Het evalueren van de veiligheid en werkzaamheid van toediening van BMN 110 op langere termijn in een dosis van 2,0 mg/kg/week en 2,0 mg/kg/om de andere week aan patiënten met MPS IVA.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Cytoplasmatische aandoeningen, congenitaal
- Aangeboren metabolismestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire doelstelling van het onderzoek is het evalueren van de veiligheid
en werkzaamheid van toediening van BMN 110 op langere termijn in een dosis van
2,0 mg/kg/week en 2,0 mg/kg/om de andere week aan patiënten met MPS IVA. De
werkzaamheid wordt gemeten dmv tests van het uithoudingsvermogen (6 minuten
wandeltest (6MW) en 3 minuten traplooptest (3MSC)), gehalte aan KS in urine
(genormaliseerd tot kreatinine), ademhalingsfunctietest, antropometrische
metingen, skeletradiografie van de lumbale wervelkolom en de onderste
ledematen, MPS Health Assessment Questionnaire en audiometrische onderzoeken.
De veiligheid wordt geevalueerd aan de hand van het noteren van de
bijwerkingen, het afnemen van standaard klinische laboratoriumtesten
(serumchemie, hematologie, en urineanalyse), bepalen van de vitale functies,
echocardiogrammen, elektrocardiogrammen (ECG), routine lichamelijke
onderzoeken, inclusief standaard neurologisch onderzoek, noteren van de
co-medicatie, immunogeniciteitstesten en radiografie van de cervicale
wervelkolom (flexie*extensie).
Secundaire uitkomstmaten
De verkennende doelstelling van het onderzoek is het evalueren van het effect
van toediening van BMN 110 op lange termijn in een dosis van 2,0 mg/kg/week en
2,0 mg/kg/om de andere week op veranderingen in de biochemische markers van
onsteking en bot- en kraakbeenmetabolisme, bij patiënten met MPS IVA. Dit wordt
gemeten aan de hand van ontstekingsbiomarkers in het bloed en biochemische
markers van bot- en kraakbeenmetabolisme.
Achtergrond van het onderzoek
Mucopolysaccharidose IVA (Morquio A syndroom, MPS IVA) is een erfelijke
autosomale recessieve stoornis gekenmerkt door een tekort aan
N-acetylgalactosamine-6-sulfatase (GALNS), die leidt tot een pathologische
opstapeling van het glycosaminoglycaan (GAG) kerataansulfaat (KS) in
weefselmacrofagen, hyalien kraakbeen en andere bindweefsels, de hartklep, en
het hoornvlies, en ook uitscheiding in de urine. Overmatige opstapeling van KS
manifesteert zich klinisch op meerdere manieren, waaronder: verminderd
functioneel vermogen en fysiek uithoudingsvermogen, en daardoor een verminderde
kwaliteit van leven. Momenteel bestaat er, buiten ondersteunende zorg, geen
goedgekeurde standaardbehandeling voor MPS IVA. Enzymvervangende behandeling
(ERT, enzyme replacement therapy) met BMN 110, of recombinant humaan GALNS
(rhGALNS), kan een nieuwe behandelingsmogelijkheid worden voor patiënten met
MPS IVA. Naar verwachting zal BMN 110 de progressieve, pathologische
opstapeling van KS doen afnemen, en de tekenen en symptomen van de ziekte
verbeteren. Dit fase 3 onderzoek zal de werkzaamheid en veiligheid evalueren
van 2,0 milligram mg)/kilogram(kg)/week en 2,0 mg/kg/om de andere week BMN
110 bij patiënten met mucopolysaccharidose IVA (Morquio A syndroom). De dosis
en de toedieningsschema's werden geselecteerd op basis van gegevens uit het
fase 1/2 klinisch onderzoek (MOR-002) met BMN 110, niet-klinische en in-vitro
onderzoeken met BMN 110, en klinische en niet-klinische gegevens van andere
enzymvervangende therapieën. Gegevens uit het fase 1/2 onderzoek onderbouwen
een dosis van 2,0 mg/kg/week.
