Het algemene doel van het onderzoek is het valideren en bepalen van de klinische en economische toegevoegde waarde van a) nieuwe diagnostische tests die zijn ontwikkeld in WP1 (PET tracers), WP2 (ultra high field MRI) en WP3 (CSF) van het LeARN…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Structurele hersenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Biomarkers in liquor
- Magnetic Resonance Imaging (MRI)
Ernst ziekte:
- MMSE
- CDR
Kwaliteit van leven:
- Euro-Qol-5D (patiënt en mantelzorger)
- QoL-AD (patiënt en mantelzorger)
Kosten:
- RUD-Lite
- ProDisq
- Other resource use
- Health and labour questionnaire
Secundaire uitkomstmaten
- Demografische en administratieve gegevens
- Algemene klinische gegevens
Vragenlijsten patient:
- NPI
- DAD
- GDS-15
Neuropsychologisch onderzoek
Lasten mantelzorger:
- SoCQ
- CareQol
Achtergrond van het onderzoek
Er bestaan vele diagnostische procedures voor dementie, waarvan de meerderheid
is gebaseerd op klinische beoordeling en neuropsychologische tests. De laatste
jaren zijn er meer accurate en tijdbesparende technieken ontwikkeld, waaronder
met name hersenimaging technieken (MRI, PET) en biomarkers (in CSF). Deze
behoren echter niet tot de standaard diagnostische procedure en bovendien is de
waarde van deze technieken in termen van kosteneffectiviteit nog onbekend. Met
behulp van een economisch model kan worden onderzocht wat de accuraatheid,
kwaliteit van leven en kosten zijn van deze nieuwe diagnostische technieken.
Daarnaast kan men ze vergelijken met de huidige klinische standaard en kan er
bekeken worden wat de voordelen zijn met betrekking tot vroegdiagnostiek bij de
ziekte van Alzheimer.
Doel van het onderzoek
Het algemene doel van het onderzoek is het valideren en bepalen van de
klinische en economische toegevoegde waarde van a) nieuwe diagnostische tests
die zijn ontwikkeld in WP1 (PET tracers), WP2 (ultra high field MRI) en WP3
(CSF) van het LeARN project, en b) andere opkomende diagnostische tests voor de
ziekte van Alzheimer, vergeleken met de huidige diagnostische en klinische
standaard, en c) het ontwikkelen van een *decision analytic model* dat kan
worden gebruikt voor de integratie van a) en b).
Onderzoeksopzet
Prospectieve cohortstudie.
De reguliere diagnostiek van patiënten die de geheugenpolikliniek bezoeken is
zodanig ingericht dat de gegevens die op gestandaardiseerde wijze worden
verzameld tijdens het diagnostisch proces eenduidig worden opgeslagen. Dit
maakt uitwisseling met andere Universitaire Medische Centra (UMC's) mogelijk.
In onderling overleg hebben de verantwoordelijke participanten in de 4 UMC's
een minimale dataset vastgesteld die op vastgestelde momenten (naast baseline
ten tijde van diagnostiek, ook deels vervolgonderzoek na 1 en 2 jaar) zal
worden geregistreerd. Het betreft hier gegevens die in het normale zorgproces
ook al worden aangevraagd, maar niet altijd op een gestandaardiseerde manier.
De standaardisering betreft zowel de manier waarop de gegevens van de patiënten
worden gevraagd als de vastlegging ervan in een database. Hoewel de aard van de
zorg gelijk blijft, kan het nodig zijn om de organisatie van het zorgpad aan te
passen om aan de stanaardisatie ten bate van het project te voldoen.
De dataverzameling zal prospectief en (deels) longitudinaal zijn, met een
jaarlijkse follow-up. De aanname is dat de inclusie in 2009 van start zal gaan,
met een inclusieperiode en follow-up van twee jaar.
Extra lichaamsmateriaal in de vorm van liquor (3ml), zoveel mogelijk
aansluitend bij de reguliere afname van lichaamsmateriaal, zal worden verzameld
en opgeslagen in de biobank. Daarnaast worden er extra MRI sequenties afgenomen
(15 minuten) en extra vragenlijsten (half uur) voor de verzorger van de
patiënt. Extra lichaamsmateriaal (liquor en MRI) wordt alleen verzameld bij
baseline; vragenlijsten worden afgenomen bij de mantelzorger/naaste van de
patiënt bij baseline en bij follow-up na 3, 12 en 24 maanden. Liquor wordt
gecentrifugeerd, uitgevuld in 0.5ml cryovials, en opgeslagen bij -80oC. Het
lichaamsmateriaal wordt gecodeerd opgeslagen in de biobanken van de
verschillende UMC's.
Inschatting van belasting en risico
Liquor: over het risico dat gepaard gaat met een lumbaalpunctie bestaat veel
onduidelijkheid. Anders dan vaak gedacht is het risico nagenoeg
verwaarloosbaar. Met het gebruik van een dunne, a-traumatische naald is de kans
op postpunctionele hoofdpijn, de meest voorkomende complicatie, minder dan 10%.
De hoeveelheid liquor die wordt afgenomen speelt daarbij geen rol, zolang het
niet meer is dan 30ml. Bij patiënten met de ziekte van Alzheimer en milde
cognitieve stoornissen is het risico nog lager, namelijk minder dan 2%.
Bovendien ervaren zij ook minder last van pijn tijdens de punctie. Andere
complicaties zoals meningitis en subduraal spinaal hematoom zijn zeer zeldzaam
(Peskind ER, Alz Dis Assoc Disord 2005; 19:220-225).
MRI: deelnemende patiënten en verzorgers worden niet blootgesteld aan invasieve
meetmethoden of andere risicovolle omstandigheden. De MRI scans worden
grotendeels meegenomen voor de reguliere patiëntenzorg.
Publiek
Dr. Tanslaan 12, Postbus 616
6200 MD Maastricht
NL
Wetenschappelijk
Dr. Tanslaan 12, Postbus 616
6200 MD Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Alle nieuwe opeenvolgende patiënten van de deelnemende geheugenpoliklinieken die ervan worden verdacht te lijden aan een primaire neurodegeneratieve aandoening. Dat wil zeggen, alle patiënten met subjectieve en/of objectieve geheugenklachten.
- CDR 0, 0.5 of 1
- Mini Mental State Examination (MMSE) score van 20 of hoger.
- Beschikbaarheid van een betrouwbare informant of mantelzorger (die minstens één keer per week contact heeft met de patënt).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Normal Pressure Hydrocephalus (NPH)
- Ziekte van Huntington
- Recentelijk doorgemaakt Transient Ischaemic Attack (TIA) (<2 jaar) of Cerebral Vascular Accident (CVA) of TIA/CVA met aansluitend (binnen 3 maanden) cognitieve achteruitgang
- Geschiedenis van schizofrenie, bipolaire stoornis of psychotische problemen (< 12 maanden)
- Major depressie (< 12 maanden)
- Cognitieve problemen a.g.v. overmatig alcoholgebruik (klinisch oordeel)
- Hersentumor, epilepsie, encephalitis
- Afwezigheid van betrouwbare informant
- Verwachting dat patient niet beschikbaar is voor follow-up
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL25214.068.09 |