Primair objectiefHet beoordelen of BRV de psychomotorische en cognitieve negatieve effecten van ethanol beïnvloed.Secundair objectiefHet beoordelen van de PK interactie tussen BRV en ethanolHet beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Convulsies (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
PD variabelen
• Saccadissche oogbewegingen voor het meten dan sedatie
• Smooth pursuit oogbeweging voor het beoordelen van de attentie en oog
coördinatie
• Adaptive tracking voor het beoordelen van de visueel-motorische controle en
attentie
Secundaire uitkomstmaten
PK variablelen
BRV: de ruimte onder de plasma-concentratie cureve, the maximale concentratie,
en de halfwaarde tijd, etc..
Ethanol: de serum ethanol concentratie, de adem ethanol concentratie en de
totale ethanol dosering, etc..
Veiligheid:
Incidentie en ernst van de bijwerkingen, bloeddruk en pols en klinisch
chemische laboratorium testen
Achtergrond van het onderzoek
Brivaracetam (BRV) wordt momenteel onderzocht als additionele behandeling voor
de indicatie refractaire epilepsie. Als onderdeel van het geneesmiddel
ontwikkelingsplan van BRV is het belangrijk om de mogelijke farmacokinetische
(PK) en farmacodynamische (PD) interacties tussen BRV en ethanol, een van de
meest gebruikte genotsmiddelen in de westerse samenleving.
Doel van het onderzoek
Primair objectief
Het beoordelen of BRV de psychomotorische en cognitieve negatieve effecten van
ethanol beïnvloed.
Secundair objectief
Het beoordelen van de PK interactie tussen BRV en ethanol
Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid bij het gelijktijdig
toedienen van BRV en ethanol
Onderzoeksopzet
Dit is een single-centrum, dubbelblind, gerandomiseerd, placebo gecontroleerd,
drieweg cross over, fase 1 studie in 18 gezonde vrijwilligers.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle geschikte proefpersonen ontvangen: ethanol + BRV 200 mg, ethanol placebo + BRV 200 mg, en ethanol + BRV placebo en gerandomiseerde volgorde.
Inschatting van belasting en risico
Bij de keuring kunnen klinsich significante aandoeningen aan het licht komen.
De studie dagen zijn intensief (CNS-batterij, ethanol infussie, bloedafnames,
ECG, bloedddruk en pols metingen).
De effecten van alcohol zijn bekend en bestaan vaak uit een *dronken-gevoel*,
slaperigheid, hoofdpijn of duizeligheid. Daarnaast kan de infusie van alcohol
in het begin geïrriteerd of pijnlijk aanvoelen in de arm. De meest voorkomende
bijwerkingen van brivaracetam in gezonde vrijwilligers zijn duizeligheid,
slaperigheid, moeheid, *dronken-gevoel*, euforisch gevoel, hoofdpijn, slapheid
en misselijkheid. Mogelijke bijwerkingen van brivaracetam in combinatie met
alcohol zijn verergeringen van de bijwerkingen van de afzonderlijke middelen.
Publiek
Allée de la Recherche 60
Brussels B-1070
BE
Wetenschappelijk
Allée de la Recherche 60
Brussels B-1070
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon begrijpt en heeft het door de ethische commissie goedgekeurde toestemmingsformulier voor vrijwilligers ondertekend en gedateerd.
2. De proefpersoon is in staat om te communiceren met de onderzoeker in de lokale taal, begrijpt en voert de verplichtingen van de studie uit.
3. De proefpersoon wordt door de onderzoeker betrouwbaar en capabel geacht om de opdrachten van het protocol te volgen.
4. De proefpersoon is tussen de 18 en 55 jaar oud, inclusief, ten tijde van de keuring.
5. De proefpersoon heeft een BMI tussen de 18- 30kg/m2, inclusief, ten tijde van de keuring.
6. De proefpersoon heeft een bloeddruk en polsfrequentie binnen de normaal grenzen gemeten aan de dominante arm tijdens de keuring en na 5 minuten in liggende positie. Bovendruk is tussen 100-145 mmHg (inclusief); onderdruk tussen 50-90 mmHg (inclusief) en de polsfrequentie is tussen de 45-90 slagen per minuut.
7. Het ECG van de proefpersoon vertoont geen klinische relevante afwijkingen volgens de onderzoeker tijdens de keuring.
8. De proefpersoon is in goede fysieke en mentale gezondheid naar de mening van de onderzoeker en bepaald op basis van de medische voorgeschiedenis en algemeen klinisch onderzoek tijdens de keuring.
