Voornaamste doeleinde:- vaststellen of afamelanotide de hevigheid van fototoxische reacties kan verminderen in patienten met EPPBijkomende doeleinden: - vaststellen of afamelanotide het aantal fototoxische reacties kan verminderen in patienten met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metabole aandoeningen en voedingsstoornissen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bepalen of afamelanotide de ernst van de fototoxische reactie in patiënten met
EPP kan reduceren.
Secundaire uitkomstmaten
- bepalen of afamelanotide het aantal fototoxische reacties in patiënten met
EPP kan reduceren;
- de veiligheid en verdraaglijkheid van afamelanotide beoordelen door het
meten van ongunstige bijwerkingen die met de behandeling optreden (AE*s);
- bepalen of afamelanotide de kwaliteit van leven kan verbeteren in EPP
patiënten;
- en bepalen of afamelanotide effect heeft op het niveau van vrij
protoporfyrine IX;
- vaststellen of afamelanotide de duur van zonlicht verdragen door patiënten
met EPP kan vergroten;
- bij een subset van patiënten vaststellen of afamelanotide de gevoeligheid
voor provocatie met een gestandaardiseerde lichtbron kan verminderen (minimale
symptoomdosis (MSD) en minimale erytheemdosis (MED)).
Achtergrond van het onderzoek
Erythropoetische porfyrie (EPP) is een genetische aandoening waarbij een
verlaagde ferrochelatase activiteit leidt tot de opstapeling van zijn
substraat, protoporfyrine. Er zijn twee belangrijke klinische manifestaties van
protoporfyrine: cutane fototoxiciteit en hepatobiliaire ziekte. Fototoxiciteit
is de meest voorkomende van deze twee en presenteert zich meestal in de vroege
jeugd met verschijnselen van intolerantie voor zonlicht waarbij patiënten,
meestal op gelaat en handen, een hevig brandende pijn in de huid ervaren. Dit
kan meerdere dagen aanhouden en kan vergezeld worden door zwelling en roodheid
van de aan zon blootgestelde gebieden.
De stapeling van protoporfyrine IX in de huid is verantwoordelijk voor cutane
fotosensitiviteit en leidt tot (i)pijn, (ii) zwelling, (iii) discrete
littekenvorming en (iv) de vorming van ulceraties. In de aanwezigheid van licht
met een golflengte van 410nm, genereert protoporfyrine IX reactieve zuurstof
species die tot de typische fototoxische reactie leiden. Protoporfyrine IX
wordt exclusief geëlimineerd door de lever. Als de capaciteit van biliaire
excretie overschreden wordt, kan het teveel aan protoporfyrine IX leiden tot de
formatie van galstenen of cholestatische lever schade.
De beschikbare behandelmogelijkheden voor patiënten met EPP zijn zeer beperkt.
Het vermijden van zonlicht, zowel middels directe als indirecte (via ramen)
blootstelling, en het gebruik van beschermende kleding is essentieel voor het
voorkomen van fototoxische reacties. Systemische behandeling met beta-caroteen
lijkt klachten bij patiënten met EPP te verbeteren, al missen goede data
betreffende de effectiviteit. De klinische voordelen van behandeling met PUVA,
UVB, oraal cysteine 5, cholestyramine en de combinatie van eerdergenoemde
behandelingen moeten nog bewezen worden. De meest effectieve resultaten lijken
te worden gezien bij zonnebrand crèmes die titanium dioxide bevatten.
Afamelanotide is een analoog van alpha-MSH dat de productie van eumelanine in
de huid stimuleert zonder de specifieke celschade die meestal optreedt wanneer
de productie van melanine gestimuleerd wordt door UV straling. Melanine, in de
vorm van eumelanine, is een fotoprotectief agens. Het mechanisme voor deze
fotoprotectie omvat, maar is niet gelimiteerd tot, de absorptie en verstrooiing
van UV licht, het wegvangen van vrije radicalen en UV licht. Tevens is er in
toenemende mate bewijs dat melanogenese een groot antioxidant defensie
mechanisme in melanocyten omvat dat de effecten van vrije radicalen en actieve
zuurstof species neutraliseert. Eumelanine gedraagt zich als een neutraal
filter en, in tegenstelling tot de meeste zonnebrand crèmes, vermindert het
alle golflengtes van licht evenveel zodat de fotoprotectie die door epidermale
melanine pigmentatie wordt bewerkstelligt grotendeels onafhankelijk is van de
golflengte.
