De hoofd onderzoeksvragen zijn:1. Wat is de effectiviteit van MIP, een op motiverende gespreksvoering (Motivational interviewing (MI) door verpleegkundige verleende interventie vergeleken met informatieverstrekking over de behandeling (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
Chronische aspecifieke musculoskeletale pijn
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1e onderzoeksvraag (effectevaluatie)
De primaire uitkomstmaat van de effectevaluatie is het gemiddelde level van
participatie van de respondenten bij de nulmeting (T0), T2, T3, en T4.
Participatie wordt gemeten door middel van de Utrecht Scale for Evaluation of
Rehabilitation-Participation (USER-P) (van der Zee, Post et al. 2008; van der
Zee, Priesterbach et al. 2010). De USER-P dekt drie aspecten van participatie
met drie aparte schalen namelijk frequentie, restricties en tevredenheid. Het
bestaat uit 32 items en is getest voor reproduceerbaarheid (van der Zee,
Priesterbach et al. 2010). Ieder van de drie subschalen is naar een schaal
converteert die een bandbreedte van 0-100 heeft. Hogere scores betekenen meer
sociale participatie (ieder hogere frequentie, minder beperkingen, hogere
tevredenheid). De psychometrische kwaliteiten worden op dit moment bestudeerd
(Van der Zee, Kap et al. 2011; Van der Zee and Post 2011).
Primair procesmaat van de eerste onderzoeksvraag is uitval uit de behandeling.
Uitval uit de behandeling wordt door het administratief patiëntensysteem
bijgehouden. Dat houdt zowel in of een respondent na de screening voor de
revalidatiebehandeling geïndiceerd werd als ook of deze dor de screening niet
voor de behandeling toegelaten werd en of een respondent vroegtijdig de
behandeling afbraak.
2e onderzoeksvraag (mediatie)
Behandeltrouw zowel tijdens het voortraject als ook tijdens de
revalidatiebehandeling (wat ook in vraag 1 evalueert wordt) zou de relatie
tussen de behandeling en de uitkomst kunnen mediëren.
3e onderzoeksvraag (kosteneffectiviteit en kostenutiliteit)
Om de economische effecten van MIP en ACC te kunnen evalueren, moeten relevante
categorieën van kosten gemeten worden. Daarbij moet de aantal met de
bijbehorende kostprijs vermenigvuldigd worden.
Directe gezondheidskosten en directe niet-gezondheidskosten en kosten en
productiviteitsverlies worden gemeten. De kosten per patiëntjaar worden in de
kosten-effectiviteitsanalyse tegen de effecten (functioneren) en voor de de
utiliteitsanalyse tegen utiliteit (kwaliteit van leven) gewogen.
4e onderzoeksvraag (procesevaluatie)
Uitvoerbaarheid van de geplande interventie met betrekking tot de volledigheid
en integriteit van het voorbereidingstraject worden door de betrokken
verpleegkundigen geëvalueerd.
5e onderzoeksvraag (procesevaluatie)
Tevredenheid met de MIP-/ACC-interventie in respondenten, en tevredenheid en
ervaringen in verpleegkundigen en revalidatieartsen worden exploreert.
Secundaire uitkomstmaten
1e onderzoeksvraag (effectiviteit)
Secundaire onderzoeksvariabelen van de eerste onderzoeksvraag zijn motivatie,
therapietrouw tijdens de (voor-)behandeling, fysiek functioneren, pijn
intensiteit, kwaliteit van leven, geloofwaardigheid van de behandeling,
zelfeffectiviteit, en zelf-rapporteerde klachten. Alle gebruikte vragenlijsten
hebben goede psychometrische eigenschappen.
2e onderzoeksvraag (mediatie)
Acceptatie, het flexiebel bijstellen van doelen, pijn catastroferen,
pijn-relateerde angst (kinesiofobie), en depressie worden additioneel betrokken
als mogelijke mediërende factoren in de relatie tussen (voor)behandeling en
uitkomst.
