Het primaire doel van deze fase III studie is te onderzoeken of IMA901 de overleving van patiënten met gemetastaseerd en/of lokaal gevorderd niercel carcinoom kan verlengen wanneer deze vaccinaties toegevoegd worden aan de standaard…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De overlevingsduur (Overall survival of OS) vergeleken tussen patiënten die
wel of niet gevaccineerd worden met IMA901 naast hun eerstelijnsbehandeling met
sunitinib.
Secundaire uitkomstmaten
• De overlevingsduur van patiënten die positief zijn voor een vooraf bepaalde
primaire biomarkers handtekening (geïdentificeerd als zijnde voorspellend voor
betere klinische uitkomst bij IMA901-gevaccinneerde patiënten in de eerdere
fase II studie)
• Progressie- vrije overleving volgens RECIST 1.1, gebaseerd op centraal
nagekeken tumorbeelden.
• Beste tumor respons volgens RECIST 1.1, gebaseerd op centraal-nagekeken
tumorbeelden .
• Veiligheid en verdraagbaarheid van IMA901 (en de immunomodulatoren GM-CSF en
cyclofosfamide) wanneer deze toegevoegd worden aan de eerstelijnsbehandeling
met sunitinib.
• Cellulaire immunomonitoring (in een kleine groep patiënten gerecruteerd in
vooraf geselecteerde centra),
o Beschrijving van de T-cel respons op peptiden die in IMA901 zitten
(percentage immuun responders),
o Analyse van andere immuun-cel populaties die invloed kunnen hebben op de
T-cel responses zoals regulatoire T cellen (Tregs), myeloïed-afgeleide
suppressor cellen etc.
Secondaire eindpunten zijn een subgroepanalyse van de overlevingsduur van
patiënten die positief zijn voor de vooraf bepaalde primaire biomarkers
handtekening (geïdentificeerd als zijnde voorspellend voor betere klinische
uitkomst bij IMA901-gevaccinneerde patiënten in de eerdere fase II studie , zie
sectie 8.2.3 van het studie protocol voor een gedetailleerde beschrijving van
de primaire biomarkers handtekening), progressie-vrije overleving, beste
overall respons, cellulaire immunomonitoring in een subgroep van patiënten, en
veiligheid. De veiligheidsanalyse wordt gebaseerd op de ongewenste
gebeurtenissen, lichamelijk onderzoek, vitale functies, hematologie, klinische
chemie, urine analyse en wijzigingen in ECG.
Andere eindpunten zijn een subgroepanalyse van de overlevingsduur van
patiënten die positief zijn voor de vooraf bepaalde primaire biomarkers
(geïdentificeerd als in de eerdere fase II studie) en verkennende screening van
nieuwe biomarkers (te onderzoeken in bloed en in paraffine secties van
tumorweefsel van patiënten) om betere klinische uitkomst als respons op
vaccinatie met IMA901 te voorspellen. Men gebruikt geen biomarker-sets voor de
patiëntenselectie in deze studie.
Achtergrond van het onderzoek
Niercelcarcinoom (NCC) is de oorzaak van ongeveer 3% van de maligniteiten bij
volwassen. Deze aandoening heeft weinig waarschuwingstekenen en een grote
verscheidenheid aan symptomen. Ze heeft een grote resistentie tegen bestraling
en chemotherapie.
De lange termijn overleving bij patiënten met gemetastazeerd NCC is met de
huidige beschikbare behandelingen beperkt. De huidige behandelingen gaan ook
vaak gepaard met toxiciteit. Het beleid van deze patiënten blijft een uitdaging
en er is dus een hoge medische nood aan betere behandelingsopties.
IMA901 is een vaccin met een nieuw werkingsmechanisme dat de immuunrespons
stimuleert. Het is rechtstreeks gericht op specifieke doelen die belangrijk
zijn voor de werking van de tumor. Studies die tot nu tot met IMA901 werden
uitgevoerd, tonen veelbelovende overlevingsgegevens en een gunstig
veiligheidsprofiel . Om de immuunrespons te versterken en te behouden, wordt
IMA901 toegediend met de immunomodulatoren GM-CSF en cyclofosfamide (lage
dosis). In eerdere studies toont de gezamelijke toediening bemoedigende
resultaten en een goede verdraagbaarheid.
