Het primaire doel van het onderzoek is de bevestiging van klinische werkzaamheid van epratuzumab in de behandeling van patiënten met milde tot ernstige algemene SLE ondanks standaard behandelingen (bijv. corticosteroïden en eventueel…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire werkzaamheidvariabele is het responspercentage in Week 48 volgens
een gecombineerde responsindex. Dit is een responsvariabele (ja/nee) die in
Week 48 geëvalueerd wordt waarin de volgende criteria voor het bereiken van
respondentstatus zijn opgenomen (d.w.z. dat aan alle criteria moet worden
voldaan om de respondentstatus te bereiken):
*Verbetering van de British Isle Lupus Assessment Group gedefinieerd als BILAG
As op baseline verbeterd tot B/C/D, en BILAG Bs op baseline verbeterd tot C/D,
en geen verergering van BILAG in andere BILAG-orgaanstelsels zodat er geen
nieuwe BILAG A's zijn of meer dan 1 nieuwe BILAG B('s); en
*Geen verergering van de SLEDAI totaalscore in vergelijking met het begin van
het onderzoek (gedefinieerd als geen toename van de SLEDAI totaalscore); en
*Geen verergering van de algemene beoordeling door de arts van de
ziekteactiviteit (*geen verergering* is gedefinieerd als minder dan 10%
verergering, equivalent aan 10 mm toename op een 100 mm visuele analoge schaal
[VAS]) ten opzichte van het begin van het onderzoek; en
*Geen wijzigingen in gelijktijdig ingenomen medicijnen volgens de volgende
criteria:
*Geen toename (of toevoeging) van immuno-onderdrukkers of antimalariamiddelen
ten opzicht van de baselineniveaus (Week 0/Bezoek 2), of initiatie van
medicijnen die vermeld zijn in tabel 7.4; of
*Geen toename in de orale corticosteroïdendosis groter dan 25% ten opzicht van
de baselineniveaus (Week 0/Bezoek 2) vanaf Week 0 tot Week 8 voor een
SLE-gerelateerde indicatie; of
*Geen toename in orale corticosteroïdendosis ten opzichte van de
baselineniveaus (Week 0/Bezoek 2) na Week 8 voor een SLE-gerelateerde
indicatie; of
*Geen SLE-gerelateerde intraveneuze, intra-articulaire (ia) of intramusculaire
(im) injecties met corticosteroïden.
Secundaire uitkomstmaten
* Bijwerkingen
* Ernstige bijwerkingen
* Laboratoriummetingen
* Zwangerschapstest
* Vitale parameters
* Body Mass
* 12-Lead ECG
* Gegevens veiligheidsmonitoring
Achtergrond van het onderzoek
Een totaal van 308 volwassene met matig to ernstige SLE zijn blootgesteld aan
epratuzumab in 5 afgesloten studies (open-label studies: 015 en SL0002; en
placebo-gecontrolleerde studies: SL0003/SL0004 en SL0007) en 2 lopende
open-label, long-term, follow-up studies (SL0006 en SL0008). Alle klinische
studies met SLE-patienten waren zodanig opgezet dat de patienten konden
doorgaan met hun standaard SLE medicatie (corticosteroids, en eventueel
immunosuppressiva en antimalarialamiddelen) tijden het gebruik van adjunctieve
epratuzumab of placebo.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van het onderzoek is de bevestiging van klinische
werkzaamheid van epratuzumab in de behandeling van patiënten met milde tot
ernstige algemene SLE ondanks standaard behandelingen (bijv. corticosteroïden
en eventueel antimalariamiddelen en immuno-onderdrukkers), dat wordt uitgevoerd
vanaf baselinewaarde.
Onderzoeksopzet
Dit is een Fase 3, gerandomiseerd, dubbelblind, placebo gecontroleerd,
multicentrisch onderzoek ten behoeve van het bevestigen van de klinische
werkzaamheid en het evalueren van de veiligheid, tolerantie en immunogeneciteit
van epratuzumab bij patiënten met een milde tot ernstige vorm van algemene SLE.
Patiënten die in aanmerking komen moeten minstens 1 BILAG niveau A-actief
lichaams/orgaanstelsel vertonen, of minstens 2 BILAG niveau B-actief
lichaams/orgaanstelsel bij baseline (Bezoek 1) voor de BILAG-gedefinieerde
mucocutaneuze, musculoskeletale, of cardiorespiratoire lichaamssystemen zoals
bepaald door de centrale onafhankelijke werkzaamheidsmeter voor BILAG-gegevens.