Andere parameters
Demografische factoren van respondenten en risico factoren voor uitval worden
tijdens de nulmeting vastgesteld omdat deze als mogelijke confounders kunnen
worden gezien.
Informatie over mogelijke risico factoren werd uit de literatuur verkregen.
Achtergrond van het onderzoek
Therapietrouw is laag in patiënten met chronische pijn (Sabate 2003). Het wordt
vermoedt dat 9-42% van alle patiënten met chronische pijn vroegtijdig met hun
revalidatie behandeling stoppen (Peters, Large et al. 1992; Rainville, Ahern et
al. 1993; Bendix, Bendix et al. 1998). In 2010 liet een Cochrane review naar de
effectiviteit van therapietrouw verhogende interventies bij chronische pijn
zien dat patiënten die een beweegprogramma met motivererende component
ontvingen, vaker het beweegprogramma bezochten (Jordan, Holden et al. 2010).
Motiverende gespreksvoering (Motivational Interviewing (MI)) wordt definieert
als *gerichte, cliëntgecentreerde adviesstijl om gedragsverandering uit te
lokken door de ambivalentie van een cliënt te exploreren en op te
lossen*(Miller and Rollnick 1991). Het doel is het verhogen van de intrinsieke
motivatie van een cliënt om te veranderen en uiteindelijk gedragsverandering te
bevorderen (Mesters 2009).
Om de vroegtijdige uitval te verminderen en de therapietrouw in de behandeling
van chronische pijn te verhogen en uiteindelijk daarmee het therapieresultaat
te versterken, wordt de voorliggende studie opgezet.
Doel van het onderzoek
De hoofd onderzoeksvragen zijn:
1. Wat is de effectiviteit van MIP, een op motiverende gespreksvoering
(Motivational interviewing (MI) door verpleegkundige verleende interventie
vergeleken met informatieverstrekking over de behandeling
(aandachtcontrolegroep, ACC) als een bijvoeging op pijnrevalidatie op
participatie en uitval uit de behandeling in patiënten met chronische
aspecifieke musculoskeletale pijn?
2. Welke mediërende factoren zijn er aanwezig in MIP vs. ACC als een bijvoeging
op pijnrevalidatie in patiënten met chronische aspecifieke musculoskeletale
pijn?
3. Wat is de kosteneffectiviteit van een op motiverende gespreksvoering
gebaseerde interventie (MIP) vergeleken met een aandachtscontrolegroep (ACC)
vanuit een maatschappelijk perspectief?
4. Wat is de uitvoerbaarheid van de MIP interventie met betrekking tot
kwaliteit en volledigheid van motiverende gespreksvoering (proces evaluatie)?
5. Wat zijn ervaringen van verpleegkundigen, revalidatieartsen en patiënten met
betrekking tot tevredenheid and barrières voor de op motiverende
gespreksvoering (Motivational interviewing, MI) gebaseerde MIP interventie?
Onderzoeksopzet
De geplande studie is een enkelblind gerandomiseerd gecontroleerd trial met een
totale follow-up van zes maanden. De geplande studie zal in twee
revalidatieafdelingen plaatsvinden, een academisch ziekenhuis (Maastricht
Universitair Medisch Centrum, MUMC) en een regionaal ziekenhuis (Atrium
Heerlen).
Het zal eerst de gewone zorg binnen de pijnrevalidatie uitgelegd worden.
In de gewone zorg van de pijnrevalidatie worden patiënten door de
revalidatiearts voor een pijn revalidatiebehandeling indiceert. Aan patiënten
met weinig kennis over chronische pijn legt de revalidatiearts meer uit over de
etiologie en behandeling van chronische pijn. Deze informatieverstrekking is
gebaseerd op het boek *De pijn de baas*.
De revalidatiearts beslist gebaseerd op een inschatting van zowel de medische
als ook de motivationele redenen of een patiënt voor de revalidatie geschikt is
en of deze interfereren met de voortgang van de behandeling (stap 1).
Verder vult de patiënt een vragenlijst in over de mate van pijn,
pijn-relateerde angst en andere thema*s.