Wegens toxixiteit is het combineren van bestaande behandelingen moeilijk. Het
goede veiligheidsprofiel van IMA901 toont aan dat het combineren van IMA901 met
een bestaande therapie een nieuwe behandelingsoptie kan zijn. Pre-klinische
studies die IMA901 in combinatie met sunitinib onderzoeken, tonen aan dat deze
combinatietherapie mogelijk is en dat de effecten van IMA901 nog versterkt
kunnen worden door de stimulatie van het immuunsysteem door de
sunitinib-behandeling.
Deze studie onderzoekt de doeltreffendheid en de veiligheid van IMA901
toegediend in combinatie met sunitinib bij patiënten met NCC, in de hoop dat
de overlevingsduur van deze patiënten toeneemt.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze fase III studie is te onderzoeken of IMA901 de
overleving van patiënten met gemetastaseerd en/of lokaal gevorderd niercel
carcinoom kan verlengen wanneer deze vaccinaties toegevoegd worden aan de
standaard eerstelijnsbehandeling met sunitinib.
De secundaire doelstellingen omvatten een analyse van een subgroep naar de
algemene overleving van patiënten die positief zijn voor een vooraf
bepaaldebiomerker, onderzoek naar progression-free survival, beste tumor
respons, veilgheidsprofiel, en immunologische parameters (in een subgroep
patiënten).
Andere doelstellingen zijn bijkomende biomerker analyses.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicentrische, open-label, gerandomizeerde fase III studie die
onderzoekt of IMA901 de overlevingsduur van patiënten met gemetastazeerd en/of
lokaal geavanceerd NCC verlengt wanneer deze toegevoegd wordt aan de standaard
eerstelijnsbehandeling met sunitinib (primair eindpunt).
* Screening (Visite A en B):
Op Visite A wordt er een toestemmingsverklaring gevraagd aan de patiënten. Na
het verkrijgen van de toestemming vindt er eerst een HLA typering plaats
(screening 1, Visite A). HLA-A*02-positiëve patiënten worden dan verder
gescreened (Screening 2, Visite B). Alle screeningsonderzoeken (screening 1 and
2) moeten plaats vinden voor de start van de sunitinib behandeling(d.w.z. de
resultaten van de screeningsonderzoeken moeten beschikbaar zijn [behalve van
de biomerker en immunomonitoring analyse])
* Start van de sunitinib behandeling:
De patiënten die aan alle selectiecriteria voldoen kunnen deelnemen aan de
studie IMA901-301 en starten met de eerstelijnsbehandeling met sunitinib
volgens het label (50 mg oraal één maal daags, 4 weken behandeling gevolgd door
2 weken rust). Een volledige sunitinib cyclus telt 42 dagen.
Patiënten die in aanmerking komen voor verdere behandeling met sunitinib
(d.w.z. geen klinische ziekteprogressie, geen ongewenste gebeurtenissen die
verdere behandeling met sunitinib na 4 weken verhinderen) worden
gerandomizeerd op Visite C die plaats vindt tussen 3 tot 10 dagen voor visite D
(zie hieronder).
* Randomizatie (Visite C):
Op Visite C worden de patiënten gerandomizeerd in een verhouding 3:2 tot de
vaccinatiegroep (Groep 1) of tot de controle groep (Groep 2) en krijgen ze de
volgende behandeling:
o Groep 1 (vaccinatiegroep): 10 vaccinaties met IMA901 met GM-CSF.
Cyclofosfamide wordt éénmalig toegediend vóór de eerste vaccinatie. Vervolg van
de sunitinib-behandeling.
o Groep 2 (controlegroep): Vervolg van de sunitinib-behandeling.
De randomizatie wordt gestratifiëerd volgens risicogroep (gunstig vs.
intermediair), regio (US vs. Centraal Europa vs. West-Europa vs. Azië) en (al
dan niet) eerdere nefrectomie.
