Laag glycemische index voedingsproducten kunnen de glycemische en insulinemische respons onderdrukken. Dit kan leiden tot een verminderde inhibitie van de vetoxidatie en lagere plasma triacylglycerol concentratie. Een hogere postprandiale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diabetescomplicaties
- Lipidenmetabolismestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksparameter is het verschil in postprandiale vetoxidatie na
de 4 verschillende dieetinterventies.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten zijn het verschil in energieverbruik,
koolhydraatoxidatie, plasmaprofielen van vrije vetzuren en triglyceriden en
glucose en insuline responsen.
Achtergrond van het onderzoek
De prevalentie van obesitas en insulineresistentie, twee belangrijke
componenten van het metabool syndroom, is sterk gestegen over de jaren in de
Europese populatie. Deze metabole verstoringen verhogen het risico op type 2
diabetes mellitus en cardiovasculaire ziekte. Zowel genetische als
omgevingsfactoren (voeding en fysieke activiteit) spelen een belangrijke rol in
de etiologie van deze chronisch metabole ziekten.
Obesitas ontstaat door een verstoorde balans tussen energie-iname en
energieverbruik, waarbij er een positieve energiebalans ontstaat. Een westers
dieet rijk aan beschikbare koolhydraten en geraffineerde suikers kan een
negatieve invloed hebben op het lichaamsgewicht en glycemische controle. Er is
een verhoogde toename in postprandiale glycemie en insulinemie, waardoor
vetweefsel lipolyse en/of vetoxidatie in de spier onderdrukt worden. Hierdoor
is er een verhoogde vetopslag in het vetweefsel en andere weefsels. Vetopslag
in de spieren en lever zijn geassocieerd met de ontwikkeling van
insulineresistentie, terwijl postprandiale hyperglycemie een sterke
risicofactor is voor de ontwikkeling van type 2 diabetes mellitus en
cardiovasculaire ziektes. Hyperinsulinemie heeft ook een negatieve invloed op
het bloed lipideprofiel. Negatieve effecten van hoog koolhydraat diëten kan
tegengegaan worden door het gebruik van laag glycemisch index
voedingsproducten. Traag verteerbare koolhydraten (zoals vezels) kunnen de
postprandiale glycemie en insulinemie verminderen en de vetoxidatie verhogen
waardoor gewichtstoename en insulineresistentie worden tegengegaan. Het gebruik
van laag glycemische voeding kan een belangrijke rol spelen bij lichaamsgewicht
controle, verbeterde insuline gevoelighied en een verminderd cardiovasculair
risico.
Doel van het onderzoek
Laag glycemische index voedingsproducten kunnen de glycemische en
insulinemische respons onderdrukken. Dit kan leiden tot een verminderde
inhibitie van de vetoxidatie en lagere plasma triacylglycerol concentratie. Een
hogere postprandiale vetoxidatie zorgt voor een verminderde vetopstapeling in
onder andere de spier, waardoor de insulinegevoeligheid en het metabool profiel
op de lange termijn verbeteren.
Het huidige onderzoek is er op gericht om na te gaan wat het effect is van het
reduceren van de glycemische index door het gebruik van twee oplosbare vezels
(polydextrose en oplosbare Gluco vezel) op de postprandiale vetoxidatie.
Secundaire doelstellingen zijn om energieverbruik, koolhydraatoxidatie,
plasmaprofielen van vrije vetzuren en triglyceriden en glucose en insuline
responsen te onderzoeken.
Onderzoeksopzet
In deze studie, een gerandomizeerde single blind crossover design, zal
onderzocht worden wat het effect van oplosbare vezels is op postprandiale
vetoxidatie en vrije vetzuur en triglyceriden concentraties in het plasma.
Eerst worden de proefpersonen uitgenodigd voor een screeningsonderzoek.
Personen met overgewicht (25<=BMI<=30kg/m2) en een normale nuchtere glucosewaarde
(<7.0mmol/l) worden geincludeerd. Enkel als alle resultaten van het
screeningsonderzoek voldoen aan de inclusiecriteria dan kunnen de proefpersonen
deelnemen aan de studie.
