Biomerker studie; een studie om biomarkers voor eiwitinname te identificeren, een gerandomiseerde, gecontroleerde voedingsstudie

In epidemiologische studies wordt inname van nutrienten bij deelnemers meestal
nagevraagd door middel van vragenlijsten. Helaas kan recall bias hierbij leiden
tot misclassificatie van de deelnemers, en daardoor verzwakking van het
gevonden verband. Daarom zijn biomarkers van inname van nutrienten zeer nodig
om de inname betrouwbaarder te schatten dan met vragenlijsten, en om
vragenlijsten te valideren en te kalibreren.
Er zijn aanwijzingen dat verschillende typen eiwit een differentieel effect op
de gezondheid kunnen hebben. Helaas zijn gegevens over betrouwbare biomerkers
voor typen eiwit beperkt, dus het verband tussen typen eiwit en gezondheid zou
in observationele studies wel eens te laag ingeschat kunnen worden.
Daarnaast zijn er aanwijzingen dat typen eiwit een verschillende invloed kunnen
hebben op de filtratiesnelheid van de nieren, extracellulair volume en metabole
zuurbelasting.

Het primaire doel van deze volledig gecontroleerde voedingsproef is om
relevante biomerkers te identificeren voor eiwit uit zuivel, vlees, graan en
peulvruchten. Daarnaast willen we onderzoeken of verschillende typen eiwit de
filtratiesnelheid van de nier, het extracellulair volume, excretie van
mineralen en zuurexcretie beinvloeden.

De studie is een volledig gecontroleerde voedingsproef bestaande uit een
cross-overdesign met 1 week run in en 3 interventieperiodes van 1 week.
Deelnemers zullen gerandomiseerd worden in 1 van de 6 behandelingsvolgordes aan
het begin van de run-in periode.

Tijdens de eerste week krijgen de deelnemers een dieet met een normale samenstelling van macronutrienten. Na deze run-in periode zullen de deelnemers 3 verschillende dieten verstrekt krijgen met een hoog eiwit gehalte uit voornamelijk 1 bron: vlees, zuivel of graan en peulvruchten. Tijdens de studie zullen deelnemers 90% van hun energiebehoefte verstrekt krijgen. De overige 10% moeten ze zelf kiezen uit een lijst met voedingsmiddelen met een laag eiwitgehalte.

Tijdens de screeningsfase zullen de deelnemers een screeningsvragenlijst
invullen. Als zij volgens die vragenlijst in aanmerking komen voor het
onderzoek worden ze uitgenodigd voor een screeningsafspraak. Er zal tijdens
deze afspraak bloed afgenomen worden en er zal aan de deelnemers gevraagd
worden om een voedingsvragenlijst in te vullen. Dit llaatste om in te schatten
hoeveel energie ze per dag nodig hebben. Tenslotte zullen gewicht en lengte
gemeten worden.
De studie zal in totaal 4 weken duren. Tijdens deze periode zal 90% van de
energiebehoefte verstrekt worden. Deelnemers zullen op werkdagen voor de warme
maaltijd naar de afdeling Humane Voeding van de Wageningen universiteit komen.
De overige maaltijden en snacks krijgen ze in een pakket mee naar huis. Voor de
overige 10% van hun energie moeten de deelnemers kiezen uit een lijst met
voedingsmiddelen met een laag eiwitgehalte.
De deelnemers zullen gevraagd worden om alle bijzonderheden bij te houden in
een dagboekje en om precies bij te houden welke voedingsmiddelen ze uit de
lijst kiezen. Het gewicht zal twee keer per week gemeten worden en het
verstrekte energieniveau zal aangepast worden indien het gewicht verandert.
Bloedafname vindt plaats op de laatste dag van iedere periode (inclusief run
in). Dit zal gedaan worden door getrained personeel. Toch kan er mogelijk een
blauwe plek ontstaan op de plaats van afname. Omdat het risico klein is kan de
belasting als matig worden beschouwd.