* Toediening lage dosis cyclofosfamide (CY) (Visite D):
Op Visite D wordt een éénmalige infusie van 300 mg/m2 cyclofosfamide (CY)
toegediend aan de patiënten van Groep 1 (vaccinatiegroep). Visite D vindt
plaats tussen dag 31 en 36 van de eerste sunitinib cyclus(d.w.z. tussen dag 3
en 8 van de rustpauze van de eerste sunitinib cyclus) en 3 ± 1 dag voor de
eerste vaccinatie (Visite 1). Dit is gebaseerd op de volgende grond:
Vaccinaties 1 tot 3 (toe te dienen op 3 opeenvolgende dagen = Visites 1 tot 3)
zijn erg belangrijk voor de immunologische priming en worden dus toegediend op
dagen waarop men een lage concentratie van sunitinib in het systeem verwacht
om het risico op interferentie met de initiële T-cel expansie te
minimalizeren.
Dit is tussen dag 33 en 42 van de eerste sunitinib cyclus (d.w.z. tussen dag 5
en 14 van de rustpauze van sunitinib). De eerste vaccinatie mag niet gegeven
worden vóór dag 33 van de eerste sunitinib cyclus (d.w.z. dag 5 van de
sunitinib rustpauze) omdat op dat ogenblik de sunitinib waarden in het plasma
gedaald zijn tot ongeveer 25% van de steady state concentratie (t1/2=40 tot
60u).
* Vaccinatie schema (start op Visite 1):
Patiënten in Groep 1 (vaccinatiegroep) starten met de vaccinaties 3 ± 1 dagen
na Visite D met een intradermale (i.d.) injectie GM-CSF gevolgd door een i.d.
injectie IMA901. Patiënten krijgen 6 vaccinaties tijdens de eerste 3 weken
(inductieperiode, Visites 1 tot 6) en nadien 4 vaccinaties met een
tussenperiode van telkens 3 weken (onderhoudsperiode, Visites 7 tot 10).
* Einde van de studie:
Een individuele patiënt wordt beschouwd de studie "beëindigd" te hebben als:
• Hij/zij alle geplande visites gehad heeft.
• Hij/zij gedocumenteerde voortgang van de ziekte heeft (per RECIST 1.1. en/of
klinische voortgang) of overlijdt.
• Hij/zij een ongewenste gebeurtenis heeft dat in het oordeel van de
onderzoeker een permanente stop van de eerstelijnsbehandeling met sunitinib of
een onderbreking van meer dan 6 weken ervan vereist.
Patiënten die voor een andere reden de studie verlaten worden beschouwd als
"vroegtijdig gestopt".
In elk van de hoger vernoemde gevallen, dient de onderzoeker een Einde Studie
Visite uit te voeren.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten worden gerandomizeerd met een ratio van 3:2 tot de vaccinatiegroep (Groep 1) of de controlegroep (Groep 2) en krijgen de volgende behandeling: o Groep 1 (vaccinatiegroep: 10 vaccinaties met IMA901 plus GM-CSF. Cyclofosfamide wordt éénmalig ( i.v. infusie met 300 mg/m2 )toegediend vóór de eerste vaccinatie. Verdere behandeling met sunitinib. o Groep 2 (controlegroep): Verdere behandeling met sunitinib.
Inschatting van belasting en risico
Men verwacht dat de studie voor elke patiënt maximaal 25 maanden duurt. De
studie bestaat uit de volgende periodes:
- Screeningsperiode - maximum 4 weken - 2 visites
- Pre-vaccinatie periode - 5 weken - 1 visite
- Behandelingsperiode (vaccinatie) - 4 maanden - Vaccinatiegroep: 11 visites;
Controlegroep: 6 visites
- Opvolging voor tumorbeoordeling - maximum 19 maanden
Tumor beoordeling:
Er is een CT of MRI van thorax, abdomen en bekken voorzien in beide
behandelingsgroepen bij screening (Visite B),op Visite 7 (tijdens de
rustperiode van de tweede sunitinib cyclus) en vervolgens op dag 28 van elke
tweede sunitinib cyclus, d.w.z. om de 12 weken (Visites 11 tot 18/EOS) tot
alle patiënten de mogelijkheid gehad hebben Visite 14 te hebben (d.w.z. Er
zijn geen patiënten meer non-progressief en steeds in de studie voor Visite
14).