In het geval dat de revalidatiearts een patiënt geschikt voor revalidatie acht,
wordt deze op een wachtlijst voor de standaard-screeening geplaatst die
gemiddeld 12 weken inhoudt.
Als stap 2 vindt er een standaard multiprofessionele screening plaats.
Verschillende zorgverleners zoals ergo- en fysiotherapeuten evalueren de
situatie waarin een patiënt verkeert.
Verder worden er standaard vragenlijsten m.b.t. bv. depressie en andere
psychiatrische comorbiditeit door de patiënt ingevuld.
De screening resulteert in een indicatie voor pijnrevalidatie of in een
verwijzing naar een andere zorgverlener buiten de revalidatie. Als stap 3
begint de revalidatie. Direct na de revalidatiebehandeling en na drie maanden
worden nogmaals door de patiënt vragenlijsten ingevuld.
De situatie in de PREPARE studie
Gedurende de PREPARE studie, de boven uitgelegde gang van zaken blijft
gehandhaafd. Als unieke eigenschap van de PREPARE studie voegt PRPEARE iets aan
de bestaande zorg bij door een voortraject vooraf de standaard screening en de
definitieve beslissing voor pijnrevalidatie tussen stap en 2 aan te bieden.
In de gewone zorg geeft de revalidatie inhoudelijke informatie en uitleg over
chronische pijn, wordt binnen PREPARE door een verpleegkundige gedaan.
Om het criteria voor motivatie te standaardiseren, wordt door de
revalidatiearts een 10-punt VAS schaal betreffend de motivatie van de patiënt
ingevuld. Patiënten met een gemiddelde tot hoge motivatie worden door de
revalidatiearts gevraagd om toestemming gevraagd dat het PREAPRE studieteam mag
bellen om verder uitleg over de studie geven. In het geval van schriftelijke
consent geeft het studieteam meer informatie over de PREPARE studie.
Na het informed consent en de beginmeting wordt de respondent randomiseerd om
ACC of MIP te ontvangen. Gedurende de plaatsing op de wachtlijst krijgen de
respondenten de twee sessie van de MIP/ACC interventie om hun op de
pijnrevalidatie voor te bereiden.
Evaluatiemomenten
Voor de evaluatie van de (kosten)effectiviteit worden op vijf momenten metingen
d.m.v. een vragenlijst afgenomen. Het begint met een beginmeting (T0), na de
MIP/ ACC interventie (T1), na de multiprofessionele screening (T2), na het
beëindigen van de revalidatiebehandeling (T3) e zes maande daarna (T4). Om ook
informatie over uitval uit de (voor)behandeling en behandeltrouw te verkrijgen
worden ook procesmaten zoals eind- en startdatum ui het administratief
patiëntenvolgsysteem gehaald. Metingen over kosten worden op drie momenten
gedaan: op T0, T2 en T4.
Op T0 en T3 worden vragenlijsten aan de in de gewone zorg existerende standaard
evaluatiemoment aangehangen.
De studie is opgedeeld in twee delen, fase 1 en fase 2.
Fase 1 bestaat uit de sessies van de voorbehandeling (MIP of ACC) en de
standaard multiprofessionele screening.
Gedurende fase 1, het voortraject, zijn we vooral geïnteresseerd in het aantal
patiënten dat na de screening voor pijnrevalidatie geïndiceerd wordt. Ook
loss-to-follow-up en therapieontrouw tijdens zowel het voortraject en ook het
revalidatietraject zijn voor ons van interesse. We zijn *als een indirect
effect- ook geïnteresseerd in de motivatie van een patiënt.