Naast deze minimale SLE-aandoeningsvereisten kunnen patiënten actieve
SLE-aandoening van BILAG niveau A en BILAG niveau B in de andere
BILAG-gedefinieerde lichaamsstelsels hebben; patiënten met ernstige (BILAG A)
nier- of ernstige (BILAG A) centraal neuropsychiatriche aandoeningen (met
uitzondering van mononeuropathie single/multiplex en/of polyneuropathie, op
voorwaarde dat er geen sprake is van recent optreden of verergering) op
baseline (Bezoek 1) zoals bepaald volgens de BILAG-Index (versie 2004), worden
echter uitgesloten.
Het onderzoek omvat een screeningperiode die maximaal 14 dagen duurt, een
dubbelblinde behandelingsperiode bestaande uit vier 12-weekse behandelingscycli
(in totaal 48 weken) en een veiligheidsfollow-upbezoek voor patiënten die niet
deelnemen aan het open-label extensie-onderzoek SL0012.
Tijdens de screeningperiode worden de deelnemers beoordeeld volgens de
onderzoekselecticriteria. Deelnemers die tot het onderzoek worden toegelaten op
basis van de inclusie- en exclusiecriteria worden als volgt gerandomiseerd voor
behandeling volgens een 1:1:1 ratio:
* Epratuzumab 600 mg infuus wordt QW verstrekt gedurende in totaal 4 weken (CMD
2400 mg) gedurende vier 12-weekse behandelingscycli (d.w.z. weken 0, 1, 2, 3,
12, 13, 14, 15, 24, 25, 26, 27, 36, 37, 38 en 39)
* Epratuzumab 1200 mg infuus wordt QOW verstrekt voor een totaal van 4 weken
(CMD 2400 mg) voor vier 12-weekse behandelingscycli (d.w.z. Week 0, 2, 12, 14,
24, 26, 36 en 38); en PBO infuus wordt verstrekt QOW voor een totaal van 4
weken voor vier 12-weekse behandelingscycli (d.w.z. Week 1, 3, 13, 15, 25, 27,
37 en 39)
* Het PBO-infuus wordt QW verstrekt gedurende in totaal 4 weken gedurende vier
12-weekse behandelingscycli (d.w.z. weken 0, 1, 2, 3, 12, 13, 14, 15, 24, 25,
26, 27, 36, 37, 38 en 39)
Na de infusen van de eerste behandelingscyclus in de Weken 0, 1, 2 en 3 nemen
patiënten deel aan de beoordelingsbezoeken van de onderzoeksbehandelingsperiode
in Week 4, 8 en 12. Patiënten krijgen de infusen van de tweede
behandelingscyclus toegediend in Week 12, 13, 14 e 15 en nemen wederom deel aan
beoordelingsbezoeken in Week 16, 20 en 24. Patiënten krijgen de infusen van de
derde behandelingscyclus toegediend in Week 24, 25, 26 en 27 en nemen deel aan
beoordelingsbezoeken in Week 28, 32 en 36 De vierde behandelingscyclus bestaat
uit infusen in Week 36, 37, 38 en 39 met beoordelingsbezoeken in Week 40, 44 en
48.
Vroegtijdige terugtrekking en deelname aan SL0012.
Alle patiënten die de behandeling vroegtijdig stopzetten, moeten deelnemen aan
een Vroegtijdige Terugtrekkingbezoek (Week 48). Patiënten die de behandeling
voortijdig stopzetten in Week 16 (Bezoek 12) of later vanwege een gebrek aan
werkzaamheid, hebben de mogelijkheid door de gaan in het open-label
extensie-onderzoek SL0012. Daarnaast hebben alle patiënten die met SL0010
doorgaan tot en met Week 48 de mogelijkheid door te gaan met het open-label
extensie-onderzoek SL0012.
Patiënten die ervoor kiezen niet deel te nemen aan SL0012 na het afronden of
voortijdig stopzetten van SL0010 worden gedurende 13 weken na de laatste
toediening van het onderzoeksmedicijn, of maximaal 4 weken na Week 48
opgevolgd, met een laatste veiligheidsfollow-upbezoek dat binnen SL0010 niet
later dan Week 52 (±1 week) plaats zal vinden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Er zijn vier behandelingscycli van 12 weken. Dit betekent dat u in de loop van het onderzoek maximaal 16 keer met het onderzoeksgeneesmiddel wordt behandeld. Uw deelname aan het onderzoek duurt ongeveer een jaar.
