1) Het primaire doel van deze pilot studie is het vergelijken van de klonale samenstelling van het TCR repertoire in een suralis zenuwbiopt met de klonale samenstelling in perifeer bloed van patiënten met actieve CIDP met als doel om pathogene T-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
- Perifere neuropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1) Frequentie en overlap van geëxpandeerde klonen in het suralis zenuwbiopt en
perifeer bloed in patiënten met actieve ziekte (Group 1).
2) Verandering in frequentie van geëxpandeerde klonen in bloed
a) vergelijken van actieve ziekte met stabiele ziekte (Group 1)
b) vergelijken van stabiele ziekte tijdens IVIg onderhoudsbehandeling met
actieve ziekte na het stoppen van de behandeling (Group 2).
Secundaire uitkomstmaten
1. MRC sum score (spierkracht)
2. INCAT sensory sum score (gevoelsstoornissen)
3. INCAT disability scale (beperkingen schaal)
4. Suralis zenuwbiopt vragenlijst (alleen in Groep 1)
Achtergrond van het onderzoek
Corticosteroïden, intraveneus immunoglobuline (IVIg) en plasmaferese zijn de
enige bewezen behandelingen voor CIDP. Circa 20% van de patiënten reageren
onvoldoende op alle behandelingen. Meeste patiënten hebben een langdurige
onderhoudsbehandeling nodig zoals dagelijks prednison of infusies met IVIg.
Helaas hebben beide behandelingen nadelen of bijwerkingen. Behandeling met
corticosteroïden is eenvoudig en goedkoop maar behandeling kan gepaard gaan met
ernstige bijwerkingen, vooral bij langdurig gebruik. IVIg leidt tot minder
bijwerkingen maar moet intraveneus worden toegediend elke 2 tot 4 weken,
begeleid door een thuiszorgverpleegkundige of in een ziekenhuis, en is zeer
duur. Onderhoudsbehandeling wordt verder bemoeilijkt doordat het moeilijk is om
patiënten te identificeren die lagere onderhoudsdoseringen of zelfs helemaal
geen behandeling nodig hebben aangezien patiënten weinig tot geen klachten
ervaren tijdens de behandeling. Uit studies is gebleken dat patiënten vaak te
lang en te hoge doseringen onderhoudsbehandeling krijgen, soms met alle
gevolgen van dien.
Het ontstaansmechanisme van CIDP is onduidelijk hoewel enkele studies een
belangrijke rol van T-cellen hebben gesuggereerd. Beter inzicht in de
pathogenese is nodig om nieuwe behandelstrategieën op te stellen en om
biomarkers die met ziekteactiviteit correleren te ontwikkelen die de
onderhoudsbehandeling kunnen vergemakkelijken. Recent, heeft ons Genoom Analyse
afdeling een methode ontwikkeld om het T-cel receptor repertoire van T-cellen
te typeren door middel van high throughput sequencing van T-cel RNA. Met deze
methode willen we exploreren of geexpandeerde T-cel klonen in zowel
zenuwbiopten als in bloed aanwezig zijn in patiënten met actieve CIDP en of het
aantal klonen correleert met de mate van ziekteactiviteit.
Doel van het onderzoek
1) Het primaire doel van deze pilot studie is het vergelijken van de klonale
samenstelling van het TCR repertoire in een suralis zenuwbiopt met de klonale
samenstelling in perifeer bloed van patiënten met actieve CIDP met als doel om
pathogene T-cel klonen te identificeren.
2) Het tweede doel is het vergelijken van de frequentie van geëxpandeerde T-cel
klonen in perifeer bloed in verschillende ziekteactiviteit stadia.
Onderzoeksopzet
Een observationele pilot studie.
Inschatting van belasting en risico
Het belangrijkste risico van deze studie zijn bijwerkingen van de anterior
suralis fascikel biopsie. Een blijvende dove plek op de zijkant van de voet
wordt in circa 1/3 van de gevallen beschreven. Andere mogelijke bijwerkingen
zijn perioperatieve pijn, paresthesieen en dysesthesie (vervelend gevoel bij
aanraken) in circa 1/3 van de patiënten en soms een wondinfectie. Lange termijn
studies hebben laten zien dat vermindering van symptomen mogelijk is tot 5 jaar
na een biopsie. In bijna alle patiënten werden de bijwerkingen van het suralis
biopt als gering beoordeeld en leidden niet tot functionele beperkingen.
Zenuwbiopten zullen alleen worden verricht in patiënten met klinische en
elektrofysiologische aanwijzingen voor een fors gestoorde functie van de
suralis zenuw. Dit is belangrijk, niet alleen om sampling error (afwezigheid
van ontsteking in biopsie) te vermijden, maar ook omdat het sterk de kans
verlaagt dat een persisterend gevoelsstoornis het gevolg zal zijn van het
zenuwbiopt. Meeste CIDP patiënten die goed reageren op behandeling doen dat
namelijk op spierkracht terwijl distale gevoelsstoornissen meestal blijven
bestaan.
Publiek
Meibergdreef 9
AMSTERDAM 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
AMSTERDAM 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Groep 1
- Volwassenen (>18 jaar)
- Voldoen aan de EFNS/PNS criteria voor waarschijnlijk of zeker CIDP
- Klinische verschijnselen in het verzorginsgebied van de nervus suralis in 1 of beide benen EN afwezige sensory nerve action potential (SNAP) bij geleidingsonderzoek.
Groep 2
-Volwassenen (>18 jaar)
- Voldoen aan de EFNS/PNS criteria voor waarschijnlijk of zeker CIDP
- Patienten met onderhoudsbehandeling met intraveneus immunoglobuline (IVIg) die in aanmerking komen om IVIg te stoppen om IVIg afhankelijkheid te bevestigen
- Geen fluctuaties in klinische conditie of IVIg dosering in de laatste 3 maanden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Andere ziekten die neuropathie kunnen veroorzaken
- Gebruik van geneesmiddelen die een neuropathie kunnen veroorzaken
- Gebruik van immunosuppresiva in de laatste 3 maanden
- Weigering toestemming te verlenen of intrekken van eerdere gegeven toestemming
- Wilsonbekwaam
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL42328.018.12 |