Het vergelijken van het lange termijn effect van pasireotide LAR versus octreotide LAR bij het controleren van diarree en opvliegers in patiënten met een gemetastaseerd carcinoid bij wie de ziekte gerelateerde symptomen niet adequaat gecontroleerd…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neoplastische en ectopische endocrinopathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire effectiviteits variabele is het deel van de patiënten waarbij een
positieve klinisch response is waargenomen (vermindering van symptomen) zoals
gedefinieerd door onderstaande criteria:
* patienten die diarree en opvliegers hebben over een periode van 14 dagen
tijdens de baseline met een gemiddelde van * 4 x ontlasting per dag en totaal
van 5 of meer periodes van opvliegers bij wie over de laatste 28 dagen van de 6
maanden durende behandelperiode vergeleken met baseline de gemiddelde
ontlasting < 4 is per dag, het aantal ontlasting is veminderd naar * 20% per
dag en het aantal periodes van opvliegers is verminderd
* patienten die voornamelijk klachten hebben van diarree over een periode van
14 dagen tijdens de baseline met een gemiddelde van * 4 x ontlasting per dag en
totaal van minder dan 5 periodes van opvliegers bij wie over de laatste 28
dagen van de 6 maanden durende behandelperiode vergeleken met de baseline de
gemiddelde ontlasting < 4 is per dag en het aantal ontlasting per dag veminderd
is naar * 20%
* patienten die voornamelijk klachten hebben van opvliegers over een periode
van 14 dagen tijdens de baseline met een gemiddelde van * 14 x periodes van
opvliegers bij wie over de laatste 28 dagen van de 6 maanden durende
behandelperiode vergeleken met de baseline het aantal periodes met opvliegers
veminderd is naar * 30%
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire effectiviteits variabele omvat:
objectieve tumor response (volledige response of partiele response), ziekte
response (volledige response, partiele response of het stabiliseren van de
ziekte) tijdens de 6de maand van de behandelperiode gebaseerd op Recist
criteria, verandering in het gemiddelde aantal ontlasting van baseline
vergeleken met 6 maanden, verandering in het gemiddelde aantal periode met
opvliegers van baseline vergeleken met 6 maanden, deel van patienten bij wie
tenminste 30% vermindering van ontlasting is waargenomen van baseline
vergeleken met 6 maanden, tijd tot ontstaan symptomen, duur van symptomen, tijd
tot progressie symptomen en verandering van QoL score van baseline vergeleken
met 6 maanden
Achtergrond van het onderzoek
Somatostatine analogen worden beschouwd als standaard voor de behandeling van
carcinoïd gerelateerde symptomen. Octreotide en lanreotide zijn de enige twee
middelen die geregistreerd zijn hiervoor. Deze middelen staan er bekend dat zij
hun werking voornamelijk berust door binding aan de sst2 receptor. Deze
peptiden hebben aangetoond effectief te zijn bij het verminderen van symptomen
gerelateerd aan gemetastaseerd carcinoïd, met name diarree en opvliegers.
Somatostatine analogen geven bij 58% tot 76% van de carcinoïd patiënten
verbetering van de symptomen. Hoewel veel patiënten in eerste instantie
response vertonen op de behandeling met deze middelen, blijkt dat na 12 tot 18
maanden bij ongeveer 50% van de patiënten deze symptomen niet meer adequaat
gecontrolleerd kunnen worden.
Er zijn aanwijzingen dat veel tumorcellen resisitent worden voor deze middelen
of door verlaging van sst2-expressie of door toename van expressie van andere
sst receptoren. Als dit juist is dan zouden patiënten die resistent geworden
zijn voor somatostatine analogen baat kunnen hebben bij een behandeling met
pasireotide doordat pasireotide andere receptor subtypes bindt.
Verder lijken data uit een fase 2 studie erop te wijzen dat pasireotide actief
is bij patiënten die refractair / resistent zijn op Sandostatine LAR.
In het licht van het vinden van nieuwe behandelmogelijkheden voor deze groep
patiënten zal in deze studie het effect van pasireotide vergeleken worden met
octreotide.
Verder er zijn weinig patienten bij wie zowel diarree als opvliegers voorkomen.