Inschatting van belasting en risico
SL0010 iseen Phase 3, multicenter, double blind, placebo controlled, parallel
group, randomized studie.
Epratuzumab wordt vergeleken met placebo omdat er geen goedgekeurde actieve
vergelijkbaar middel is.
Voor elke deelneemde patient zal de studie maximaal 54 weken duren en staat uit:
een Screening Periode (duurt maximaal 14 dagen),een dubbel blinde
Behandelperiode bestaande uit 4 12 weekse behandelcycli (48 weken totaal), en
een Safety Follow-Up Bezoek (voor patienten die niet deelnemen aan de open
label vervolgstudie, SL0012), 13 weken na de laatste doses van de
studiemedicatie, of een maximum van 4 wekenna Week 48 (ie, niet later dan Week
52).
Deze opzet is geschikt om gegevens te verschaffen over werkzaamheid en
veilgheid voor de versnelde documentatie van de Bilogoc License Application
(BLA) voor dit ' fast track' medicijn, gezien de onvoorzien behoeftebij SLE
patienten en de risicos van de huidig beschikbare medicijnen. Gebaseerd op
overheidsadvies en beschikbare concept richtlijnen, wordt een studieopzet van
1 jaar beschouwd als voldoende voor de bepaling van het aanhouden van de
voordelen van de therapie, gegeven de chronische aard van SLE.
Publiek
1950 Lake Park Drive
Smyrna GA 30080
US
Wetenschappelijk
1950 Lake Park Drive
Smyrna GA 30080
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patient moet op het moment van het screeningbezoek (Bezoek 1) 18 jaar of ouder zijn.
2. De door het Institutional Review Board (IRB)/Independent Ethics Committee (IEC) goedgekeurde, schriftelijke geïnformeerde toestemmingsformulieren/toestemmingsformulieren (zoals van toepassing) moeten door de patiënt gedateerd en ondertekend zijn voor het begin van enige onderzoekspecifieke beoordeling op het moment van screening (Bezoek 1).
3. De patiënt moet over voldoende lees- en schrijfvaardigheden beschikken om de door de patiënt in te vullen beoordelingen te begrijpen en de vragen te beantwoorden.
4. De patiënt wordt, naar het oordeel van de onderzoeker, geacht betrouwbaar, bereid en in staat te zijn zich aan het protocol en het bezoekschema te houden.
5. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten ermee instemmen een betrouwbaar anti-conceptiemiddel te gebruiken gedurende het onderzoek een periode van 3 maanden na inname van de laatste dosis onderzoeksmedicijn. Betrouwbare anticonceptiemiddelen zijn onder andere orale anticonceptie (die minstens 1 maand voorafgaan aan screening [Bezoek 1] stabiel moet zijn en gedurende het onderzoek stabiel moet blijven), dubbelebarrièremethodes, en enkelebarrièremethodes zoals een pessarium met gebruik van een zaaddodend middel of een condoom met gebruik van een zaaddodend middel. Onthouding of het gebruik van condooms/pessarium zonder zaaddodende middelen worden niet als betrouwbaar beschouwd. Vrouwen die niet instemmen met anticonceptiemiddelen moeten chirurgisch gesteriliseerd zijn (hysterectomie/salpingo-oöphorectomie of afsluiting van de eileiders) of al minstens 2 jaar voor de screening (Bezoek 1) in de postmenopauze verkeren. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten een serumzwangerschapstest ondergaan op het moment van screening (Bezoek 1) die als negatief bevestigd moet worden door middel van een urinetest voordat de eerste dosis onderzoeksmedicijn in Week 0 (Bezoek 2) wordt toegediend.
6. De patiënt heeft positieve resultaten voor antinucleaire antilichamen (ANAs) (titer *1:80) of anti-dsDNA op het moment van screening (Bezoek 1) bij testen in het centrale laboratorium die hun testmethodologieën toepassen.
7. Bij de patiënt is SLE vastgesteld door een art zoals gedefinieerd door de meest recente, herziene ACR-criteria, waarbij is vastgesteld dat aan minstens 4 (exclusief neurologische aandoeningen) van de 11 criteria is voldaan. Indien er een positief resultaat is voor criteria voor neurologische aandoeningen, moet aan in totaal 5 van 11 ACR-criteria zijn voldaan.
