Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de (variaties in) klinische symptomen van CSNB patiënten en de relatie te onderzoeken tussen verschillende fenotypen en genotypen. Hierdoor hopen we meer inzicht te krijgen in de ziekte CSNB wat zal…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Oogaandoeningen, congenitaal
- Oogaandoeningen, congenitaal (excl. glaucoom)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De relatie onderzoeken tussen genotype en fenotype (klinische symptomen) van
CSNB patiënten.
Secundaire uitkomstmaten
Het vinden van nieuwe genen die verantwoordelijk zijn voor de aandoening CSNB.
Achtergrond van het onderzoek
Congenitale stationaire nachtblindheid (CSNB) is een verzamelnaam van
netvliesaandoeningen waarbij er wisselend gestoord zien is in het donker, een
wisselend verlaagd gezichtsvermogen en vaak een refractieafwijking. CSNB wordt
veroorzaakt door een stoornis in het doorgeven van de signalen van de
fotoreceptoren (staafjes en kegeltjes) naar de bipolaire cellen, de
schakelcellen van het netvlies. De diagnose wordt gesteld op basis van de
klinische symptomen en het electroretinogram (ERG), een onderzoeksmethode
waarbij de elektrische activiteit van het netvlies wordt bepaald onder
verschillende lichtomstandigheden. Bij CSNB bestaat er een karakteristiek ERG,
waaraan te zien is dat het doorgeven van signalen naar de bipolaire cellen niet
goed verloopt. Er zijn twee typen van CSNB beschreven: de *complete* en de
*incomplete* vorm, CSNB1 en CSNB2 respectievelijk. Bij CSNB1 gaan de signalen
van de staafjes verloren, bij CSNB2 gaat een deel van de signalen van zowel
staafjes als de kegeltjes verloren. De klinische verschijnselen van deze twee
groepen zijn duidelijk verschillend.
Mutaties in het NYX-gen veroorzaakt CSNB1 en mutaties in het CACNA1F-gen
veroorzaakt CSNB2. Deze X-linked genen zijn nu ongeveer 10 jaar bekend. Pas
sinds enkele jaren zijn 4 autosomaal recessieve genen bekend waarin mutaties
CSNB kunnen veroorzaken. Mutaties op het GRM6-gen en het TRPM1-gen kunnen CSNB1
veroorzaken mutaties op het CABP4-gen en het CACNA2D4-gen kunnen CSNB2
veroorzaken. Mogelijk zijn er nog meer genen die CSNB kunnen veroorzaken
wanneer er een mutatie in aanwezig is.
CSNB is al bij geboorte aanwezig en verandert niet tot nauwelijks gedurende het
leven. CSNB patiënten hebben meestal een verminderde gezichtsscherpte en flinke
refractie afwijkingen. Zoals de naam al zegt is nachtblindheid één van de
symptomen, lichtfotobie (last van licht) is een andere. De variatie in de
klinische symptomen (gezichtsscherpte, refractie, nachtblindheid, fotofobie,
kleurenzien, nystagmus, strabismus, ERG amplitude, verhoging van DA curve)
varieert tussen CSNB1 en 2, maar ook tussen patiënten met verschillende en
zelfs gelijke genmutaties. Mede doordat er weinig bekend is over de
uiteenlopende vormen van CSNB, wordt de juiste diagnose vaak niet of laat
gesteld.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de (variaties in) klinische
symptomen van CSNB patiënten en de relatie te onderzoeken tussen verschillende
fenotypen en genotypen. Hierdoor hopen we meer inzicht te krijgen in de ziekte
CSNB wat zal leiden tot een betere diagnostiek, realistischer prognostische
uitspraken en meer wetenschappelijk onderbouwde revalidatie. Indien er CSNB
patiënten zijn bij wie geen mutatie wordt gevonden in de nu bekende genen, zal
het DNA onderzoek worden uitgebreid tot het onderzoeken van nog onbekende genen
die verantwoordelijk zijn voor de aandoening.
Onderzoeksopzet
CSNB patiënten en niet aangedane familieleden zullen een bloedonderzoek
ondergaan. Daarvoor zal 20 ml bloed worden afgenomen in het plaatselijk
ziekenhuislaboratorium. Het DNA onderzoek zal plaatsvinden in het N.I.N. De
klinische symptomen van de patiënten zijn reeds onderzocht tijdens regulier
oogheelkundig onderzoek bij Bartiméus.
Inschatting van belasting en risico
De patiënten en niet aangedane familieleden wordt eenmalig gevraagd een
bloedonderzoek te ondergaan waarbij 20ml bloed wordt afgenomen. Dit kan
gebeuren bij het plaatselijk huisartsenlaboratorium of ziekenhuis. Het risico
en de belasting zijn dus minimaal. Wij includeren ook kinderen en jongeren in
dit onderzoek omdat zij een grote groep vormen binnen de CSNB patiënten. Dit
komt doordat de afgelopen jaren kennis en expertise omtrent CSNB sterk is
toegenomen en de diagnose CSNB nu vaker gesteld wordt, met name bij kinderen en
jongeren.
Publiek
Utrechtseweg 84
3702 BA Zeist
NL
Wetenschappelijk
Utrechtseweg 84
3702 BA Zeist
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten waarbij CSNB is vastgesteld op grond van fysiologisch onderzoek (ERG, DA) maar waar nog geen DNA onderzoek is gedaan, plus onaangedane familieleden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL28209.018.10 |