Een pilot studie van afamelanotide in EPP patiënten demonstreerde dat
behandeling met afamelanotide de *tijd die nodig is om symptomen te
ontwikkelen*deed toenemen na provocatie met een artificiële lichtbron. Een
interim analyse uitgevoerd op 14 patiënten die deelnamen aan een fase III
studie demonstreerde dat afamelanotide de ernst van fototoxiciteit deed
afnemen. Dit werd gedemonstreerd met behulp van een visuele analoge schaal om
pijn intensiteit te meten. De fase III studie loopt momenteel en data zullen
niet beschikbaar zijn voor het einde van 2009.
Deze studie beoogt de ervaring met afamelanotide in EPP patiënten te doen
toenemen door de effectiviteit in EPP patiënten te evalueren in een tweede fase
III studie.
Doel van het onderzoek
Voornaamste doeleinde:
- vaststellen of afamelanotide de hevigheid van fototoxische reacties kan
verminderen in patienten met EPP
Bijkomende doeleinden:
- vaststellen of afamelanotide het aantal fototoxische reacties kan verminderen
in patienten met EPP
- de veiligheid en verdraaglijkheid van afamelanotide te beoordelen door het
meten van ongunstige bijwerkingen die met de behandeling optreden (zogenaamde
*AE*).
- vast te stellen of afamelanotide de levenskwaliteit van EPP patienten kan
verbeteren
- de uitwerking vast te stellen van afamelanotide op vrije protoporfyrine IX
niveaus.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerde placebo gecontroleerde studie die zal worden
uitgevoerd in twee studierichtingen in parallel gedurende een periode van 9
maanden (5 doseringen) in het voorjaar en de zomer. Ongeveer 10 bevoegde
patienten zullen worden geregistreerd in ieder centrum en zullen afamelanotide
ontvangen (16 mg implantaten), of een placebo, in overeenstemming met het
volgende doseringsregimen:
- Groep A zal afamelanotide implantaten ontvangen op dagen 0, 60, 120, 180 en
240
- Groep B zal placebo implantaten ontvangen op dagen 0, 60, 120, 180 en 240
Om geschiktheid vast te stellen voor toegang aan de studie zullen patienten
zeven dagen vóór toepassing van de eerste dosis een beoordelingstest ondergaan.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Niet van toepassing.
Inschatting van belasting en risico
Omschrijving en inschatting van belasting en risico;
1) profylactische lichttherapie zal achterwege worden gelaten. Daarom bestaat
er het risico dat patiënten klachten passend bij EPP kunnen doormaken als de
zomer begint. Echter, deze behandeling is geen routine voor patiënten gezien
het toegenomen risico op huidmaligniteit
2) Adverse events (AE*s) of risico*s geassocieerd met afamelanotide. De
administratie van het implantaat met afamelanotide gaat gepaard met milde AE*s
in 20% van de deelnemers. Deze AE*s bestaan uit het optreden van misselijkheid,
faciale flushing en gastrointestinaal discomfort doorgemaakt door
respectievelijk 20%, 14% en 10% van de deelnemers. De klachten waren over het
algemeen mild van aard en duurden niet langer dan 12 dagen. Andere milde AE*s
die werden gerapporteerd waren hoofdpijn, het hebben van een chemische smaak in
de mond, gapen, het hebben van spiertrekkingen, diarree, het licht worden in
het hoofd en zenuwachtigheid. Onregelmatig bruin worden, donkerder worden van
moedervlekken en sproeten werd ook gerapporteerd. (NB donkerder worden van
moedervlekken en sproeten zijn geen AE*s maar horen bij het natuurlijk effect
van het medicijn. Echter de snelheid waarmee de verandering optrad werd
geregistreerd als een onverwacht effect)
3) Het actief werkende implantaat is een steriel biologisch afbreekbaar en
biologisch compatibel polymeer dat 16mg afamelanotide bevat. Het placebo
implantaat is hier identiek aan behoudens het feit dat het geen afamelanotide
bevat. Deze implantaten worden gefabriceerd door Brookwood Pharmaceuticals,
Birmingham, Alabama, USA.