8. De patiënt vertoont actieve milde tot ernstige SLE-ziekteactiviteit zoals aangetoond door BILAG niveau A-ziekteactiviteit in minstens 1 lichaams/orgaansysteem (met uitzondering van nier- en neurologisch systeem), of BILAG niveau B-ziekteactiviteit in minstens 2 lichaams/orgaansystemen indien er geen sprake is van BILAG niveau A-ziekteactiviteit. Minstens 1 van de BILAG A-scores OF minstens 2 van de BILAG B-scores moeten betrekking hebben op de volgende BILAG-lichaams/orgaanstelsels: mucocutaneus, musculoskeletaal of cardiorespiratoir.
9. De patiënt lijdt aan milde of ernstige SLE-ziekteactiviteit zoals aangetoond door middel van een SLEDAI-totaalscore van minstens 6 op het moment van screening (Bezoek 1).
10. Patiënten die antimalariamiddelen nemen, moeten deze al minstens 12 weken voor het moment van screening/baseline (Bezoek 1) en minstens 28 dagen (±1 dag) voor Week 0 (Bezoek 2) en het eerste infuus met onderzoeksmedicijn, aan een stabiele dosis innemen.
11. Patiënten die immuno-onderdrukkers nemen, zijn betreffende de dosis minstens 28 dagen (±1 dag) voor Bezoek 2 en de eerste toediening van onderzoeksmedicijn, stabiel.
12. Patiënten die corticosteroïden in een dosis van 5 tot 60 mg/dag van aan prednison equivalente middelen nemen, zijn betreffende de dosis minstens 5 dagen (±1 dag) voor Week 0 (Bezoek 2) en de eerste toediening van onderzoeksmedicijn, stabiel, waarbij de dosis corticosteroïden afhankelijk is van de ziekteactiviteit. Hiermee wordt het gebruik van high-pulsedoses van iv Solu-Medrol® uitgesloten.
13. Patiënten die memantine, bromocriptine (Parlodel®), danazol, dapsone, dehydroepiandrosterone, of retinoïden innemen, moeten betreffende de doses 28 dagen (±1 dag) voor Week 0 (Bezoek 2) en het eerste infuus met onderzoeksmedicijn, stabiel zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De patiënt heeft actieve, ernstige neuropsychiatrische SLE, gedefinieerd als elk neuropsychiatrisch element met een BILAG-score niveau A-aandoening, inclusief, maar niet beperkt tot: voor het eerst optreden of verergering van verstoord bewustzijnsniveau, psychose, delirium of verwarde toestand, grand mal aanvallen (inclusief status epilepticus), beroerte of beroerte syndromen, aseptische meningitis, zich naar boven uitbreidende myelitits of myelitis transversa, schedelneuropathie, chorea, cerebrale ataxie, syndromen ten gevolge van beschadigingen aan het myeline of enige andere ernstige neurologische aandoening die, naar het oordeel van de onderzoeker, de patiënt beletten aan de volgens het protocol vereiste procedures en beoordelingen te voldoen. Mononeuropathie single/multiplex en/of polyneuropathie zijn GEEN redenen voor exclusie, zelfs indien dit een CNS BILAG A-score oplevert, op voorwaarde dat het hier niet gaat om recent opgetreden of verergerende aandoeningen op het moment van screening (Bezoek 1).
2. De patiënt lijdt aan actieve, ernstige SLE-ziekteverschijnselen die het nierstelsel betreffen (gedefinieerd door BILAG nierfunctieniveau A activiteit), serum creatinine > 2,5 mg/dL, of een klinisch significante toename van serumcreatinine in de 4 weken voorafgaand aan screening (Bezoek 1), of proteïnurie > 3,5 g/dag.
3. Vrouwen die borstvoeding geven, zwanger zijn of van plan zijn zwanger te worden gedurende het onderzoek of binnen 3 maanden na inname van de laatste dosis onderzoeksmedicijn.
4. Bewijs van een immuno-onderdrukkende toestand, waaronder HIV-infectie, agammaglobulinemias, T-celdeficiëntie of HTLV-1.
