HoofddoelstellingDit onderzoek richt zich op de uitkomsten van huiselijk geweld op verschillende niveaus in het gezinssysteem, waarbij we er van uit gaan dat de ernst van het huiselijk geweld een bepalende factor is. De relaties in het model worden…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
huiselijk geweld
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
huiselijk geweld - CTS2
emotionele veiligheid van het kind - SIS / SIMS-PR
Posttraumatische stress symptomen van het kind - TSCC / TSCYC
Secundaire uitkomstmaten
Posttraumatische stress symptomen van de ouders - TSI
Opvoedingsstress van de ouders - NOSIK
Blootstelling aan jeugdtrauma*s door ouders - ACE
Achtergrond van het onderzoek
Huiselijk geweld komt onder alle lagen van de bevolking en in alle culturen
voor en is één van de meest omvangrijke geweldsvormen in onze samenleving. Over
de directe en indirecte gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen in het
gezin bestaan grote zorgen. Deze zorgen hebben meestal betrekking op de
mogelijkheid dat blootstelling aan geweld tussen ouders leidt tot psychotrauma.
Buitenlands onderzoek geeft daar ook aanleiding voor; er zijn aanwijzingen voor
een verhoogde prevalentie van symptomen van posttraumatische stress
stoornissen. Andere uitkomsten bij de kinderen blijven mogelijk echter
onderbelicht. Een aantal onderzoekers betoogt dat de gevolgen van huiselijk
geweld zich breder uitstrekken, doordat het geweld een bedreiging vormt voor de
emotionele veiligheid die kinderen ontlenen aan hun gezinssituatie. Dit
onderzoek richt zich op beide gevolgen van het huiselijk geweld bij kinderen,
zowel de posttraumatische stress symptomen als de emotionele veiligheid en de
onderlinge relatie tussen deze gevolgen. In een conceptueel model gaan we er
vooralsnog van uit dat de ernst en de duur van het huiselijk geweld kunnen
variëren en dat dit verschillende gevolgen kan hebben voor het gezinssysteem.
In dit model wordt uitgegaan van directe effecten van het huiselijk geweld,
namelijk op traumasymptomen en emotionele veiligheid bij de kinderen en op
traumasymptomen en opvoedingsstress bij de ouders. Dit laatste effect kan
worden versterkt door traumatische gebeurtenissen in het verleden van de
opvoeders of gedempt door het kunnen beschikken over voldoende sociale steun
voor de opvoeder. De invloed van huiselijk geweld op emotionele (on)veiligheid
wordt gedeeltelijk gemedieerd door traumasymptomen en opvoedingsstress van de
ouders. De emotionele (on)veiligheid medieert gedeeltelijk de relatie tussen
huiselijk geweld en traumasymptomen bij de kinderen.
Doel van het onderzoek
Hoofddoelstelling
Dit onderzoek richt zich op de uitkomsten van huiselijk geweld op verschillende
niveaus in het gezinssysteem, waarbij we er van uit gaan dat de ernst van het
huiselijk geweld een bepalende factor is. De relaties in het model worden
getoetst bij gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld. De volgende
onderzoeksvragen staan centraal.
1. Hoe ziet de onderzoekspopulatie er uit op basis van de genoemde
uitkomstmaten, ten opzichte van de algemene bevolking.
2. Welke samenhang bestaat er tussen (de ernst en de soort) huiselijk geweld en
emotionele onveiligheid en traumasymptomen bij kinderen in gezinnen waarin
sprake is van huiselijk geweld die worden aangemeld bij de aanpak huiselijk
geweld in de G4.
3. Welke samenhang bestaat er tussen (de ernst en de soort) huiselijk geweld en
psychopathologie en opvoedingsstress bij opvoeders binnen gezinnen waarin
sprake is van huiselijk geweld die worden aangemeld bij de aanpak huiselijk
geweld in de G4.