4) De implantatie procedure gaat gepaard met het risico op discomfort en
kneuzing op de plaats van implantatie. Minder vaak optredende bijwerkingen zijn
infectie, bloeding op de incisie plaats, flauwvallen en misselijkheid. Bij een
patiënt die aanzienlijke of ernstige toxiciteit ondervindt die gerelateerd zou
kunnen zijn aan het medicijn kan het implantaat chirurgisch verwijderd worden
of binnen 2-3 maanden biologisch afgebroken worden.
5) Bij venapunctie zijn de belangrijkste risico*s discomfort en kneuzing op de
plaats van de venapunctie. Minder vaak optredende bijwerkingen zijn infectie,
bloeding op de plaats van venapunctie, flauwvallen en misselijkheid.
6) Aangezien er tegenwoordig geen andere profylactische behandelingen zijn voor
patiënten die aan EPP lijden, is er geen AE die optreedt omdat deze
profylactische medicatie niet gegeven wordt.
Publiek
Etage 11, 330 Collins Street, Melbourne, Victoria
3000
Australie
Wetenschappelijk
Etage 11, 330 Collins Street, Melbourne, Victoria
3000
Australie
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De deelnemers moeten alle volgende criteria vervullen om toegang tot de studie te verkrijgen:
- Mannelijke of vrouwelijke personen met een diagnose van EPP (bevestigd door een hoog niveau van vrije protoporfyrine in marginale erytrocyten) die ernstig genoeg is dat zij behandeling hebben gevraagd om hun symptomen te verlichten
- Tussen 18 - 70 (inclusief) jaar oud
- Bewuste toestemming op schrift vóór dat procedures worden uitgevoerd die voor de studie benodigd zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Ieder van de volgende criteria sluit de patiënt uit van de studie:
- Een allergie voor afamelanotide of voor de polymer die in het implantaat is bevat, of een allergie voor lignocaine of andere plaatselijke verdovingsmiddelen die gebruikt worden gedurende de toediening van medicamenten voor de studie
- EPP patienten met belangrijke lever betrokkenheid
- Persoonlijke voorgeschiedenis van melanoma of dysplastisch nevus syndroom.
- Nu lijdend aan Bowen*s ziekte, basal cel carcinoom, geschubd cel carcinoom, of andere kwaadaardige of pre-kwaadaardige huidaandoeningen.
- Een andere fotodermatose zoals PLE, DLE of zonne-urticaria
- Bewijs van klinisch belangrijke orgaan disfunctie of klinisch belangrijke afwijking van de norm in de klinische of laboratorium bevindingen.
- Acute geschiedenis van misbruik van drugs of alcohol (gedurende de laatste 12 maanden)
- Vaststelling van de patient als niet geschikt voor de studie in de opinie van de onderzoeker (bijvoorbeeld een voorgeschiedenis van niet inschikkelijk zijn, allergie voor plaatselijke verdoving, flauwvallen wanneer injecties worden gegeven of wanneer bloed wordt afgenomen)
- Een vrouw die zwanger is (bevestigd met positieve serum ß-HCG zwangerschapstest vóór de baseline test) of die borstvoeding geeft.
- Vrouwen die potentieel zwanger kunnen worden (vóór de menopause, niet chirurgisch steriel) die geen toereikende voorbehoedsmiddelen gebruiken (zoals oraal contraceptief, diafragma plus spermicide, intra-uterien instrument)
- Mannen die seksueel actief zijn met partners die potentieel zwanger kunnen worden en die geen barrière contraceptie gebruiken gedurende de studie en voor een periode van dire maanden daaropvolgend.
- Deelname aan een klnische test van een onderzoeksstof binnen 30 dagen vóór het selectieonderzoek.
- Behandeling vóór en gedurende de studie met medicamenten die in de weg kunnen staan van de doeleinden van de studie, inclusief drugs die fotogevoeligheid of huidpigmentatie veroorzaken.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-011018-51-NL |
CCMO | NL27474.068.09 |