Onderzoek naar de prevalentie van rhinosinusitis en neuspoliepen bij CF-patiënten. Ook zullen verscheidene aspecten van deze pathologie worden onderzocht zoals de kwaliteit van leven, relatie tussen fenotype en genotype, microbiologie, anatomie van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Respiratoire aandoeningen, congenitaal
- Lever- en galwegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Bovenste luchtwegaandoeningen (excl. infecties)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Prevalentie van rhinosinusitis en neuspoliepen.
Secundaire uitkomstmaten
Ziekte specifieke kwaliteit van leven, KNO-onderzoek, neuskweken, sputumkweken,
CT-neusbijholten en neusweerstand.
Achtergrond van het onderzoek
De pathofysiologie van Cystic Fibrosis predisponeert patiënten voor het
ontwikkelen van neusbijholteontstekingen en neuspoliepen. Het defect in het
chloortransporteiwit zorgt ook in de bovenste luchtwegen voor taai slijm waarin
gemakkelijk stase van bacteriën en dus infectie plaats vindt. Toch is er nog
weinig bekend over het eigenlijke voorkomen en de invloed van
neusbijholtepathologie op de gezondheid van een CF patiënt.
De levensverwachting van patiënten met CF neemt toe als gevolg van betere
behandelmethoden en gecentraliseerde zorg. Dit zorgt ervoor dat de aandacht in
de behandeling van CF in toenemende mate gericht wordt op de kwaliteit van
leven. Klachten van neusbijholteontstekingen en neuspoliepen hebben een
negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Onderzoek wijst uit dat deze
negatieve invloed zelfs groter is dan klachten van hartfalen, COPD en rugpijn.
Tevens is er wetenschappelijk bewijs voor de hypothese dat de neusbijholten als
reservoir dienen voor bacteriën en zo een oorzaak kunnen zijn voor pneumonieën.
Theoretisch kunnen pneumonieën dus worden voork*men door
neusbijholteontstekingen adequaat te behandelen.
Wetenschappelijk onderzoek naar het voorkomen van rhinosinusitis en
neuspoliepen bij patiënten met CF is schaars. Daarnaast wordt de
neusbijholtepathologie vaak onderschat en daardoor onderbehandeld. Daarom is
grondig onderzoek nodig naar de bovenste luchtwegen van CF-patiënten.
Meer kennis op het gebied van de prevalentie, de impact op de kwaliteit van
leven en de ernst van deze symptomen kan de eerste stap zijn in de richting van
een nationaal protocol voor bovenste luchtwegpathologie bij CF. Een dergelijk
protocol kan zorgen voor eerdere onderkenning en een adequate behandeling van
deze klachten. Als gevolg daarvan kan de algemene gezondheid van CF patiënten
verbeteren.
Doel van het onderzoek
Onderzoek naar de prevalentie van rhinosinusitis en neuspoliepen bij
CF-patiënten. Ook zullen verscheidene aspecten van deze pathologie worden
onderzocht zoals de kwaliteit van leven, relatie tussen fenotype en genotype,
microbiologie, anatomie van de neusbijholten en neusweerstandsmetingen.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel multicenter onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten worden bij voorkeur aansluitend aan hun poliklinische controle
afspraak onderzocht. In ongeveer twee uur wordt een vragenlijst afgenomen,
KNO-onderzoek verricht, neuskweken afgenomen, neusweerstandsmetingen en een
CT-neusbijholten verricht. Als gevolg van het gebruik van een CT-scan wordt de
patiënt blootgesteld aan radioactieve straling. Deze stralingsbelasting is
klein (1.8 mSv) in vergelijking met de jaarlijkse dosis achtergrondstraling van
2 mSv. Mogelijk ongemak als gevolg van nasendoscopie en neuskweken wordt zoveel
mogelijk voorkomen door het gebruik van lokale anaesthesie. Theoretisch kan een
neusspoeling leiden tot verspreiding van nasale bacteriën. Als gevolg daarvan
kan een longontsteking ontstaan. In de praktijk is dit echter nog nooit
beschreven. Eventuele complicaties na de neusspoeling zullen nauwkeurig worden
geregistreerd.
Publiek
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
NL
Wetenschappelijk
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bevestigde diagnose Cystic Fibrosis
2. Leeftijd * 18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Ernstige immunodeficientie (congenitaal of verworven)
2. Congenitale mucociliaire disfunctie anders dan CF (bv. primaire ciliaire dyskinesie)
3. APA syndroom (trias van Samter; aspirine overgevoeligheid, polyposis nasi en astma)
4. Cocaine abusus
5. Intranasale maligniteit
6. Systemische vasculitis en granulomateuze ziekten (bv. M. Wegener, sarcoidose, Churg-Strauss syndroom)
7. Zwangerschap
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35139.098.11 |