Kortom dit weerspiegelt niet de juiste epidiomologie van het carcinoid
syndrome. Meestal overheerst of diarree of opvliegers bij patienten maar niet
beide tegelijk. De inclusie criteria is hierdoor gewijzigd en zijn er drie
groepen gedefinieerd, groep met diarree en opvliegers, groep waarbij diarree
overheerst of groep waarbij de opvliegers overheerst. Een afname in de
bewegingen van de darmen en/of periodes van opvliegers worden als klinisch
siginificant beschouwd omdat beide symptomen interfereren met dagelijkse
activiteiten en levenskwaliteit van de patient.
Hoewel de patiënten voor de studie onvoldoende response moeten hebben op een
behandeling met somatostatine analogen is er gekozen voor octreotide als
vergelijkend middel boven een placebo, omdat met octreotide de symptomen
mogelijk nog enigzins gecontrolleerd zouden kunnen worden.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van het lange termijn effect van pasireotide LAR versus
octreotide LAR bij het controleren van diarree en opvliegers in patiënten met
een gemetastaseerd carcinoid bij wie de ziekte gerelateerde symptomen niet
adequaat gecontroleerd worden met de maximaal goedgekeurde dosis van
somatostatine analogen.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerde, geblindeerde fase III studie om de effectiviteit en
veiligheid van pasireotide LAR te vergelijken met octreotide LAR in patiënten
met gemetastaseerd carcinoïd bij wie de ziekete gerelateerde symptomen niet
adequaat gecontrolleerd kunnen worden met de huidige beschikbare somatostatine
analogen. Patiënten worden 1:1 gerandomiseerd en gestratificeerd naar de
locatie van de carcinoïd (midgut vs andere).
De studie kent een screening, een geblindeerde behandelfase, een follow-up en
een extensie van de behandeling. De behandeling en evaluatie periode duurt 6
maanden. De studie is afgeriond nadat de 6 maanden evaluatie is gedaan. De
behandeling kan eerder stopgezet worden indien de symptomen onvoldoende
gecontrolleerd kunnen worden, bij onacceptabele toxiciteit of wanneer de
patiënt zelf besluit om te stoppen.
Patiënten die klinisch baat hebben bij pasireotide LAR en die geen
onacceptabele bijwerkingen hebben ondervonden kunnen na de 6 maanden
behandeling in de core studie de behandeling voortzetten.
Patiënten die behandeld werden met octreotide LAR en die geen baat hebben gehad
bij deze behandeling krijgen de mogelijkheid om over te stappen op de
behandeling met pasireotide LAR.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Studiemedicatie: pasireotide LAR (langwerkend) i.m. 60 mg depot iedere 28 dagen en pasireotide s.c. als noodmedicatie. Aktieve control arm: octreotide LAR (langwerkend) i.m. 40 mg depot iedere 28 dagen en octreotide s.c. als noodmedicatie.
Inschatting van belasting en risico
Toxiciteit van pasireotide of octreotide. De injecties kunnen lokaal pijn
veroorzaken en enig ongemak (zwelling, roodheid).
Stralingsbelasting van CT-scans.
Het afnemen van bloed kan een blauwe plek, een bloeding op de plek van de
injectie of een stolsel veroorzaken en in zeldzame gevallen een infectie.
Publiek
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Wetenschappelijk
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten met histologisch bevestigde gemetastaseerde carcinoïd
2. Patiënten hebben onvoldoende controle op symptomen zoals diarree en opvliegers met de bestaande middelen op de hoogste aanbevolen dosering, 3 maanden voor de start van de studie:
Onvoldoende controle wordt gedeeld in de volgende groepen:
- diarree en opvliegers: patiënten hebben een dagelijkse gemiddelde van * 4 darm bewegingen (ontlasting) en een totaal van * 5 periode van opvliegers verdeeld over een periode van 2 weken (14 dagen) terwijl ze in behandeling zijn met de hoogste aanbevolen dosering van bestaande middelen, 3 maanden voor de start van de studie
- voornamelijk diarree: patiënten hebben een dagelijkse gemiddelde van * 4 darm bewegingen (ontlasting) en een totaal van < 5 periode van opvliegers verdeeld over een periode van 2 weken (14 dagen) terwijl ze in behandeling zijn met de hoogste aanbevolen dosering van bestaande middelen, 3 maanden voor de start van de studie
- voornamelijk opvliegers: patiënten hebben een dagelijkse gemiddelde van * 14 periode van opvliegers en een dagelijkse gemiddelde van < 4 darm bewegingen (ontlasting) verdeeld over een periode van 2 weken (14 dagen) terwijl ze in behandeling zijn met de hoogste aanbevolen dosering van bestaande middelen, 3 maanden voor de start van de studie
3. Patiënten moeten de volgende periode in acht nemen tussen de laatste injectie van de laatste behandeling en de eerste injectie met de studiemedicatie:
* octreotide LAR = 28 dagen
* octreotide s.c = 8 uren
* lanreotide Autogel = 28 dagen
* lanreotide SR = 14 dagen
4. Meetbare of evalueerbare ziekte conform RECIST
5. Karnofsky Performance status * 60%
6. Patiënten die bekend zijn met een verhoogde nuchtere bloedsuikerwaarde of diabetes mellitus, mogen geïncludeerd worden, mits de bloedsuikers en de anti-diabetica goed gecontrolleerd worden gedurende de studie.
