Het effect bestuderen van het opheffen van een obstructieve cholestase dmv biliaire drainage met of zonder rifampicine op serum bilirubine concentraties, kwaliteit van leven, jeuk intensiteit, en serum en/of biliaire galzout, ATX, LPA, FGF-19 en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Serum bilirubine
Secundaire uitkomstmaten
• Kwaliteit van leven(QoL; SF-36) en jeuk intensiteit (VAS),
• Serum: galzout profiel, lysofosfaticide zuur, autotaxine, fribroblast growth
factor 19, Asat, Alat, alkalisch fosfatase en gamma-glutamieltransferase
• Gal: lysofosfaticide zuur, autotaxine, fribroblast growth factor 19 en
bicarbonaat
Achtergrond van het onderzoek
Het antibioticum rifampicin is bekend als een activator van de nucleaire
receptor pregnaan X receptor (PXR). In vitro en in vivo studies hebben
aangetoond dat rifampicine, door een PXR-ligand te zijn, mogelijk verschillende
farmacologische targets heeft voor de behandeling van cholestatische
leverziekten en daarbij de lever cel secretie en cholestase geïnduceerde jeuk
klachten kunnen verbeteren. In een pilot-studie waarbij acht patiënten met
progressief hepatocellulair secretie falen (serum-bilirubine >255µmol/L) werden
behandeld met rifampicine resulteerde in een verbetering van serum bilirubine
waarden, alsmede een snelle verbetering van de jeuk klachten (artikel is in
aanmaak). Rifampicine is effectief bij cholestase geïnduceerde pruritus (jeuk).
Het is aangetoond dat kort-durig behandeling, korter dan twee weken, met
PXR-agonisten zoals rifampicine veilig is. Gebruik van rifampicine voor een
kort tijdbestek is geassocieerd met aan laag risico op hepatotoxiciteit,
rifampicine-geinduceerde hepatitis wordt alleen gezien na meer dan 2 tot 3
maanden van behandeling.
Verscheidende cholestatische leverziekten worden geassocieerd met
jeuk/pruritus. Recente resultaten in onze groep suggeren dat lysofosfaticide
zuur (LPA) en autotaxine (ATX) een belangrijke rol spelen in cholestatische
pruritus. Echter, de herkomst van de verhoogde ATX waarden in serum moet nog
worden opgehelderd. Het is ons doel om de aard van deze materie te achterhalen.
Zonder adequate therapie kunnen chronisch cholestatische lever ziektes zich via
stadia van inflammatie ontwikkelen tot fibrose en uiteindelijk cirhose. De
functie van galzout tijdens cholestase is tweeledig; aan de ene kant fungeren
ze als pro-inflammatoire component, aan de andere kant als ligand voor membraan
gebonden en nucleaire receptoren. Het is onbekend hoe hepatocyten en
cholangiocyten weerstand bieden tegen deze schadelijke component in de gal.
Onze hypothese is dat HCO3- (bicarbonaat) een belangrijke rol speelt als
beschermings mechanisme tegen schadelijke componenten in de gal.
Doel van het onderzoek
Het effect bestuderen van het opheffen van een obstructieve cholestase dmv
biliaire drainage met of zonder rifampicine op serum bilirubine concentraties,
kwaliteit van leven, jeuk intensiteit, en serum en/of biliaire galzout, ATX,
LPA, FGF-19 en bicarbonaat concentraties in patiënten die als standaard
behandeling bij obstructieve cholestase een biliaire drainage via percutane of
endoscopische route ondergaan.
Onderzoeksopzet
Interventionele studie (rifampicin 150mg/bd voor zeven dagen) met invasie
metingen (bloedafname 4 x 15 ml).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Rifampicine 150 mg twee maal daags voor zeven dagen
Inschatting van belasting en risico
Patiënten die worden opgenomen vanwege een PTC of ERC verblijven regelmatig
voor tenminste 24 uur in het ziekenhuis en worden na een week teruggezien op de
polikliniek.
Bloed afname zal op de dag van de PTC/ERCP, na 24 uur, na een week en vier
weken worden verricht. In totaal zullen zes gal-monsters worden afgenomen van
de gal drainage. Vijf gal-monsters in de eerste vierentwintig uur en een
gal-monster na een week. De risico's die met deze studie zijn verbonden zijn
gerelateerd met de bloed afnames; het ontwikkelen van een hematoom of het
verkrijgen van een flebitis. Andere belastbaarheid kan komen van het gebruik
van rifampicine (zoals is beschreven in het Farmacotherapeutisch kompas;
bijwerkingen) Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, epigastriale pijn,
meteorisme, braken en diarree. Huidverschijnselen als 'rash' (zelden ernstiger
huidreacties), verhoging leverenzymwaarden, geelzucht, sufheid, hoofdpijn,
duizeligheid. het gebruik van rifampicine voor een korte periode is
geassocieerd met een lage incidentie van hepatotoxiciteit, pas na een
continuerend gebruik van 2 tot 3 maanden wordt een rifampicin geinduceerde
hepatitis waargenomen.
Publiek
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Man/vrouw met ernstige obstructieve cholestase waarbij gal drainage dmv PTC of ERCP klinisch is geïndiceerd
- Een bevestigde diagnose van obstructieve cholestase dmv echo-scan, magnetic resonance cholangiopancreatographie (MRCP) en/of endoscopische retrograde cholangiopancreatographie (ERCP).
- Leeftijd tussen 18-90 jaar
- Moet in staat zijn volledig geschreven ínformend consent'te geven en te begrijpen
- Hyperbilirubinemie > 170 umol/L
- Cholestatisch serum enzym patroon
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patienten met alleen hepatocellular, non-obstructieve cholestase waarbij galdrainage dmv PTC of ERCP klinisch niet is geindiceerd
- Patienten bekend met een allergie voor rifampicin
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-001549-34-NL |
CCMO | NL34567.018.11 |
OMON | NL-OMON24804 |