Het doel van dit onderzoek is aan te tonen dat NEVANAC® (nepafenac oftalmische suspensie) 0,1% beter werkt dan de hulpstof van de oftalmische oplossing van nepafenac op grond van het percentage patiënten met diabetische retinopathie met een macula-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Oogaandoeningen, congenitaal (excl. glaucoom)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het belangrijkste werkzaamheidscriterium is het percentage patiënten met een
macula-oedeem (gedefinieerd als een >= 30% toename van de dikte van de macula in
het centrale subveld vergeleken met het eerste pre-operatieve bezoek) in de 90
dagen volgend op cataractoperatie.
Secundaire uitkomstmaten
Het belangrijkste secundaire werkzaamheidscriterium is het percentage patiënten
waarvan de beste gecorrigeerde visusscherpte afneemt met > 5 letters op de
ETDRS-kaart vergeleken met het postoperatieve bezoek van dag 7.
Veiligheid
• Ongewenste voorvallen
o Incidentie van bijwerkingen
o Verwachte ongewenste voorvallen
• Intra-oculaire druk
• Parameters beoordeeld met de spleetlamp
o Ontstekingscellen
o Flare
o Hoornvliesoedeem
o Bulbaire conjunctivale injectie
o Integriteit van het hoornvliesepitheel [beoordeeld met kleuring door
fluoresceïne]
• Parameters oogfundus na mydriatische dilatatie
o retina/macula/choroïd
o optische zenuw
Achtergrond van het onderzoek
Het doel van het klinische onderzoek C-09-003 is de evaluatie van de
verdraagbaarheid en de werkzaamheid van NEVANAC® (nepafenac oftalmische
suspensie) 0,1% en langdurige behandeling bij patiënten met diabetische
retinopathie na een cataractoperatie.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is aan te tonen dat NEVANAC® (nepafenac oftalmische
suspensie) 0,1% beter werkt dan de hulpstof van de oftalmische oplossing van
nepafenac op grond van het percentage patiënten met diabetische retinopathie
met een macula-oedeem (gedefinieerd als een >= 30% toename van de dikte van de
macula in het centrale subveld vergeleken met de pre-operatieve waarde)
tijdens de 90 dagen volgend op een cataractoperatie.
Onderzoeksopzet
Gecontroleerd, multicenter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek in parallelle
groepen.
De onderzochte populatie bestaat uit ongeveer 260 patiënten (130 per
behandelgroep) in een aantal klinische onderzoekcentra dat kan oplopen tot 30
om 222 patiënten te behandelen die per protocol evalueerbaar zijn (111 per
behandelgroep). De patiënten worden 1/1 gerandomiseerd. Ze worden in een van de
twee behandelgroepen ingedeeld (NEVANAC® 0,1% of de hulpstof van de oftalmische
oplossing van nepafenac) op een pre-operatief baseline bezoek via een IVRS
randomisatiesysteem (Interactive Voice Response System).
Bovendien wordt de stratificatie van de randomisatie gebaseerd op de ernst van
de retinopathie zoals gedefinieerd aan de hand van de International Clinical
Diabetic Retinopathy Severity Scale (Internationale schaal voor klinische ernst
van diabetische retinopathie). De patiënten die een cataractoperatie ondergaan,
worden als volgt ingedeeld: ongeveer 50% hebben lichte, niet-proliferatieve
diabetische retinopathie, de andere 50 hebben matige tot ernstige
niet-proliferatieve diabetische retinopathie. De patiënten worden gedurende 90
dagen na de chirurgische ingreep nabehandeld. Alle locaties zijn gecertificeerd
voor visusscherpte, oogfundus imaging en SD-OCT (Spectralis, Heidelberg
Engineering).
De patiënten worden gedurende ongeveer 90 dagen behandeld aan het geopereerde
oog met 1 druppel 3 maal daags (TID) NEVANAC ® of het vehiculum.
