Primair: bepalen van het percentage griepachtige verschijnselen dat toe te schrijven is aan griepvirus in ouderen >= 60 jaar oud.Secundair: bepalen van de relatieve bijdrage van subtypes van het griepvirus.Secundair: bepalen van de humorale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair: aanwezigheid van influenza A en B virus in neusuitstrijkje tijdens
periode van griepachtige verschijnselen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundair: subtypering van influenza virus in geval van griepinfectie.
Secundair: antistoftiters tegen influenza virus.
Secundair: aanwezigheid van virale (anders dan influenza A of B) en bacteriële
micro-organismen in neus- en keeluitstrijkjes bij melden van griepachtige
verschijnselen tijdens de ziekteperiode en 8 weken later. De volgende
micro-organismen zullen ten minste gescreend worden d.m.v. PCR of
conventionele bacteriekweek: humaan parainfluenza virus, RSV A en B,
adenovirus, coronavirus, hMPV, humaan rhinovirus, bocavirus en polyomavirussen,
Mycoplasma pneumoniae, S. pneumoniae, H. influenzae, M. catarrhalis, S. aureus,
N. meningitidis en B. pertussis. Andere ziekteverwekkers kunnen toegevoegd
worden als de diagnose geen uitsluitsel geeft of als andere ziekteverwekkers
prevalent worden tijdens dit seizoen. Additionele pneumococcen serotypering
wordt mogelijk uitgevoerd d.m.v. multiserotype PCR.
Secundair: aanwezigheid van S. pneumoniae in speeksel.
Secundair: antistoftiters tegen virale en bacteriële ziekteverwekkers zoals
geïdentificeerd in kweek of PCR in de uitstrijkjes.
Secundair: een SF-36 (short-form health survey) vragenlijst aan het begin van
de studie.
Achtergrond van het onderzoek
In de bevolking leeft de vraag of de jaarlijkse seizoensgriepvaccinatie wel
effectief is, vanwege de gedachte dat griepachtige verschijnselen altijd worden
veroorzaakt door het griepvirus. Andere ziekteverwekkers, zowel virussen als
bacteriën, kunnen echter ook griepachtige verschijnselen veroorzaken. Een beter
inzicht in het percentage van griepachtige verschijnselen dat daadwerkelijk
wordt veroorzaakt door het griepvirus, en in de bijdrage van andere
respiratoire virussen of bacteriën kan een positief effect hebben op de
acceptatie van seizoensgriepvaccins. Bovendien wordt additionele informatie
verzameld over het vóórkomen van virale en bacteriële co-infecties.
Doel van het onderzoek
Primair: bepalen van het percentage griepachtige verschijnselen dat toe te
schrijven is aan griepvirus in ouderen >= 60 jaar oud.
Secundair: bepalen van de relatieve bijdrage van subtypes van het griepvirus.
Secundair: bepalen van de humorale immuunrespons tegen het griepvirus.
Secundair: bepalen welke micro-organismes (viraal en bacterieel) in de neus en
keel van ouderen met griepachtige verschijnselen potentiële alternatieve
veroorzakers van griepachtige verschijnselen zijn.
Secundair: bepalen van de immuunrespons tegen de potentiële ziekteverwekkers
zoals geïdentificeerd in kweek of PCR.
Secundair: inzicht krijgen in de invloed van aanwezige virussen op
co-kolonisatie van bekende respiratoire bacteriële pathogenen zoals
S. pneumoniae, H. influenza, M. catarrhalis, S. aureus in ouderen middels
vergelijking van kolonisatie tijdens griepachtige verschijnselen en na herstel.
Secundair: vergelijken van detectie van pneumococcen in keeluitstrijkjes met
detectie in speeksel .
Exploratief: evalueren of verschillen gevonden kunnen worden in detectie van
griepvirus tussen deelnemers die wel seizoensgriepvaccinatie 2011-2012 hebben
ontvangen en deelnemers die de seizoensgriepvaccinatie 2011-2012 niet hebben
ontvangen.
Exploratief: bepalen of er een verschil is in algemene fysieke en mentale
gezondheidstoestand m.b.v. SF-36 vragenlijst tussen proefpersonen met
griepachtige verschijnselen en de hele studie populatie.
Onderzoeksopzet
Observationele cross-sectionele studie zonder geneesmiddel maar met invasieve
metingen.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de deelnemers is het melden van griepachtige verschijnselen,
en afname van een keeluitstrijk en een neusuitstrijk, en 1 buisje bloed (10 ml)
in geval van griepachtige verschijnselen. Dit wordt 8 weken later herhaald. De
potentiële risico's zijn minimaal. Er is geen persoonlijk voordeel voor de
individuele deelnemer in deze studie. De resultaten kunnen mogelijk in de
toekomst ten goede komen aan de oudere bevolkingsgroep als geheel. De
studiepopulatie is de doelgroep van de jaarlijkse seizoensgriep
vaccinatiecampagne.
Publiek
postbus 1
3720 BA
NL
Wetenschappelijk
postbus 1
3720 BA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• leeftijd >= 60 jaar
• bereid te melden als zich griepachtige verschijnselen voordoen
• getekend Informed Consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL37392.094.11 |