Doel van het onderzoek
Het evalueren van de veiligheid en werkzaamheid van toediening van BMN 110 op
langere termijn in een dosis van 2,0 mg/kg/week en 2,0 mg/kg/om de andere week
aan patiënten met MPS IVA.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicentrum, multinationale verlengingsstudie ter evaluatie van 2
dosisschema's van de behandeling met BMN 110 bij patiënten met MPS IVA die
onderzoek MOR-004 hebben voltooid. De beoordelingen van de laatste visite voor
MOR-004 zullen dienen als baseline voor dit onderzoek. De eerste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel van dit protocol zal toegediend worden in week 0 van
MOR-005, wat samenvalt met de laatste visite (week 24) van MOR-004. Eerst zal
het onderzoek dubbelblind zijn, waarbij patiënten die eerder in onderzoek
MOR-004 gerandomiseerd waren naar BMN 110, hun toegewezen dosisschema met BMN
110 (toediening elke week of om de andere week) zullen blijven volgen. De
placebopatiënten uit MOR-004 zullen opnieuw worden gerandomiseerd (verhouding
1:1) naar een van de twee dosisschema's van BMN 110: 2,0 mg/kg/week of 2,0
mg/kg/om de andere week. Nadat het optimale dosisschema bepaald is aan de hand
van de primaire analyse van werkzaamheid en veiligheid voor onderzoek MOR-004,
zullen alle patiënten voor het resterende gedeelte van dit onderzoek, het
optimale dosisschema van BMN 110 krijgen
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdens de dubbelblinde fase van het onderzoek, zullen de patiënten intraveneuze (IV) infusen met het onderzoekgeneesmiddel krijgen, in een dosis van 2,0 mg/kg/week of 2,0 mg/kg/om de andere week. Patiënten die gerandomiseerd worden naar de groep met 2,0 mg/kg/om de andere week zullen om de andere week infusen met placebo krijgen. Elk infusie zal over een periode van ongeveer 4 uur eenmaal per week worden toegediend. De placebo-oplossing zal IV worden toegediend, in een volume equivalent aan het volume voor een dosis van 2,0 mg/kg BMN 110. BMN110 en placebo worden beide opgelost in 0,9% natriumchloride. Nadat het optimale dosisschema bepaald is aan de hand van de primaire analyse van werkzaamheid en veiligheid voor onderzoek MOR-004, zullen alle patiënten voor het resterende gedeelte van dit onderzoek, het optimale dosisschema van BMN 110 krijgen (tot week 240).
Inschatting van belasting en risico
Niet alle mogelijke risico's van behandeling met BMN 110 zijn bekend. BMN110 is
gestest in dieren en in vorige klinische onderzoeken met mensen. De meest
voorkomende bijwerkingen in de klinische studie tot nu toe waren mild of matig
en omvatten hoesten, koorts, braken, hoofdpijn en pijn in armen of benen.
Zoals bij elk medicijn, is het mogelijk dat patiënten een allergische reactie
ervaren door een van de medicijnen of een combinatie van de geneesmiddelen die
gebruikt worden in deze studie. Het gaat vooral om de patiënten die eerder
placebo kregen (tijdens de MOR-004 studie) en voor het eerst zullen worden
blootgesteld aan de studie medicatie tijdens deze studie.
Risico*s in verband met het afnemen van bloed zijn onder andere: ongemak
tijdens bloedafname of gedurende korte tijd daarna,blauwe plekken of bloedingen
op de prikplaats en, in zeldzame gevallen, infectie op de prikplaats. Andere
mogelijke bijwerkingen van bloedafname zijn een licht gevoel in het hoofd en/of
flauwvallen.
De gevolgen van de studiemedicatie en enkele studieprocedures op een foetus of
baby zijn onbekend. Vrouwen die seksueel actief zijn en/of in staat zijn om
zwanger te worden moeten ofwel (a) geen seks hebben of (b) anticonceptie
gebruiken gedurende 30 dagen na het innemen van de medicatie.
Net als elke andere experimentele medicatie, kan deze onderzoeksmedicatie
onbekende en ernstige risico's hebben die zelfs kunnen leiden tot de dood.
Studieprocedures kunnen ook risico's of bijwerkingen veroorzaken die nog niet
bekend zijn.
Publiek
105 Digital Drive
Novato, CA 94949
US
Wetenschappelijk
105 Digital Drive
Novato, CA 94949
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Moet MOR-004 studie hebben afgemaakt.
- In staat zijn en bereid om een geschreven en ondertekende geïnformeerde toestemming te geven, of, indien de patiënt jonger is dan 18 (of ander leeftijd, afhankelijk van de streek), een schriftelijke aanvaarding geven (indien verplicht) en een schriftelijke geïnformeerde toestemming door een wettelijke gemachtigde vertegenwoordiger nadat de aard van de studie werd uitgelegd, en voordat er enige onderzoeksgerelateerde handelingen worden gestart.
- Seksueel actieve patiënten moeten bereid zijn om een aanvaarde methode van anticonceptie te gebruiken tijdens deelname aan de studie.
- Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten een negatief resultaat hebben op een zwangerschapstest bij Baseline, en moeten bereid zijn om om tijdens de studie bijkomende zwangerschapstests te ondergaan.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Zwanger zijn of borstvoeding geven ten tijde van Baseline, of plannen hebben om zwanger te worden (zelf of de partner) op enig tijdstip tijdens de studie.
- Gebruik van een onderzoeksproduct of onderzoekshulpmiddel (behalve BMN 110 in MOR-004) binnen 30 dagen vóór Baseline of behoefte aan een onderzoeksbestanddeel voordat alle geplande studiebeoordelingen worden voltooid.
- Deelname in een eerdere BMN 110 studie, andere dan MOR-004.
- Gelijktijdige ziekte of aandoening, waaronder symptomatische nekwervelinstabiliteit, klinisch significante rugwervelcompressie of ernstige hartziekte die invloud zou kunnen hebben op deelname of veiligheid zoals door de onderzoeker bepaald.
- Enige aandoening die volgens de onderzoeker de patiënt blootstelt aan een hoog risico of vatbaar maakt voor slechte therapietrouw of het niet voltooien van de studie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-020199-45-NL |
CCMO | NL37011.018.11 |