Het doel van deze studie is om te onderzoeken of glucagon-gemedieerde activatie van de calcineurine-pathway geassocieerd is met LVH in ernstig insuline resistente patienten.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Myocardaandoeningen
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt van deze studie zal een significant verschil (P<0.05) zijn in
glucagon levels en calcineurine activatie tussen de verschillende groepen (LVH
vs. geen LVH)
Secundaire uitkomstmaten
Secundair eindpunt van deze studie zal een significant verschil (P<0.05) zijn
in NT-proBNP en galectine-3 levels tussen de verschillende groepen (LVH vs.
geen LVH)
Achtergrond van het onderzoek
Diabetes Mellitus is een complexe, multifactorieel syndroom gekarakteriseerd
door een defect in de insuline secretie en insuline resistentie. Vastende en
postprandiale hyperglykemieën zijn het resultaat van een gedysreguleerde
hepatische glucose productie en verminderde glucose opname, welke vaak worden
toegekend aan een verminderde activiteit van insuline.
Wang et al. lieten recent zien dat glucagon CRTC2 defosforylatie promoot
tijdens vasten door een toename van cytoplasmatisch calcium te triggeren. Dit
gebeurt via de fosforylatie van de InsP3Rs welke leidt tot calcineurine
activatie en uiteindelijk een toename van de gluconeogenese. Zij vonden dat, in
diabetes, InsP3Rs en calcineurine activiteit verhoogd is, leidend tot
opregulatie van de gluconeogenese. Uitschakeling van ofwel calcineurine als
InsP3Rs in db/db muizen verlaagde de hepatische gluconeogenese (1). Dit wekt de
indruk dat middelen die de activiteit van InsP3Rs en calcineurine kunnen
remmen, ervoor kunnen zorgen dat CRTC2 defosforylatie en hepatische
gluconeogenese in diabetische patienten wordt geremd.
Daarnaast is bekend dat, naast zijn betrokkenheid in diabetes, een verhoogde
calcineurine activiteit ook geassocieerd wordt met en inductie van
linkerventrikel hypertrofie (2). In deze studie willen we daarom ook
onderzoeken of glucagon-gemedieerde activatie van calcineurine geassocieerd is
met linkerventrikelhypertrofie in ernstig-insuline resistentie diabetische
patiënten.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om te onderzoeken of glucagon-gemedieerde activatie
van de calcineurine-pathway geassocieerd is met LVH in ernstig insuline
resistente patienten.
Onderzoeksopzet
Prospectieve single-center case-control study waarin een proof of principle
getest wordt.
Inschatting van belasting en risico
Patienten zullen een echo van het hart, een MRI van het hart en bloedonderzoek
ondergaan. Aan de echo is geen risico verbonden. De belasting is daarnaast ook
laag. Gedurende de MRI scan zal gadolinium contrast worden ingespoten. Het
risico op bijwerkingen hiervan is zeer zeldzaam (0.066% van alle onderzoeken
waarbij gadolinium gebruikt wordt). Dit zijn o.a. het optreden van hoofdpijn,
misselijkheid, jeuk en huiduitslag. In ernstige gevallen kunnen een allergische
reactie en/of shock optreden tegen dit contrastmiddel. Op de plaats waar de
injectie met het contrastmiddel heeft plaatsgevonden kan een tijdelijke
gevoelige plek ontstaan, met soms wat zwelling of ontstaan van een blauwe plek.
Zeer sporadisch ontstaat hier een ontsteking.
Er zal éénmalig ongeveer 40 mL bloed worden afgenomen waarna een blauwe plek
kan ontstaan.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patient is ouder dan 18 jaar
2. Insuline-resistentie waarvoor patient meer dan 1.5 IU/kg/dag nodig heeft
3. Geschreven informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een bekende cardiale voorgeschiedenis.
2. Patienten die glucagon-verlagende medicamenten ontvangen als DPP4-inhibitoren (Saxagliptine, Sitagliptine en Vildagliptine) en incretine-mimetica (Exenatide en Liraglutide)
3. Patienten die behandeld worden met immunosuppressieve medicamenten als cyclosporine A, tacrolimus of pimecrolimus.
4. Patienten met huidig ongecontroleerde hypertensie of ongecontrolleerde hypertensie in de afgelopen twee jaar (meting van een systolische bloeddruk van > 165 mmHg of diastolische bloeddruk > 105 mmHg op elk moment in de afgelopen twee jaar)
5. Aanwezigheid van elke cardiale abnormaliteit gezien tijdens echocardiogram (klinisch significant kleplijden, ernstige congenitale afwijkingen, asymmetrische hypertrofie met een wand groter dan 15 mm terwijl de andere gebieden < 10 mm dik zijn, gedilateerde cardiomyopathieën)
6. Patienten met een contraindicatie voor MRI of gadolinium contrast (claustrofobie, geimplanteerde electronische devices, kreatinine > 200 µmol/L bepaald ten minste binnen 3 maanden voor inclusie, bewezen gadolinium contrast allergie)
7. Aanwezigheid van een glucagonoom.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL41800.018.12 |