De pericard perfusie studie, onderzoek naar de veiligheid en toepasbaarheid van pericardiale perfusie, spoelen van het hartzakje met NaCl 0.9% om bloedverlies na hartchirurgie te verminderen

Post-operatief bloedverlies (2l/24 uur of >200ml/uur) is één van de meest
voorkomende complicaties bij hartchirurgie. Een re-operatie voor deze
complicatie komt het genezingsproces van de patient niet ten goede en kan
zorgen voor extra complicatie zoals o.a. verhoogde mortaliteit, verlengde
beademingsduur, sepsis, ritmestoornissen.

Het bloedverlies heeft ook als gevolg dat patienten bloedtransfusies krijgen.
Dit gaat ook gepaard met de nodige risico's zoals verhoogde kans op
stenumwondinfecties en infecties gerelateerd aan bloedtransfusies. Bij een
re-operaties als gevolg van een nabloeding vind men maar bij 50% van de
patienten een chirurgische oorzaak. Het bloedverlies is afhankelijk van vele
factoren zoals het gebruikt van de hart-longmachine, heparinegebruik en
operatietrauma. Factoren in het bloed die kunnen lijden tot bloedverlies, komen
in een verhoogde concentratie (tov de circulatie) voor in het bloed in de
pericardholte. Het spoelen van het pericard en dus wegspoelen van dit
'vervuilde' bloed post-operatief (met NaCl 0.9%) kan de kans op post-operatief
bloedverlies verminderen.

Evaluatie van veiligheid en werkaamheid van post-operatief pericardspoelen met
als einddoel vermindering post-operatief bloedverlies na openhart chirurgie.

Hypothese
Pericardiale perfusie (met NaCl 0.9%) is een werkbare en veilige manier om de
hoeveelheid bloedverlies te verminderen na een hartoperatie.

Pilot, interventie studie om de uitvoerbaarheid en veiligheid van het
spoelsysteem te evalueren. Single Center.

Inbrengen van een extra (inloop)drain in het pericard, waar verwarmd NaCl 0.9% met initieel 500mL/uur over loopt. De inflow wordt na een uur geleide outflow begesteld (inflow= outflow). Er is continue monitoring van de in- en outflow.

Het risico van het onderzoek is erg laag. Drains inbrengen gebeurd bij elke
patient waarbij een openhartoperatie wordt uitgevoerd. In het geval van 1 extra
drain bestaat zoals altijd een kleine kans op infectie. Er is geen extra
incisie nodig. Om deze mogelijke complicatie in de gaten te houden, wordt de
temperatuur van de patiënt bijgehouden en een aantal laboratoriumbepalingen
uitgevoerd. Het achterblijven van spoelvloeistof in de pleura, wordt
gecontroleerd middels radiologische en echografische beeldvorming en
gedraineerd middels een pleura drain.

Een mogelijk voordeel voor de patiënt kan zijn dat de pericardiale perfusie
actieve opwarming kan bieden bij een patiënt die hypoterm is. De verwachte
afname van bloedverlies na operatie, kan de kans op reoperatie en de bijkomende
complicaties verkleinen.