Inventariseren wat de oorzaak zou kunnen zijn van het ontstaan van diarree tijdens het gebruik van de angiogeneseremmers sunitinib en sorafenib bij patiënten met een maligniteit.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Malabsorptieaandoeningen
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Aandoening
GIST, hepatocellulair carcinoom of medullair schildkliercarcinoom
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Beschrijvend: uit de uitslagen van labonderzoek, scopieen en ademtesten moet
blijken wat de oorzaak is van de diarree, bijvoorbeeld secretoir,
absorptiestoornis danwel inflammatoir.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
De recente ontwikkeling van angiogenese remmers vormt een belangrijke doorbraak
in de behandeling van kanker. Sunitinib (Sutent ®) en sorafenib (Nexavar ®)
zijn twee geregistreerde angiogeneseremmers. Sunitinib is een multipele
tyrosine kinase remmer die is geregistreerd voor de behandeling van het
gemetastaseerde niercel carcinoom en voor imatinib resistent gastrointestinal
stromal tumours (GIST).
Sorafenib is een multipele tyrosinekinase remmer en geregistreerd voor het
gemetastaseerde niercelcarcinoom en voor de behandeling van het irresectabel of
gemetastaseerd hepatocellulair carcinoom.Heel recent is sorafenib ook
geïndiceerd voor het therapieresistente niet medullair schildkliercarcinoom.
Nu zowel sunitinib als sorafenib veelvuldig gebruikt worden, zijn ook de
neveneffecten steeds beter zichtbaar. Een van de meest voorkomende bijwerkingen
is diarree. Diarreeklachten leiden tot een vermindering van kwaliteit van
leven. Dat is heel duidelijk zo bij ernstige diarree graad 3 of 4. Maar ook
langer durende milde diarree klachten (graad 1 of 2) kunnen leiden tot een
lagere levenskwaliteit. Patiënten raken soms sociaal geïnvalideerd door de
frequentie van de toiletgang of doordat zij last hebben van buikkrampen of
winderigheid. Vaak kunnen zij bepaalde voedingsmiddelen niet meer verdragen.
Naast de invloed op de kwaliteit van leven, kunnen diarreeklachten zodanig zijn
dat dosisreductie noodzakelijk is of dat de therapie gestaakt moet worden. Dit
heeft een ongunstig effect op de effectiviteit van de antitumor behandeling en
de duur van de progressie vrije overleving en mogelijk zelfs op de overleving.
Bovendien kunnen veranderingen in het maagdarmkanaal leiden tot veranderingen
in de pharmacokinetiek en - dynamiek van deze middelen, waardoor ook de
effectiviteit van deze middelen beïnvloed kan worden. De behandeling en
preventie van de diarree is daarom van het grootste belang.
Het exacte pathofysiologisch mechanisme achter de diarree is tot nu toe
onbekend en dit belemmert de ontwikkeling van betere therapieën en preventieve
maatregelen. Het doel van deze studie is dan ook meer kennis op te doen over
het pathofysiologisch mechanisme van diarree bij patiënten die behandeld worden
met de angiogeneseremmers sunitinib en sorafenib.
Doel van het onderzoek
Inventariseren wat de oorzaak zou kunnen zijn van het ontstaan van diarree
tijdens het gebruik van de angiogeneseremmers sunitinib en sorafenib bij
patiënten met een maligniteit.
Onderzoeksopzet
Het betreft een inventariserende, cross-sectionele studie
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor patient is in tijd ongeveer 5 uur in het ziekenhuis.
Bloedonderzoek, urineonderzoek en faecesonderzoek kan gedeeltelijk gecombineerd
worden met de poliafspraak of met de ademtesten en scopieen.
Afhankelijk van de uitkomsten van de onderzoeken, komen patienten 3 tot 5 keer
naar het ziekenhuis gedurende het onderzoek.
De risico's van de te veriichten onderzoeken zijn laag en te vergelijken met
een populatie die deze onderzoeken ondergaat buiten studieverband.
Publiek
p/a UMC St Radboud Postbus 9101 hp 485
6500 HB Nijmegen
NL
Wetenschappelijk
p/a UMC St Radboud Postbus 9101 hp 485
6500 HB Nijmegen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten met niercelcarcinoom, GIST, hepatocellulair carcinoom of medullair schildkliercarcinoom die behandeld worden met sunitinib of sorafenib
Diarree CTC grade >= 1, ontstaan tijdens het gebruik van de angiogeneseremmer
Leeftijd >= 18 jaar
Getekend informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Bekende voorgeschiedenis van relevante darmaandoeningen danwel absorptiestoornissen, zoals inflammatoire darmziekten, coeliakie of lactose-intolerantie
Gebruik van laxantia
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35610.091.11 |