De toediening begint 1 dag vóór de chirurgische ingreep, gaat door op de dag
van de ingreep en gedurende 90 dagen daarop volgend. Een extra druppel
geneesmiddel wordt toegediend tussen 30 en 120 minuten vóór de chirurgische
ingreep. Bovendien wordt van alle patiënten het geopereerde oog gedurende 2
weken behandeld met 1 druppel Tobradex® (QID), vanaf de eerste toediening na de
chirurgische ingreep, met de mogelijkheid langer dan 2 weken door te gaan op
grond van het medische oordeel van de onderzoeker.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Niet van toepassing
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoeksgeneesmiddel dat bij dit onderzoek wordt gebruikt is NEVANAC®
0,1% (nepafenac oftalmische suspensie) of hulpstof van de oftalmische suspensie
van nepafenac(placebo). Driemaal daags wordt één van beide suspensies door een
proefpersoon in het te opereren oog vanaf een dag voor de operatie, de dag van
de operatie zelf en 90 dagen daarna gedruppeld. Alle proefpersonen krijgen
vanaf de dag (=dag 0) van de operatie in ieder geval twee weken (indien nodig
langer) lang eenmaal daags 1 druppel Tobradex in het geopereerde oog
toegediend.
Publiek
Rijksweg 14
2870 Puurs
BE
Wetenschappelijk
Rijksweg 14
2870 Puurs
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Patiënten >= 18 jaar van alle etnische afkomst en van beide geslachten met een cataract die moet worden verwijderd door middel van faco-emulsificatie gevolgd door implantatie van een intraoculaire lens in de achterste kamer in de capsule van de lens.
2) Voorgeschiedenis van diabetes type 1 of 2.
3) Niet-proliferatieve diabetische retinopathie (licht, matig of ernstig) in het onderzochte oog, zoals gedefinieerd aan de hand van de internationale schaal van ernst van diabetische retinopathie (International Clinical Diabetic Retinopathy Disease Severity Scale).
4) Patiënten die in staat zijn een toestemmingsverklaring, goedgekeurd door een medisch-ethische commissie, te begrijpen en te ondertekenen
5) Maculadikte in het centrale subveld <= 320 µm in het onderzochte oog voor de cataractoperatie, zoals bepaald met optical coherence tomografie van het type spectral domain (SD-OCT) en bevestigd door het centrum dat zich bezighoudt met de lezing van gegevens
6) Afwezigheid van cystoïd macula-oedeem of cystoïde afwijking in het onderzochte oog bij onderzoek met SD-OCT met bevestiging van het onderzoekscentrum
7) Afwezigheid van klinisch significant macula-oedeem bij het klinisch onderzoek van het onderzochte oog.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Tekenen van vitreomaculaire tractie of epiretinaal membraan in het onderzochte oog bij onderzoek door het centrum voor lezing van de gegevens of de onderzoeker
2) Voorgeschiedenis of aanwezigheid van een aandoening in het onderzochte oog, anders dan diabetische retinopathie, en die naar mening van de onderzoeker de evaluatie van macula, retina of centrale zichtscherpte zou kunnen hinderen
3) Focale fotocoagulatie voor de behandeling van diabetisch macula-oedeem in het onderzochte oog in de zes maanden voorafgaand aan het eerste pre-operatieve bezoek (N.B.: een perifere retinabehandeling voor de behandeling van een gescheurde retina of een retinadegeneratie met een netwerkje van bloedvaten is toegestaan)
4) Voorgeschiedenis van panretina-fotocoagulatie in het onderzochte oog
5) Aanvullende ingreep gepland voor het onderzochte oog tijdens de cataractoperatie of de implantatie van de intraoculaire lens (bijvoorbeeld trabeculectomie, hoornvliestransplantatie)
6) Voorgeschiedenis van hoornvliestransplantatie in het onderzochte oog
7) Patiënt waarvan de score van hoornvlieskleuring met fluoresceïne van het onderzochte oog in eerste instantie een gecumuleerde waarde heeft van >= 5 (som van de scores voor de vijf gebieden van het hoornvlies) of >= 3 voor een enkel gebied, ongeacht welk
8) Patiënten met een voorgeschiedenis van atrofie van de iris of aanwezigheid of voorgeschiedenis van chronische of recidiverende oculaire infecties of inflammatoire aandoening van het onderzochte oog
9) Patiënt waarvan het contralaterale oog visueel niet functioneel is gebaseerd op de beoordeling van de arts.
