Fast MRI ter diagnostiek bij heupklachten bij kinderen

Heupklachten worden relatief infrequent geuit door kinderen. In de meeste
gevallen gaan de klachten spontaan weer over en zal er geen pathologisch
substraat vastgesteld worden. In een minderheid der gevallen berusten de
klachten echter op serieuze pathologie (ziekte van Perthes, osteomyelitis,
epifysiolyse, septische artritis, etc) welke directe medische interventie
vereisen.
Ter preventie van secundaire complicaties van pathologische processen van de
heup is een tijdige diagnose wenselijk.
In sommige gevallen zal de diagnose niet middels de gebruikelijke echo of
röntgenfoto gesteld kunnen worden, en dient aanvullend een CT of MRI verricht
te worden. CT onderzoek is sensitief voor botpathologische processen, maar
beperkt ten aanzien van diagnostiek van intra-articulaire processen. Tevens is
het CT onderzoek minder wenselijk vanwege de stralingsbelasting. MRI
daarentegen is een veilig onderzoek en gezien de hoge sensitiviteit van MRI
voor inflammatie, zal een negatieve MRI pathologie van de heup vrijwel met
zekerheid uitsluiten.
Vanwege de lange wachtlijst voor MRI en eventuele verwachte angst bij kinderen,
wordt de MRI frequent achterwege gelaten.
Indien echter gekozen wordt voor een drietal korte sequenties, is de duur van
de MRI beperkt (15 minuten) en kan deze in een spoedsetting gepland worden. De
geanticipeerde discomfort bij kinderen is minimaal gebleken uit eerder
onderzoek (Westra et al, Eur J Pediatr 2010)

Doel van het onderzoek is vast te stellen of een kort MRI onderzoek (coronale
T1, sagitale T2 PD , coronale T2 SPIR) van toegevoegde waarde is ter
diagnostiek van heuppathologie bij kinderen in de leeftijd van 4 tot 16 jaar.

voor uitgebreide beschrijving: zie onderzoeksprotocol.

Kinderen in de leeftijd van 4 tot 16 jaar die zich op de afdeling radiologie
melden voor diagnostische beeldvorming in verband met verdenking heuppathologie
worden gevraagd een kort MRI onderzoek (coronale T1, sagitale T2 PD , coronale
T2 SPIR) te ondergaan. Het MRI onderzoek dient binnen 72 uur van het
vervaardigen van foto's en echografie plaats te vinden.
De conventionele foto's en MRI onderzoeken worden door twee onafhankelijke
radiologen beoordeeld. Echografie wordt verricht door de op dat moment
aanwezige radioloog.
De diagnostische waarde van de conventionele röntgenfoto's en de echografie
wordt vergeleken met de diagnostische waarde van het MRI onderzoek middels
statische testen.

Belasting:
De meeste kinderen zullen het korte MRI onderzoek niet als traumatisch ervaren
(Westra et al, Eur J Pediatr 2010). Geringe discomfort zal geaccepteerd worden,
bij verzet of onrust van patiënt zal ten alle tijde het onderzoek worden
afgebroken.

Risico:
Er zijn geen risico's verbonden aan het MRI onderzoek. Het is tot op heden niet
vastgesteld dat magnetische resonantie beeldvorming schade kan toerichten.