Vergelijking van de combinatiebehandeling van everolimus en exemestaan met alleen exemestaan ten aanzien van progressievrije overleving bij postmenopauzale vrouwen met ER positieve borstkanker die niet (meer) reageert op niet-steroïde…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Borstneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd (incl. tepel)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt van de studie is progressie-vrije overleving,
gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van randomisatie tot de datum van de
eerste gedocumenteerde progressie of overlijden door welke oorzaak ook. Wanneer
de patient geen progressie vertoont of niet is overleden, dan zal de "cut-off"
voor progressie-vrije overleving worden vastgesteld op de datum van de laatste
tumor evaluatie.
Secundaire uitkomstmaten
- Vergelijking van de twee onderzoeksgroepen ten aanzien van algemene
overleving (OS)
- Evaluatie van de twee onderzoeksgroepen ten aanzien van
o Algehele responspercentage (ORR)
o Tijd tot achteruitgang van ECOG performancestatus
o Veiligheid
o Veranderingen in scores met betrekking tot kwaliteit van leven (QoL)
in de loop der tijd
o Percentage klinisch voordeel (CBR)
- Samenvatting tijd tot respons en duur van respons in de twee
onderzoeksgroepen
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer 70% van alle invasieve vormen van borstkanker testen bij de diagnose
positief voor ER- en/of PgR-expressies. Deprivatie van door oestrogeen
aangestuurde signalen met het antioestrogeen tamoxifen is al meer dan dertig
jaar de belangrijkste vorm van hormoonbehandeling. Hoewel behandelingen waarbij
de ER-functies worden verstoord, zoals tamoxifen, substantieel hebben
bijgedragen aan verlaging van sterfte onder patiënten in een gevorderd stadium
van borstkanker, reageert hoogstens 50-60% van patiënten met ER-positieve
borstkanker op antioestrogeentherapie. Daarom zijn er een aantal
aromataseremmers dat de perifere oestrogeensynthese remt, ontwikkeld voor de
behandeling van gevorderde borstkanker. De derde generatie aromataseremmers kan
ruwweg in twee groepen worden ingedeeld: niet-steroïde aromataseremmers (NSAI),
voornamelijk letrozol (Femara®) en anastrozol (Arimidex®), en de steroïde
aromataseremmer exemestaan (Aromasin®).
Er zijn momenteel geen behandelingen die specifiek zijn goedgekeurd voor
postmenopauzale vrouwen met ER-positieve borstkanker na hernieuwd optreden of
progressie bij gebruik van een niet-steroïde aromataseremmer (letrozol of
anastrozol). Tot op de dag van vandaag wordt nog steeds niet voorzien in de
medische behoefte aan behandeling van deze patiënten.
Activering van de mTOR-keten is een belangrijke verandering in
aanpassingsvermogen achter endocriene resistentie. Onderzoek naar
resistentiemechanismen heeft aangetoond dat de verschillende
signaaltransductiemechanismen worden geactiveerd om te ontsnappen aan het
effect van endocriene therapie. Everolimus is een sirolimusderivaat dat als een
signaaltransductieremmer werkt. Een belangrijk aspect van het antitumoreffect
van everolimus is zijn potentieel om zowel direct op tumorcellen in te werken
(om groei te remmen) als indirect (door angiogenese te remmen en antivasculaire
eigenschappen te vertonen). Everolimus en letrozol remmen op synergetische
wijze proliferatie van borstkankercellen. Remming van mTOR biedt aanvullende
werkzaamheid bij langdurige oestrogeendeprivatie en kent een acceptabele mate
van verdraagbaarheid bij neoadjuvante therapie.
Doel van het onderzoek
Vergelijking van de combinatiebehandeling van everolimus en exemestaan met
alleen exemestaan ten aanzien van progressievrije overleving bij
postmenopauzale vrouwen met ER positieve borstkanker die niet (meer) reageert
op niet-steroïde aromataseremmers.