4. Welke samenhang bestaat er tussen de traumasymptomen en opvoedingsstress bij
opvoeders en in hoeverre worden ze versterkt door traumatische ervaringen in
het verleden van opvoeders en gedempt door de aanwezigheid van sociale steun
voor de opvoeder.
5. In hoeverre wordt het effect van (de mate van) huiselijk geweld op
emotionele onveiligheid en daaruit volgend traumasymptomen bij kinderen
verklaard door de effecten van huiselijk geweld op psychopathologie en
opvoedingsstress bij opvoeders.
Een gedeelte van de gezinnen waar huiselijk geweld heeft plaatsgevonden zal
deelnemen aan interventies gericht op het stoppen van het huiselijk geweld en
het verminderen van de negatieve gevolgen daarvan. Het beloop van deze
uitkomsten wordt gevolgd, waarbij speciale aandacht is voor de verschillende
vormen van hulpverlening waar gezinnen met huiselijk geweld mee te maken
krijgen. De onderzoeksvragen die we in dit verband willen beantwoorden zijn:
6. Vertonen kinderen en ouders die na de aanmelding bij de aanpak één of meer
van de verschillende hulpvormen ontvangen een gunstiger beloop ten aanzien van
(de mate van) het huiselijk geweld ten opzichte van (de mate van) het huiselijk
geweld bij aanmelding van het gezin.
7. Indien vraag 6. positief wordt beantwoord, leidt een gunstiger beloop van
huiselijk geweld tot een gunstiger beloop van de verschillende uitkomsten in
het gepresenteerde model volgens de geschetste verbanden in het model.
8. Is er binnen de groep die hulp ontvangt een verband aan te wijzen tussen het
type uitkomst en het type accent dat wordt gelegd in de verschillende
hulpvormen?
Onderzoeksopzet
De studie past twee verschillende onderzoeksdesigns toe. Enerzijds wordt een
cohort studie uitgevoerd waarbij gezinnen die worden aangemeld bij de ASHG*s in
de vier grote steden gedurende langere tijd worden gevolgd en worden vergeleken
met gezinnen in de normale populatie. Ten behoeve van deze vergelijking wordt
een normeringstudie uitgevoerd voor de gebruikte uitkomstmaten. Anderzijds is
er sprake van een longitudinaal case-control cross-lagged panel design waarbij,
rekening houdend met het wel of niet deelnemen aan interventies (behandeling),
gemeten wordt of er iets is veranderd in de gezinnen.
Inschatting van belasting en risico
Het invullen van de verschillende vragenlijsten vraagt een kleine
tijdinvestering (tussen één en anderhalf uur voor opvoeders en tussen 10 en 20
minuten voor kinderen). Het invullen van de vragenlijsten kan voor het kind
minimaal belastend zijn, omdat hij/zij hierdoor herinnerd kan worden aan de
nare dingen die hij/zij heeft meegemaakt. Het invullen van de vragenlijsten
gebeurt onder professionele begeleiding, en, wanneer dit voor het kind te
belastend is, wordt de sessie (tijdelijk) gestaakt.
In de vragenlijsten voor opvoeders worden vragen gesteld over onderwerpen die
misschien vervelende herinneringen oproepen. Ook is het mogelijk dat men zich
schaamt over sommige dingen waar naar gevraagd wordt. Indien opvoeders aangeven
dat het invullen van de vragenlijsten voor hen vervelend is en ze daarover met
iemand willen praten, dan kunnen ze door de begeleidende onderzoeker worden
doorverwezen naar de hulpverlening.
Publiek
Van der Boechorststraat 1
1081 BT Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Van der Boechorststraat 1
1081 BT Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Gezinnen (minimaal één ouder en één kind tussen 3 en 18 jaar oud) waarin huiselijk geweld heeft plaatsgevonden het afgelopen jaar.
Ouders hebben toestemming gegeven voor deelname aan het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De ouder(s) en/of het kind hebben een intellectuele beperking.
Ouder(s) en/of kind spreken en begrijpen onvoldoende Nederlands.
Een van de of beide ouders stemmen niet in met deelname van het kind aan het onderzoek.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34004.029.10 |