7. Baseline lab waarden voor goed functionerende organen:
- neutrofielen *1.5 × 10^9/L
- hemoglobine *9 g/dL
- bloedplaatjes *100 × 10^9/L
- Lever: serum bilirubine * aan bovengrens normaalwarde (ULN), aspartaat aminotransferase en alanine aminotransferase, * 3x ULN zonder lever metastase, * 5x ULN indien gedocumenteerd is dat er sprake is van metastase
- Nier: serum creatinine *1.5 mg/dL, klaring creatinine *40 mL/min
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patienten die behandeld zijn binnen 3 maanden van visite 1 met een dosering analoge somatostatin die hoger is dan de toegestane dosering. Dit is niet van toepassing voor behandeling met een kort werkende formulering.
2. Patiënten die binnen 3 maanden voor het vastleggen van de symptomen behandeld zijn met een radioactief gelabelled somatostatin analoog of binnen 4 weken voor het vastleggen van de symptomen een behandeling met een cytotoxisch chemotherapeuticum of interferon hebben gehad
3. Een grote operatieve ingreep < 1 maand voor het vastleggen van de symptomen of een chirurgische verwijdering van loco-regionale metastasen < 3 maanden voor het vastleggen van de symptomen.
4. Embolisatie, chemoembolisatie of radioembolisatie (yttrium 90 microsferen) van de leverarterie < 6 maanden voor het vastleggen van de symptomen (bij aanwezigheid van een meetbare laesie elders < 1 maand) of < 2 maanden verwijdering van levermetastasen door cryoablatio of ablatio dmv radiofrequentie.
5. Radiotherapie < 4 weken voor het vastleggen van de symptomen
6. Patiënten die geen strikt dieet willen volgen gedurende 3 dagen voor verzamelen van urine voor 5-HIAA of medicijngebruik dat de uitslag van 5-HIAA kan beïnvloeden
7. Patiënten bekend met absorptiestoornissen, verkorte darm of ongecontrolleerde galdiarree
8. Niet-biochemische euthyroidïdie
9. Patiënten met diabetes en bij gebruik van anti-diabetica een nuchter HbA1C > 8% hebben.
10. Patiënten met symptomatische cholelitiasis
11.De volgende hartaandoeningen:
-QTcF tijdens screening > 450 msec
- voorgeschiedenis van flauwvallen of plotselinge dood zonder oorzaak eerder voortgekomen in de familie
- aanhoudend of klinisch significante hartritme stoornis
- risico factoren zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hartfalen, klinisch significante/symptomatische bradycardie of atrioventriculaire blok
- medicatie die mogelijk de QT kan verlengen
- medicatie die bekend staan voor het laten toenemen van de QT interval
12. Aanwezigheid van co-maligniteit < 5 jaar (uitzondering basaal cel carcinoom of carcinoma in situ van de cervix)
13. Actieve of ongecontrolleerde infecties of bekend met afwijkingen aan het immuunsysteem inclusief een positieve HIV test. (een HIV test is niet verplicht).
14. Abnormale stollingtijd (PT of APTT 30% boven normaal)
15. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven en vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen adequate anticonceptie willen gebruiken. Mannen die seksueel actief zijn dienen een condoom te gebruiken en hun vrouwelijke partners moeten adequate barrière anticonceptie gebruiken.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2007-000739-25-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT00690430 |
CCMO | NL26265.042.09 |