Een CT of MRI van de hersenen is verplicht bij screening (Visite B), daarna
alleen indien klinisch aangewezen.
Patiënten gekend met of verdacht van botmetastasen, krijgen beeldvorming van
de botlesies (bv. botscan of röntgen of CT of MRI) bij screening of later
indien klinisch aangewezen.
Beoordeling van de veiligheid:
De veiligheid wordt beoordeeld op vooraf bepaalde tijdstippen in beide
studiegroepen en omvat rapportering van ongewenste gebeurtenissen, lichamelijk
onderzoek, vitale functies, hematologie, klinische chemie en urine analyse
.Deze vinden plaats tot aan het einde van de vaccinatie periode : bij screening
(Visite B), op Visite D, vervolgens op 3-weken intervallen (Visites 6 en 7)
gevolgd door een 6-weken interval (Visite 9) en een 5-weken interval (Visite
11). Tijdens de opvolging voor progressievrij overleven wordt de veiligheid om
de 12 weken beoordeeld (Visites 12 tot 18/EOS).
Er wordt een thyroidfunctie test (TFT) uitgevoerd bij screening (Visite B), op
Visite D, op Visites 7 en 11 en vervolgens om de 12 weken (Visites 12 tot
18/EOS).
Tijdens de follow-up periode voor progressievrije overleving loopt de
rapportage van ongewenste gebeurtenissen verder (Visites 12 tot 18/EOS).
In beide studiegroepen wordt er bij screening (Visite B) en op Visite 18/EOS
een ECG (12-afleidingen) afgenomen .
Zwangerschapstesten worden gedaan volgens de wetgeving die van toepassing is
maar minstens bij screening, na de vaccinatieperiode (Visite 11) en bij Visite
18/EOS.
De Karnofsky performantie status wordt gedocumenteerd voor beide studiegroepen
bij screening (Visite B) en vervolgens bij Visites D, 7 en 11 tot 18/EOS.
Bij elke studievisite worden de concomitante medicatie (de documentatie start
bij Visite B) en details van de sunitinibbehandeling gedocumenteerd.
Biomarker analyse:
Serum biomarkers worden geanalyzeerd in alle patiënten van beide studiegroepen
bij screening (Visite B) en tijdens de studie (Visites D, 7, 9, 11 en
18/EOS).
Bijkomend worden tumor biomarkers geanalyzeerd in een louter verkennend opzet
in beide studiegroepen, indien er paraffine- secties of- blokken van
tumorweefsel beschikbaar zijn. Aangezien deze analyse optioneel is wordt er
hiervoor een bijkomende toestemmingsverklaring gevraagd.
Immunomonitoring (alleen in een subgroup van patiënten):
In een subgroup van patiënten in vooraf geselecteerde centra wordt er
gespecializeerde cellulaire immunomonitoring uitgevoerd (T-cel respons op
peptiden bevat in IMA901 en analyse van andere immuun-cel populaties die
invloed kunnen hebben op de T-cel respons zoals regulatoire T cellen (Tregs),
myeloïed-afgeleide suppressor cellen etc .
Er worden bloedmonsters afgenomen vóór de start van sunitinib bij Visite B bij
patiënten van beide studiegroepen om cellulaire biomarkers en de mogelijk
invloed van sunitinib op immuun parameters te analyseren en om een
immunologische vergelijking tussen beide studiegroepen te maken .
Alleen bij de patiënten van de vaccinatiegroep (Groep 1) worden er verdere
bloedmonsters genomen voor immunogeniciteitsanalyse op Visites D, 5, 6, 7 en 9
(3 ± 1 dagen voor en 2, 3, 6 en 12 weken na de eerste vaccinatie). Er wordt een
bijkomend bloedmonster voor hematologie analyse (nodig voor immunomonitoring)
genomen in de patiënten van de vaccinatiegroep (Groep 1) op Visite 5.
Het doel is evalueerbare immuungegevens te hebben van ongeveer 80 patiënten
gerandomizeerd tot de vaccinatiegroep (Groep 1).