Onderzoeksopzet
Dit is een dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd, internationaal
fase-III-onderzoek in meerdere centra.
Patiënten zullen in een verhouding van 2:1 worden gerandomiseerd en krijgen
geblindeerd ofwel everolimus of overeenkomstige placebo naast niet-geblindeerd
exemestaan (dagelijks een tablet van 25 mg). Aangezien de veiligheid van
exemestaan al grondig is vastgesteld, kunnen door deze randomisatieverhouding
meer gegevens uit de experimentele groep worden verzameld zodat de veiligheid
van de combinatie everolimus met exemestaan beter onderzocht kan worden.
Behandeling in het kader van het onderzoek zal voortduren tot progressie,
ontoelaatbare toxiciteit of intrekking van deelname aan het onderzoek. Verdere
behandeling na progressie zal aan het oordeel van de onderzoeker worden
overgelaten. Proefpersonen in de placebogroep mogen bij progressie niet
overstappen naar de everolimusgroep, omdat everolimus nog steeds een
experimenteel geneesmiddel is voor patiënten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen in een verhouding van 2:1 worden gerandomiseerd en krijgen geblindeerd ofwel everolimus (2 tabletten van 5 mg per dag) of overeenkomstige placebo, naast niet-geblindeerd exemestaan (dagelijks 1 tablet van 25 mg).
Inschatting van belasting en risico
- Elke mogelijke bijwerking van everolimus en/of exemestaan.
- Stralingsbelasting van Röntgenfoto's en/of CT-scans.
- Het afnemen van bloed kan een blauwe plek, een bloeding op de plek van
infectie of een stolsel veroorzaken, en , in zeldzame gevallen, een infectie.
Publiek
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Wetenschappelijk
Raapopseweg 1
6824 DP Arnhem
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Volwassen vrouwen (* 18 jaar) met gemetastaseerde of plaatselijk gevorderde borstkanker die niet genezen kan worden door middel van operatie of radiotherapie.
- Histologische of cytologische bevestiging van oestrogeenreceptorpositieve (ER+)-borstkanker.
- Postmenopauzale vrouwen.
- Ziekte reageert niet (meer) op niet-steroïde aromataseremmers (NSAI).
- Radiologische of klinische aanwijzingen van hernieuwd optreden of progressie bij de laatste systemische behandeling voorafgaand aan randomisatie.
- ECOG performancestatus van * 2.
- Patiënten moeten:
1. Minstens één laesie hebben die in minstens één dimensie met conventionele beeldvormende technieken * 20 mm of met een spiraal CT-scan of MRI * 10 mm nauwkeurig kan worden gemeten,
of
2. botlaesies: lytische of gemengde (lytische + sclerotische) indien ziekte niet kan worden gemeten.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patiënten met overexpressie van HER2 op grond van plaatselijke laboratoriumonderzoeken (immunohistochemische aankleuring 3+ of positieve hybridisatie in situ).
- Patiënten met uitsluitend niet-meetbare laesies die geen botmetastase zijn (bv. pleuravocht, ascites, etc.).
- Patiënten die meer dan één chemotherapiebehandeling hebben gehad voor gevorderde borstkanker.
- Eerdere behandeling met exemestaan of mTOR-remmers.
- Bekende overgevoeligheid voor mTOR-remmers, bv. Sirolimus.
- Een andere maligniteit binnen vijf jaar voorafgaand aan randomisatie.
- Radiotherapie binnen vier weken voorafgaand aan randomisatie.
- Momenteel worden behandeld met hormoonvervangende therapie, tenzij die gestopt wordt voorafgaand aan randomisatie.
- Symptomatische hersenmetastasen of metastasen in andere delen van het centrale zenuwstelsel.
- Patiënten die gelijktijdig worden behandeld met immunosuppressiva of chronische corticosteroïden op het moment van onderzoeksdeelname.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-008698-69-NL |
CCMO | NL28031.094.09 |