In de tweede fase na de screening en het begin van de revalidatiebehandeling
zijn loss-to-follow-up gedurende de revalidatiebehandeling, therapieontrouw
tijdens ons voortraject als ook gedurende de revalidatiebehandeling zijn,
additioneel aan ons primaire uitkomstmaat participatie, belangrijke
procesmaten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Gezamenlijke eigenschappen van de MIP (interventieconditie) en ACC (controleconditie) zijn dat de respondent voor twee sessie naar de afdeling revalidatiegeneeskunde van het desbetreffende ziekenhuis uitgenodigd wordt. De duur van ieder sessie in beide condities is 45 min tot een uur. Unique eigenschappen MIP conditie De generieke principes zoals reflectief luisteren en het uiten van empathie zijn onderdeel van alle twee MIP-sessies. De thema>s binnen de sessies zijn op maat gesneden naar de behoeften van de respondent. Feedback wordt gegeven op de mate van veranderingsbereidheid van een respondent. Unique eigenschappen ACC condition In de ACC controleconditie krijt de respondent pijneducatie gebaseerd op het boek >De pijn de baas>. Dit boek wordt in de huidige zorg al door de revalidatiearts gebruikt. Het doel van de AC-conditie is informatieoverdracht aan de respondent. Verpleegkundigen Allebei condities worden door verpleegkundigen verricht. Verpleegkundigen zijn alleen in een conditie werkzaam en worden dus alleen voor een van de twee condities getraind. Voor de start van de studie worden de verpleegkundigen intensief getraind bij verschillende trainers. Verpleegkundigen die de MIP sessie verlenen zijn al in de principes van MI getraind. Voor de PREPARE studie wordt de training specifiek gebaseerd op hun behoeften. De training houdt ook intervisie gedurende het project in. Gedurende het project krijgen de verpleegkundigen ook feedback gebaseerd op door hun gemaakte bandopnames. Verpleegkundigen van de AC-conditie worden in een opvistraining getraind in generieke communicatieve vaardigheden en het geven van gezondheidseducatie en > informatie. Het is belangrijk dat deze verpleegkundigen geen kennis van counseling en MI in het bijzonder hebben. De training van de AC-conditie wordt door een persoon gedaan die vaardig in het geven van training in het veld van communicatieve vaardigheden en de gezondheidszorg is. Dit is een andere trainer dan van de MIP-conditie. In beide condities krijgen de verpleegkundigen een handleiding aangereikt dat specifieke instructies voor iedere sessie aanreikt.
Inschatting van belasting en risico
Respondenten worden op vijf momenten gevraagd om een gestructureerde
vragenlijst voor de effectevaluatie, kosteneffectiviteitevaluatie, en
procesevaluatie in te vullen.
Sommige vragenlijsten zijn reeds onderdeel van de gewone zorg en anderen worden
voor de studie afgenomen. Om de vragenlijsten op T0 en T2, T3 en T4 in te
vullen zijn 45 minuten nodig. Voor de vragenlijst op T2 zijn 20 minuten nodig.
Verder worden deze gevraagd om voor twee interventie sessies (toevallige
verdeling in MIP of ACC) met een verpleegkundige naar de revalidatieafdeling te
komen.
Er zijn geen risico's bekend die in verband staan met de deelname aan het
onderzoek.
Publiek
Posbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Wetenschappelijk
Posbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Aspecifieke chronische musculoskeletale pijn.
Pijnduur > 3maanden.
Ouder dan 18 jaar, maximaal 65 jaar.
Geschikt en geïndiceerd voor ambulante pijnrevalidatie. Hoofdindicatie: Chronische pijn.
Gemiddelde tot hoge motivatie voor revalidatie (na de mening van de revalidatiearts).
Chronische pijn kan niet aangewezen worden aan een herkenbare specifieke pathologie (bv. infectie, tumor, osteoporose, factuur, structurele deformiteit, inflammatorische ziekte (bv. ankylosing spondylitis).
Voldoende vaardigheden om de vragenlijsten kunnen invullen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Zwangerschap.
Operatie gepland gedurende de nadere toekomst.
Patiënt is betrokken bij een rechtszaak inzake werk, uitkering en/of arbeidsongeschiktheid.
Psychiatrische ziekte die pijn revalidatie in de weg staat (volgens de expert opinion van de revalidatiearts)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL36029.068.11 |
Ander register | TC= 2841 |