Follow-up voor overlevingsduur
Na de interventionele studieperiode (inclusief bloednames, studiemedicatie,
tumorbeoordeling) worden alle patiënten (inclusief de patiënten die vroegtijdig
de studie stopten, behalve indien ze hun toestemming voor opvolging van
overlevingsduur ingetrokken hebben) opgevolgd voor overleving (primair
eindpunt), verdere anti-tumor behandeling (of vervolg van de sunitinib
behandeling indien van toepassing) en tekenen van auto-immuniteit. Deze
opvolging vindt plaats om de 3 maanden voor een maximum van 8 jaar.
Risico*s die verband houden met deze studie zijn mogelijke bijwerkingen van
IMA901, GM-CSF of Cyclofosfamide, risico*s bij afname van bloed en
blootstelling aan straling wegens CT beeldvorming.
Publiek
Paul-Ehrlich Strasse 15
72076 Tübingen
DE
Wetenschappelijk
Paul-Ehrlich Strasse 15
72076 Tübingen
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. 18 jaar of ouder.
2. HLA type: HLA-A*02-positief
3. Gemetastazeerd en/of locaal gevorderd NCC met heldercellige histologie
4. Meetbare en/of niet-meetbare tumor lesies per RECIST 1.1 gebaseerd op lokale beoordeling.
5. Patiënten die in aanmerking komen voor eerselijnsbehandeling met sunitinib.
6. Gunstig of intermediair risico volgens de 6-score risico criteria in patiënten behandeld met VEGF-gericht middelen volgens Heng [Heng et al. 2009].
7. In staat om de aard van het onderzoek te begrijpen en schriftelijk toestemming te geven.
8. Bereid en in mogelijkheid om het onderzoeksprotocol te volgen tijdens de duur van het onderzoek.
9. Vrouwen die post menopauzaal zijn (Geen menstruatie gedurende minimum 1 jaar), of Chirurgisch gesterilizeerd (bilaterale tubale ligatie, bilaterale oöphorectomie, of hysterectomie) of gebruik maken van een medische aanvaarde methode van geboortebeperking
10. Mannen bereid contraceptie te gebruiken (condoom met spermicide gel of pasta) vanaf aanvang tot het afsluiten van het onderzoek of die een vasectomie ondergaan hebben.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Eerdere systemische behandeling voor gemetastazeerde aandoening.
2. Voorgeschiedenis of huidige hersen metastases
3. Abnormale >= CTC Graad 3 laboratorium waarden bij Screening 2
4. Gemetastazeerd secundaire maligniteit.
5. Gelocalizeerd secundair maligniteit waarvvan men verwacht dat deze de levensduur van de patiënt beïnvloedt.
6. Patiënten met een voorgeschiedenis of bewijs van systemische auto-immuun aandoening.
7. Gekend met actieve hepatitis B of C infectie
8. Gekend met HIV infectie.
9. Actieve infecties die orale of intraveneuze antibiotica vereisen.
10. Enige andere gekende infectie met een biologische agens die een ernstige aandoening kan veroorzaken en een ernstig gevaar vormen voor lab personeel dat met bloed en weefsel van de patiënt werkt.
11. Behandeld met onderzoeksmedicatie in een klinisch onderzoek (inbegrepen erkende en experimentele medicatie) binnen de 4 weken voor de start van sunitinib.
12. Ennstige gelijktijdige ziekte, die volgens de onderzoeker, een overmatig risico voor de patiënt inhoudt wanneer hij/zij deelneemt aan dit onderzoek.
13. Minder dan 12 maanden sinds:
• Myocard infarct,
• Ernstige of onstabiele angor,
• Coronaire of perifeer arteriële overbrugging,
• Cerebrovasculaire gebeurtenis incl. transiente ischemische aaanval,
• Pulmonair embolisme / diepe veneuze thrombose (DVT).
14. Zwanger of geven van borstvoeding.
15. Elke aandoening die in het oordeel van de onderzoeker de patiënt in een overmatig risico plaatst of die de resultaten van het onderzoek kunnen beïnvloeden.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2010-022459-45-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01265901 |
CCMO | NL35225.000.11 |