Het karakteriseren van spierkracht, spierfunctie, aminozuurprofielen en de satellietcel- en spiervezelkenmerken in een cohort kwetsbare ouderen in vergelijking tot gezonde ouderen.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Spieraandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
veroudering
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn skeletspiervezel-karakteristieken, Type I en II
spiervezelgrootte en hoeveelheid satellietcellen
Secundaire uitkomstmaten
Als secundaire uitkomstmaten zijn gesteld: bloed aminozuur profielen, bloed
glucose homeostase (OGTT, HbA1c), skeletspierfunctie (hand grip strength),
spierkracht (leg press) en spiermassa en lichaamssamenstelling (DEXA, CT).
Achtergrond van het onderzoek
'Frailty' is de engelse term die gebruikt wordt om de kwetsbaarheid van een
bepaalde groep bejaarden te beschrijven. Het wordt gekarakteriseerd als een
staat van verminderde fysiologische reserve en een syndroom van
energie-dysregulatie, hetgeen leidt tot een opeenstapeling van allerlei
gebreken met als eindpunt een zeer sterke afname van het functionele
spierweefsel, ook wel sarcopenie genoemd. In diverse studies is aangetoond dat
het hebben van 'frailty' een verhoogd risico geeft op ziekte en dood. Het is
daardoor een steeds belangrijker onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek
geworden, waarbij echter wel met name vanuit de epidemiologisch hoek gekeken is
naar zaken als frequentie van voorkomen en definities. Interessanter zou het
echter zijn als we te weten kunnen komen waarom sommigen ouderen 'frail' worden
en andere niet. Welke parameters dragen bij aan de verstoorde spierfunctie en
aanmaak (eiwitsynthese in skeletspier)? In gezonde ouderen is er net als bij
jongeren een bepaalde verhouding tussen de stamcellen (in spieren ook wel
satellietcellen genaamd) en de daadwerkelijke spiervezels aanwezig. Wij denken
echter dat in die groep ouderen die gekenmerkt wordt door 'frailty', hetgeen
met gevalideerde scoringsinstrumenten kan worden gedaan, deze ratio wel
verstoord is. Onze studie zal er dan ook op gericht zijn om de skeletspier in
kwetsbare ouderen te classificeren met behulp van functionele testen, aminozuur
bepalingen in het serum en een spierbiopt.
Doel van het onderzoek
Het karakteriseren van spierkracht, spierfunctie, aminozuurprofielen en de
satellietcel- en spiervezelkenmerken in een cohort kwetsbare ouderen in
vergelijking tot gezonde ouderen.
Onderzoeksopzet
Spierkracht, spierfunctie, aminozuurprofielen en de satellietcel- en
spiervezelkenmerken van de als 'frail' geclassificeerde ouderen zullen met die
van de voor leeftijd gematchte 'niet-fraile' controlegroep vergeleken worden.
Proefpersonen zullen dus allereerst op basis van gevalideerde klinische
criteria worden verdeeld in frail of niet-frail.
Bij de proefpersonen zullen met behulp van een DEXA meting en een CT van het
bovenbeen de lichaamssamenstelling en de omvang van bovenbeensspier in kaart
worden gebracht. Daarnaast zullen spierkracht en -functie worden gemeten en zal
er bloed worden afgenomen om aminozuurprofielen te kunnen bepalen. Als laatste
zal er een spierbiopt van de m. vastus lateralis worden afgenomen.
Inschatting van belasting en risico
Het totale onderzoek van de proefpersonen zal ongeveer 3 dagdelen (ochtend) in
beslag nemen. De totale tijdsinvestering van de studie zal rond de 9 uur
liggen.
Het aanbrengen van catheters in een vene voor bloedafname brengt een risico op
een lokaal hematoom met zich mee.
Bij het nemen van het spierbiopt bestaat er een klein risico op het ontwikkelen
van een bloeduitstorting waar het spierweefsel wordt weggenomen. Tevens zou er
een infectie kunnen ontstaan en er is kans op het ontstaan van een tijdelijk
doof gevoel wanneer er een zenuwtakje wordt geraakt. Dit komt echter niet vaak
voor. Eén tot twee dagen na het weghalen van het spierweefsel zult u wellicht
tijdens het bewegen in enige mate hinder ondervinden van een plaatselijk soort
spierpijn. Deze spierpijn zal vanzelf overgaan
De straling van de DEXA meting en de single-slice CT van een deel van het
bovenbeen is laag en hiervan zijn geen bijwerkingen te verwachten
Publiek
Debeyelaan 25
6202 AZ Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Debeyelaan 25
6202 AZ Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
kwetsbare, niet-obese (BMI <27 kg*m-2) mannelijke proefpersonen tussen de 70-90 jaar oud, zonder voorgeschiedenis van deelname in een specifiek trainingsprogramma de laatste 5 jaar, die voldoen aan tenminste 3 van deze criteria: 1) gewichtsverlies van 10% of meer sinds de leeftijd van 60 jaar, 2) zelf gerapporteerde laag energieniveau (3 op een 0-10 schaal), zich ongewoon moe voelen in de laatste maand, of ongewoon zwak; 3) laag energie verbruik, gedefinieerd als een score in de laagste 20% gemeten volgens een 6-item versie van de 'Minnesota Leisure Time Activity Questionnaire; 4) traagheid, gedefinieerd als scorend in onderste 20% van een test die loopsnelheid over 4,57 m meet; 5) gebrek aan kracht, gedefineerd als in de laagste 20% qua handgrip-kracht bij meting met een zogenaamde dynamometer.
Proefpersonen worden beschouwd als niet-frail en kunnen dienen als controlegroep als 1 of minder van de criteria wordt gehaald (met andere woorden, de controle groep bestaat uit niet-fraile ouderen).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria zijn: type I en II diabetes mellitus, gebruik van anticoagulantia, vrouwelijk geslacht, seniele dementie, deelname in ander trainingsprogramma.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33499.068.10 |