10) Immunogecompromiteerde patiënt (bijvoorbeeld behandeld met radiochemotherapie of patiënt met AIDS of leukemie of algeheel verzwakt) of een patiënt die dialyse krijgt
11) Patiënten die naar mening van de onderzoeker een vergroot risico van complicaties door gebruik van locale NSAID of steroiden lopen inclusief diegene met aanwezigheid of voorgeschiedenis van keratoconjunctivitis sicca (droge ogen), neurotrofe keratopathie, een afwijking van de cornea, of dunner wordende sclerae, of een vasculaire collagenose contactlendragers, en diegene met neiging tot bloeden.
12) Patiënten met aanwezigheid of voorgeschiedenis van asthma, urticaria, of acute rhinitis bij wie een acuut begin wordt veroorzaakt door acetylsalicylic zuur of andere NSAIDs;Exclusiecriteria in verband met systemische en oculaire geneesmiddelen
13) Behandeling met geneesmiddelen met bekende invloed op de macula, waaronder hydroxychloroquinine en fenothiazine (bijvoorbeeld thioridazine, chlorpromazine) of suppletie van niacine >=3 gram/dag
14) Dagelijkse behandeling met systemische corticoïde en NSAID in de loop van de zeven dagen vóór de chirurgische ingreep (tot vertrek uit het onderzoek). Aspirine op een dagelijkse dosis tot 325 mg is toegestaan.
15) Dagelijkse locale behandeling van het niet-onderzochte oog met corticoïde en NSAID tot aan vertrek uit het onderzoek (N.B.: alle locale oculaire corticoïden en NSAID*s moeten vóór de ingreep worden gestaakt 24 uur)
16) Locale behandeling van het onderzochte oog met NSAID en corticoïde in de zeven dagen vóór de ingreep
17) Behandeling van het onderzochte oog met intraoculaire of perioculaire corticoïde in de vier maanden vóór de ingreep
18) Bekende of vermoede overgevoeligheid voor NSAID*s of steroiden of een ander bestanddeel van het onderzoeksproduct inclusief Tobradax.
19) Behandeling met locale oftalmische prostaglandine (bijvoorbeeld TRAVATAN, XALATAN) in de vier dagen voor de chirurgische ingreep tot vertrek uit het onderzoek;Andere exclusiecriteria
20) De klinische onderzoeksattaché van Alcon kan iedere patiënt om een geldige medische reden onverkieselijk verklaren
21) Deelname aan een ander klinisch onderzoek in de 30 dagen voor het eerste onderzoek
22) Bij elke geïncludeerde patiënt wordt één oog onderzocht
23) Vrouwen die kinderen kunnen krijgen (niet chirurgisch gesteriliseerd of menopauzaal) kunnen niet deelnemen als ze zich in een van de volgende situaties bevinden: borstvoeding gevend, positieve zwangerschapstest bij selectie, weigering van de zwangerschapstest aan het begin van het onderzoek of aan het einde, intentie zwanger te worden tijdens het onderzoek of weigering een adequate anti-conceptiemethode te gebruiken voor de duur van het onderzoek (adequate anti-conceptiemethoden zijn: oraal, implanteerbaar, transdermaal of injecteerbaar, hormonaal voorbehoedmiddel, mechanische anticonceptiemiddel met barrière, bijvoorbeeld condoom of spiraal, in combinatie met spermadodend middel, IUD of chirurgische sterilisatie van de partner)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-010536-17-NL |
CCMO | NL28483.078.09 |