Perceptie van kabel bedieningskrachten en verplaatsingen tijdens de bediening van een lichaamsbekrachtigde prothese

Het gebruik van armprothesen is op dit moment erg laag: 20 tot 40% van de
mensen met een armdefect dragen geen prothese en 40-60% gebruiken niet de
volledige functionaliteit van de prothese (Plettenburg, 2006). Gebruikers van
lichaamsbekrachtigde arm prothesen klagen dat de schouderbandage tijdens het
gebruik in de oksel snijdt en dat de bediening van de prothese vermoeiend is
(Biddiss, 2007). Onderzoeken van Smit en Plettenburg (2010 en 2012) tonen aan
dat commercieel verkrijgbare lichaamsbekrachtigde armprothesen (te) hoge
bedieningskrachten van de gebruiker vragen. De bedieningskrachten moeten daarom
verlaagd worden. Daarnaast is het zo dat te lage bedieningskrachten ertoe
kunnen leiden dat mensen bedieningskrachten niet goed kunnen voelen en
besturen. Met dit onderzoek willen wij in kaart brengen met welke
bedieningskrachten een prothese het beste bestuurd kan worden. Tegelijkertijd
willen wij kijken of kabelverplaatsingen invloed hebben op de 'ideale'
bedieningskrachten. Verder willen wij d.m.v. maximale krachtmeting informatie
over de fysieke capaciteiten van een gebruiker in kaart brengen. Dit kan dan
gerelateerd worden aan de 'ideale' bedieningskrachten per persoon. Wij willen
aan de hand van de resultaten een nieuwe fysiologisch besturingssysteem voor
armprothesen ontwikkelen waarmee wij de bedieningskrachten en verplaatsingen
aan de fysieke capaciteiten van de gebruiker aan kunnen passen.

Het doel van dit onderzoek is het bepalen van geschikte bedieningskrachten en
-verplaatsingen voor lichaam bekrachtigde arm prothesen.

Cohort analytic study

n.v.t.

Aangezien het experiment eenmalig over 2 uur uitgevoerd wordt (pauzes en uitleg
zijn hierin al opgenomen) representeert dit experiment het gebruik van een
prothese over een beperkt gedeelte van de dag. Ten alle tijden heeft de
proefpersoon het recht om uit te rusten en het experiment af te breken mochten
de belastingen van het experiment te hoog worden.
Verder zijn de opgelegde krachten tijdens de experimenten lager dan de krachten
die gevraagd worden bij het bedienen van commercieel verkrijgbare prothesen. De
maximale krachten worden alleen over 3 seconden getest.
Voor het gehele experiment zijn de risico's daarom verwaarloosbaar klein.