9. De proefpersoon heeft een normale nier en lever functie, gemeten door middel van klinisch laboratorium test waarden (klinische chemie, - hematologie en urineanalyse) die binnen de normaal grenzen vallen, tijdens de keuring. In het geval de test resultaten buiten de normaal grenzen vallen, wordt dit als niet significant beoordeeld door de onderzoeker.
10. De proefpersoon heeft toegankelijke aderen.
11. De proefpersoon stemt in met de voorwaarde dat hij tijdens de studie en gedurende de drie daaropvolgende maanden tijdens de gemeenschap (tussen mannen met vrouwen die mogelijk zwanger kunnen worden), een zeer effectief anticonceptie middel gebruikt (condooms met zaaddodende pasta), EN dat de respectievelijke partner een additioneel anticonceptivum gebruikt zoals; a. een pessarium met zaaddodende pasta; b. een spiraaltje of c. de pil (of soortgelijk middel).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De proefpersoon heeft eerder deelgenomen aan deze studie, of heeft eerder een behandeling toegekend gekregen van het te onderzoeken geneesmiddel in deze studie.
2. De proefpersoon heeft deelgenomen aan een andere studie met een te onderzoeken geneesmiddel in de afgelopen 3 maanden voorafgaand aan de keuring, of heeft in het afgelopen jaar in meer dan 4 geneesmiddelen studies deelgenomen.
3. De proefpersoon heeft een voorgeschreven of vrij verkrijgbaar geneesmiddel (inclusief geneeskruiden zoals Sint Jan Kruid) in de 7 dagen en/of 5 halfwaardetijden voorafgaand aan de. Het gebruik van paracetamol in deze periode voorafgaand aan de keuring is mogelijk acceptabel en afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker.
4. De proefpersoon heeft een bekende overgevoeligheid voor enig bestanddeel van het onderzoeksgeneesmiddel.
5. De proefpersoon heeft in het verleden of is thans bekend met drugs of alcohol misbruik.
6. De proefpersoon heeft in het verleden of thans een gemiddeld alcohol gebruik van meer den 21 eenheden per week of een gemiddelde dagelijkse inname van meer dan 3 eenheden in de afgelopen 6 maanden voorafgaand aan de studie. Een eenheid is gelijk aan een halve pint (220mL) bier, of een eenheid (25 mL) drank of een glas wijn (125 mL).
7. De proefpersoon test positief voor alcohol (ademtest) en / of drugs (urine test) tijdens de keuring.
8. De proefpersoon heeft een ethanol intolerantie.
9. De proefpersoon heeft een gemiddeld cafeïne gebruik van meer dan 800 mg cafeïne per dag (1 kopje koffie bevat ongeveer 100 mg cafeïne, 1 kopje thee ongeveer 30 mg en 1 glas cola ongeveer 20 mg).
10. De proefpersoon heeft in de afgelopen drie maanden voorafgaand aan de keuring gerookt of is niet in staat om tijdens de studie het roken te staken.
11. De proefpersoon heeft in de 14 dagen voorafgaand aan de keuring grapefruit, grapefruit sap, grapefruit bevattende producten, of sterfruit gedronken of is niet in staat om deze producten tijdens de studie niet te nemen.
12. De proefpersoon is niet gevaccineerd voor hepatitis of test positief voor hepatitis tijdens de keuring.
13. De proefpersoon heeft een positieve test voor HIV tijdens de keuring.
14. De proefpersoon heeft in de drie maanden voorafgaand aan de keuring een significante hoeveelheid bloed (500 mL) afgestaan of verloren.
15. De proefpersoon heeft in het verleden of thans een duidelijke aanwijsbare ziekte en of een chirurgische of medische aandoening die in de ogen van de onderzoeker kunnen interfereren met de absorptie, distributie, het metabolisme of de excretie van BRV of ethanol.
16. De proefpersoon heeft ooit in zijn leven een zelfmoordpoging gedaan (inclusief een echte poging, een onderbroken poging of afgebroken poging), of heeft zelfmoord gedachten in de afgelopen 6 maanden zoals duidelijk wordt bij een positief antwoord of vraag 4 of 5 van de Columbia Zelfmoord Beoordelings Schaal (CSSRS) tijdens de keuring.
17. De proefpersoon is een werknemer van de onderzoeker van de studie of van het studie centrum, of een 1ste graad familielid van een van de werknemers van het onderzoekscentrum of van de onderzoeker.
18. Iedere omstandigheid of conditie van de proefpersoon, die naar mening van de onderzoeker, een effect heeft of de volledige deelname of compliantie van de studie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2012-002591-14-NL |
CCMO | NL41930.056.12 |