20 personen worden in gerandomiseerde volgorde vier keer (verschillende
dieetinterventies) onderzocht met een washoutperiode van minimum 1 week. De
proefpersonen blijven dus vier keer 36 uur in de respiratiekamer. Na de eerste
nacht in de respiratiekamer beginnen gedurende 24 uur de metingen. Het
glycemisch profiel (continue bloed glucose monitoring), energieverbruik en
substraatoxidatie worden gemeten gedurende de hele periode. Over een periode
van 14 uur gedurende de dag wordt bloed verzameld net voor de maaltijd
(ontbijt, lunch, avondmaal) en op 30, 60, 120 en 240 minuten postprandiaal om
profielen van insuline, vrije vetzuren en triglyceriden te bepalen. Ook wordt
met de gastrolyzer de concentratie waterstofgas gemeten in ademgasmonsters om
de 2u van 8 uur tot 22 uur en opnieuw om 8 uur de volgende dag.
Op de 4 testperiodes krijgen de personen een verschillend dieet, bestaande uit
48 en% koolhydraten, 37 en% vetten en 15 en% eiwitten:
A. Een dieet waarbij de testproducten polydextrose (PDX) bevatten.
B. Een controledieet van A waarbij dezelfde testproducten worden gegeven zonder
polydextrose. De testproducten bevatten volledig beschikbare koolhydraten en er
zijn geen vezels toegevoegd.
C. Een isocalorisch dieet aan dieet A waarbij dezelfde testproducten worden
gegeven zonder polydextrose. De testproducten zijn hetzelfde als voor dieet B,
dus met volledig beschikbare koolhydraten en geen vezels toegevoegd.
D. Een dieet waarbij de testproducten Soluble Gluco Fiber (SGF) bevatten.
Controle dieten B en C zijn nodig om te onderzoeken of het effect van de
oplosbare vezels op vetoxidatie te verklaren is door een lagere calorische
inname of de mogelijkheid van de vezels om de vetoxidatie te verhogen.
In dieet A en D worden 30% van de beschikbare koolhydraten bij het ontbijt en
de lunch vervangen door respectievelijk polydextrose en soluble gluco fiber.
Inschatting van belasting en risico
Resultaten bekomen uit de studie geven inzicht over een eventueel positief
effect van oplosbare vezels op postprandiale vetoxidatie. Een hogere
postprandiale vetoxidatie kan leiden tot minder vetopstapeling in de spieren
waardoor er op lange termijn een verbetering in insuline gevoeligheid en
metabool profiel kan optreden. Risico's door deelnamen aan de studie zijn
beperkt. Venapuncties kunnen lokaal een blauwe plek veroorzaken. Sommige
proefpersonen ondervinden een lichte pijn tijdens venapunctie. Het plaatsen van
een continue glucose monitor kan wat pijn induceren maar er worden geen
ongemakken verwacht bij het dragen van het apparaat. Eerdere studies hebben
aangetoond dat het dragen van de continue glucose monitor personen niet hindert
in hun normaal functioneren. Er zal ook nagevraagd worden of de personen
claustrofobisch zijn omdat dit een probleem kan geven voor hun verblijf in de
respiratiekamer. Ze zullen dus bijgevolgd geexcludeerd worden indien geen
oplossing kan gevonden worden. Geen schade door de dieetinterventie is
verwacht. De voeding wordt voorzien door Tate and Lyle of aangekocht in de
lokale supermarkt en gebruikt voor de vervaldatum. Tijdens de testdagen worden
de maaltijden klaargemaakt in de keuken van het departement Humane Biologie,
die enkel gebruikt wordt voor bereiding van voedsel voor humaan gebruik.
Publiek
Universiteitssingel 50
6229 ER Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 50
6229 ER Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Mannen en vrouwen met overgewicht (25<=BMI<=30kg/m2),leeftijd 20-50 jaar, nuchtere glucose <7.0mmol/l
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Rokers, personen die intensief sporten, personen met diabetes mellitus, alle andere medische ziektes of medicatie gebruik die van invloed kunnen zijn op de studie, claustrofobie en anemie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL30589.068.09 |