5. Patiënten met een geschiedenis van chronische infecties waaronder, maar niet uitsluitend patiënten die op dit moment lijden aan een acute of chronische virale hepatitis B of C. Tevens zijn patiënten uitgesloten die een geschiedenis hebben van een recente ernstige of levensbedreigende infectie, of op dit moment tekenen of symptomen vertonen die, naar het oordeel van de onderzoeker, zouden kunnen wijzen op een ernstige infectie op het moment van screening (Bezoek 1). Patiënten moeten voor het toedienen van de eerste dosis onderzoeksmedicijn alle eerdere anti-infectiebehandelingen hebben afgerond, met uitzondering van anti-infectiemiddelen die genomen worden voor de specifieke behandeling van acné, rosacea, kalknagels of vaginale candidiasis; voor prophilactische behandeling van urineweginfecties; of de prophylactische behandeling om pre-chirurgicale of pre-procedurale redenen (inclusief tandheelkundige ingrepen). Opmerking: voor dit doel mag geen minocycline worden gebruikt.
6. Patiënten die naar het oordeel van de onderzoeker een buitengewoon hoog risico van ernstige infecties lopen vanwege hun levensstijl en/of werkzaamheden.
7. Patiënten die lijden aan drugs/medicijnmisbruik of -verslaving of een andere medische aandoening die de onderzoeksinterpretatie kan verstoren of de capaciteit van de patiënt om volledig aan het onderzoek deel te nemen, kan verhinderen.
8. Patiënten die enig levend vaccin (inclusief afgezwakt) ontvangen binnen 8 weken voor de screening (Bezoek 1) (bijv. geïnactiveerde griep- en pneumokokkenvaccins zijn toegestaan, maar een neusvaccin tegen griep is verboden).
9. Spontane of opgewekte abortus, doodgeboorte, geboorte levend kind binnen 4 weken voor de screening (Bezoek 1).
10. Gebruik van orale anticoagulanten (exclusief NSAID's) binnen 12 weken voorafgaand aan het screeningbezoek (Bezoek 1).
11. Patiënt heeft een voorgeschiedenis van trombo-embolische incidenten (bijv. myocardiaal infarct, cerebrovasculair accident, diep-veneuze trombose, pulmonaire embolie) binnen 1 jaar voor screening (Bezoek 1) of patiënten met bekende antifosfolipidensyndroom (Miyakis et al, 2006).
12. Patiënten met significante hematologische hemoglobine-anomalieën < 8,0 g/dL, of WBC < 2000/mm3, of een neutrofielengehalte < 1500/mm3, of bloedplaatjes < 30.000/mm3 op het moment van de screening (Bezoek 1).
13. Voorgeschiedenis van kwaadaardige kanker, met uitzondering van de volgende behandelde kankers: baarmoederhalskanker, basaalcelcarcinoom of plaveiselcelcarcinoom.
14. Patiënt heeft ongeacht de toedieningswijze, voor Week 0 (Bezoek 2) en het eerste infuus met het onderzoeksmedicijn, verboden medicijnen genomen binnen de termijn (uitwasperiode) die in de tabel is vermeld. Patiënt heeft een voorgeschiedenis van menselijke of chimerieke antilichamen in onderzoek binnen 3 maanden voor screening (Bezoek 1); behandeling met belimumab of CTLA4-Ig binnen 6 maanden voor screening; of behandeling met rituximab of andere anti-B-celantilichamen binnen 12 maanden voorafgaand aan screening. Patiënt heeft onderzoekssubstanties gebruikt die hierboven niet zijn vermeld of niet zijn opgenomen in tabel 7:4, inclusief andere biologische onderzoekspreparaten of onderzoeksuitrustingen, binnen 3 maanden voorafgaand aan de screening. Gelijktijdige deelname aan onderzoeken waarbij geen product of apparatuur wordt toegediend/gebruikt, kan worden toegestaan indien in overleg en met goedkeuring van de medische monitor/UCB. Indien er vragen zijn over aanvaardbare uitwasperiodes die niet zijn vermeld, moet de onderzoeker contact opnemen met de monitor.
15. De patiënt heeft eerder deelgenomen aan een onderzoek of heeft eerder een epratuzumab behandeling ondergaan binnen of buiten een ander klinisch onderzoek.
16. Patiënten met andere aandoeningen die de patiënt, naar het oordeel van de onderzoeker, ongeschikt maken voor inclusie in het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 1 |
EudraCT | EUCTR2010-018565-26-NL |
CCMO | NL35660.018.11 |