot de extra kosten per voorkómen geval
van kanker en (b) vanuit een maatschappelijk perspectief met betrekking tot de
kosten per toename van Quality of Adjusted Life Years (QALY)
Onderzoeksopzet
De studie is een open gerandomiseerde studie met parallelle groepen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Op basis van de FISH analyse zullen proefpersonen ingedeeld worden in verschillende groepen. Alle laesies die als CIN-negatief geclassificeerd worden, zullen niet behandeld worden en proefpersonen worden gedurende 5 jaar poliklinisch gevolgd volgens een aflopend schema variërend van elke 3 maanden tijdens het eerste jaar tot een jaarlijkse controle gedurende jaar 4 en 5. Proefpersonen met CIN-positieve laesies die volgens randomisatie in de controlegroep terechtkomen, zullen hetzelfde protocol volgen zoals voorgesteld bij de CIN-negatieve laesies. Deelnemers in de CIN-positieve interventiegroep zullen behandeling ontvangen volgens de richtlijn voor ernstige dysplasie/carcinoma in situ. Voor larynxlaesies betekent dit endoscopische deëpithelialisatie, terwijl mondholtelaesies door middel van excisie of CO2-evaporisatie behandeld zullen worden.
Inschatting van belasting en risico
Belasting: Indien de FISH procedure een positief resultaat laat zien, zal de
FISH uitslag na randomisatie leidend zijn voor de behandeling. Dit kan
betekenen dat de proefpersoon éénmalig een extra ingreep (onder algehele
narcose) zal ondergaan, waarbij de laesie chirurgisch verwijderd zal worden.
Risico*s die horen bij algehele narcose zijn hierbij van toepassing, waaronder
misselijkheid en braken. Er kan een zere keel ontstaan ten gevolge van het
beademingsbuisje en in sommige gevallen kan een allergische reactie op de
toegediende medicijnen optreden. De risico*s van een kleine chirurgische
ingreep zijn onder andere een nabloeding, infectierisico, (wond)pijn of een
tijdelijke vermindering van stemkwaliteit. Daarnaast zullen proefpersonen
gedurende 5 jaar de polikliniek bezoeken, met een totaal van 11
polikliniekbezoeken. Hierbij wordt lichamelijk onderzoek van het KNO-gebied
verricht. Er worden geen extra bloedmonsters of biopten genomen tijdens deze
bezoeken in het kader van dit studieverband.
Voordeel: Doordat proefpersonen intensiever gevolgd worden door middel van
polikliniekbezoek en CIN-positieve laesies in de interventiegroep behandeld
zullen worden, zal het aantal gevallen van maligne ontaarding naar verwachting
verminderen. De individuele proefpersoon heeft dus minder kans om kanker te
ontwikkelen in het hoofdhalsgebied, waardoor uitgebreide belasting en
(levenslange) bijwerkingen van een behandeling ten behoeve van kanker voorkómen
zullen worden.
Publiek
Postbus 616
6200 MD Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Postbus 616
6200 MD Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- patiënt >= 18 jaar
- premaligne laesie van de larynx of mondholte, geclassificeerd als hyperkeratose, hyperplasie, milde of matige dysplasie
-informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- een eerdere maligniteit of laesie geclassificeerd als ernstige dysplasie of CIS op dezelfde anatomische lokalisatie van de larynx of mondholte
- laesies in hetzelfde anatomische gebied dat eerder blootgesteld werd aan behandeling (bijvoorbeeld radiotherapie)
- onvoldoende biopsiemateriaal om FISH analyse uit te voeren
- zwangerschap
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31104.068.09 |