Neuronale correlaten van de waardering van voedsel-gerelateerde stimuli: intrinsieke smaak eigenschappen versus individuele voorkeuren

Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat verschillende hersengebieden de
valentie van voedsel-gerelateerde stimuli (geuren, smaken) coderen. Echter,
deze onderzoeken hebben gebruik gemaakt van universeel lekkere en universeel
vieze stimuli, waardoor deze onderzoeken beperkte informatie geven of deze
codering tot stand is gekomen door intrinsieke product eigenschappen of door
individuele voorkeuren en ervaringen. In het huidige onderzoeksvoorstel willen
we een test stimulus gebruiken die lekker wordt gevonden door de helft van de
proefpersonen en vies wordt gevonden door de andere helft van de proefpersonen,
zodat we de intrinsieke product eigenschappen kunnen loskoppelen van
(exentrieke) individuele voorkeuren en om neuronale verschillen tussen
individuen te lokaliseren die onze voorkeur of afkeur voor een product bepalen.
We verwachten dat stimuli met een positieve valentie andere netwerken in de
hersenen activeren dan stimuli met een negatieve valentie, in plaats van
graduele activatie binnen hetzelfde netwerk of gebied. Daarnaast verwachten we
dat patronen van hersenactiviteit in reactie op de individueel lekker of vies
gevonden stimulus verschillen van activatiepatronen in reactie op universeel
lekkere en vieze stimuli. Het vaststellen van deze hersengebieden en
activatiepatronen zal het mogelijk maken om in de toekomst een model te
ontwikkelen voor de voor de beoordeling van lange termijn acceptatie door
middel van het meten van veranderingen in valentie en acceptatie codering na
herhaalde blootstelling.

Het loskoppelen van intrinsieke product eigenschappen van individuele
voorkeuren (exentriek) en het lokaliseren van neuronale verschillen
(vaststellen van hersengebieden en activiteit) tussen individuen die onze
voorkeur of afkeur voor een product bepalen.

Het onderzoek is een observationeel experiment waarin een groep proefpersonen
die de test stimulus lekker vinden en een groep proefpersonen die de test
stimulus vies vinden een bepaalde hoeveelheid van alle vier de
onderzoeks-stimuli proeven terwijl hersenactiviteit zal worden geregistreerd
met behulp van een 3T MRI scanner: i) de test voedsel-stimulus die of lekker of
vies wordt gevonden, ii) een voedsel-stimulus die universeel lekker wordt
gevonden, iii) een voedsel-stimulus die universeel vies wordt gevonden, en iv)
een voedsel-stimulus die neutraal wordt gevonden. De volgorde waarin
proefpersonen aan deze stimuli worden blootgesteld is gerandomiseerd en
gebalanceerd.

De studie bestaat uit een trainingssessie en het daadwerkelijke onderzoek (1
sessie), op aparte dagen. Proefpersonen zullen de MRI faciliteiten in Ede
(Ziekenhuis Gelderse Vallei) eenmaal bezoeken om de fMRI metingen te ondergaan,
de voedsel stimuli te proeven, en de plezier, verlangen, en
intensiteits-ervaringen van elke stimuli te bepalen. Voordat proefpersonen
geincludeerd worden in de studie zullen zij tijdens de introductie-afspraak een
training krijgen voor de fMRI meting. De studie is niet-therapeutisch voor de
proefpersoon. Het gezondheidsrisico voor deelname is erg laag.