Deze studie heeft twee primaire doelen. Het eerste doel is te onderzoeken of kinderen met DBD, wanneer vergeleken met kinderen met lage niveau's van agressie en antisociaal gedrag (controles), neuropsychologische en neurobiologische dysfuncties…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Agressief, antisociaal en prosociaal gedrag; vaardigheden in empathie en
zelf-regulatie, gemeten op niveau van gedrag, cognitie en neurobiologie;
opvoedinsstrategieen. Daarnaast, veranderingen in deze maten als gevolg van
PMTO
Secundaire uitkomstmaten
niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen met disruptieve gedragsstoornis (DBD) zijn een heterogene groep in
termen van kenmerken, veronderstelde onderliggende problemen en het type
agressie dat ze tonen. Sommige kinderen met DBD tonen relatief hoge niveau's
van kil-emotieloze trekken, waarschijnlijk veroorzaakt door een onderliggend
empathiegebrek, en vertonen zowel proactieve als reactieve agressie. Echter,
andere kinderen hebben lage niveau's van kil-emotieloze trekken; in plaats
daarvan hebben zij problemen in zelf-regulatie en vertonen zij vooral reactieve
agressie. Onderzoek naar de onderliggende processen van antisociaal en
agressief gedrag op cognitief en neurobiologische niveau kan het theoretisch
inzicht in dit gedrag vergroten en bovendien waardevolle informatie opleveren
voor preventie en interventie. Daarom is een deel van de studie erop gericht
cognitie en neurobiologie in kinderen met DBD te bestuderen, naast hun gedrag.
Deze studie zal ook evalueren welke factoren de effectiviteit van Parent
Management Training Oregon (PMTO) beinvloeden. Voorgaand onderzoek heeft
aangetoond dat PMTO effectief is in het verminderen van disruptief gedrag van
kinderen door hun ouders effectieve opvoedingsstrategieen bij te brengen.
Daarnaast heeft onderzoek zich gericht op variabelen in de achtergrond van de
ouders die de effectiviteit van PMTO modereren. Echter, omdat kinderen met DBD
een heterogene groep zijn, zou een verandering in het gedrag van ouders
effectiever kunnen zijn in het verminderen van sommige onderliggende problemen
van DBD dan van andere. Om de problemen van disruptief gedrag te identificeren
die effectief worden verminderd door PMTO kan de inclusie van cognitieve en
neurobiologische maten in de voorgelegde studie van groot belang zijn.
Doel van het onderzoek
Deze studie heeft twee primaire doelen. Het eerste doel is te onderzoeken of
kinderen met DBD, wanneer vergeleken met kinderen met lage niveau's van
agressie en antisociaal gedrag (controles), neuropsychologische en
neurobiologische dysfuncties vertonen die mogelijk hun antisociale en
agressieve gedrag veroorzaken. Specifiek zal gekeken worden naar dysfunties in
empathie en zelf-regulatie in relatie tot (type) agressie en kil-emotieloze
trekken. Een tweede doel van de studie is te onderzoeken in hoeverre kennis van
deze neuropsychologische en neurobiologische dysfuncties waardevol is in het
voorspellen van behandelsucces bij kinderen met DBD. De volgende hypotheses
worden geformuleerd: a) PMTO zal effectief zijn in het verminderen van agressie
en antisociaal gedrag bij kinderen met DBD; b) voor kinderen met hoge niveau's
van kil-emotieloze trekken (en een verondersteld onderliggend empathiegebrek
met angst en verdriet) zal PMTO minder effectief zijn, aangezien er bewijs
bestaat dat het antisociale gedrag van deze kinderen in mindere mate onder
invloed van factoren in de sociale omgeving staat dan bij kinderen met lage
niveau's van kil-emotieloze trekken; c) voor DBD kinderen met primair problemen
in zelf-regulatie en vertoning van vooral reactieve agressie zal PMTO
effectiever zijn, aangezien verwacht wordt dat vaardigheden in zelf-regulatie
verbeteren als gevolg van PMTO; d) biomarkers (i.e. neuropsychologische en
neurobiologische variabelen) die mogelijk onderliggende factoren zijn in de
etiologie van verschillende types agressie en van kil-emotieloze trekken in DBD
kinderen zullen voorspellende waarde hebben voor behandelsucces met PMTO.
Onderzoeksopzet
Randomized controlled trial, longitudinale studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Ouders van DBD kinderen met een klinische hulpvraag zullen allemaal PMTO krijgen. Een op de drie ouders van DBD kinderen geworven op speciaal basisonderwijs en regulier basisonderwijs zal PMTO krijgen. De overige ouders van DBD kinderen zullen 'care as usual' krijgen. De ouders van de controle groep (kinderen met lage niveau's van agressie en antisociaal gedrag) zullen ook 'care as usual' krijgen.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico's verbonden aan de voorgelegde studie. De belasting van
kinderen, ouders en leraren is zo laag mogelijk gehouden. De vereiste
tijdsinvestering is voor kinderen ongeveer 11 uur (verdeeld over 3 bezoeken),
voor ouders ongeveer 4 uur (verdeeld over 1 bezoek en 2 telefoongesprekken) en
voor leraren ongeveer 1.5 uur (verdeeld over 3 telefoongesprekken). De
verzameling van speeksel en fysiologische maten zal geen noemenswaardige
belasting vormen voor kidneren: deze zullen niet oncomfortabel of pijnlijk
zijn. Er zal geen klinische diagnose worden gesteld in deze studie. Als ouders
wensen dat hun kind klinisch gediagnosticeerd wordt, zullen we hen refereren
naar een klinische instelling.
Publiek
Wassenaarseweg 52
2333 AK Leiden
NL
Wetenschappelijk
Wassenaarseweg 52
2333 AK Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Algemene inclusiecriteria zijn mannelijk geslacht, leeftijd tussen de 8 en 12, vrijwillige deelname, Nederlands sprekend, getekende toestemmingsverklaring van ouders, en indien het kind 12 jaar is, ook getekende toestemmingsverklaring van het kind. Voor de kinderen met disruptieve gedragsstoornis zijn additionele inclusiecriteria vereist: score boven borderline grens van externaliserend gedrag op de Child Behavior Checklist en diagnose van Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis of Antisociale Gedragsstoornis. Voor de Controle groep gelden de additionele inclusiecriteria dat kinderen geen score boven de borderline grens van externaliserend gedrag op de Child Behavior Checklist mogen hebben en geen diagnose van Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis of Antisociale Gedragsstoornis.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Algemene exclusiecriteria zijn
-IQ van kinderen lager dan 70
-Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal door ouder of kind
-Geschiedenis van neurologische aandoeningen of hoofdtrauma met verlies van bewustzijn bij het kind
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | ECPW-2011/030 |
CCMO | NL37299.058.11 |