Het primaire doel is het meten van R2 latenties, amplitude, duur, oppervlak en habituatie van de electrisch opgewekte 'nociceptie specifieke' blink reflex voor en na zuurstofbehandeling met een stroomsnelheid van 12 l/min tijdens een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hoofdpijnen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn:
- verschillen in R2 latentie, amplitude, duur, oppervlak en habituatie gemeten
aan beide zijden, tussen de verschillende tijdpunten: voor een clusterhoofdpijn
aanval (zonder zuurstofbehandeling), onmiddelijk na het begin van de
clusterhoofdpijn aanval en na 12-15 minuten zuurstofbehandeling voor de
clusterhoofdpijn aanval.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
- verschillen in verandering van R2 latenties, amplitudes, duren, oppervlaktes
en habituatie gedurende de 12-15 minuten durende zuurstof behandeling, tussen
de groepen: duidelijke responders (pijnreductie van tenminste 50% binnen 15
minuten na de start van zuurstofbehandeling) en non-responders plus matige
responders (pijnreductie van minder dan 50% binnen 15 minuten na de start van
zuurstofbehandeling);
- verschillen in R2 latentie, amplitude, duur, oppervlak en habituatie op de 3
eerder genoemde tijdpunten, tussen de symptomatische en de asymptomatische
zijde;
- verschillen in R2 latentie, amplitude, duur, oppervlak en habituatie voor een
clusterhoofdpijn aanval zonder en met zuurstofbehandeling.
Achtergrond van het onderzoek
Om de pathofysiologie van clusterhoofdpijn beter te doorgronden, is het
belangrijk om bij de mens de plaats te bepalen waar zuurstof zijn
pijnverlichtende effecten uitoefent. Wij veronderstellen een neurogeen effect
van zuurstof op hersenstamniveau. Als substituut voor meting van de
onderdrukking van parasympathische outflow en om de invloed van interneuronen
op de trigeminofaciale reflexboog te bepalen, zullen wij gaan kijken naar het
effect van zuurstof op medullaire interneuronen, door gebruik te maken van de
'nociceptie specifieke' blink reflex.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel is het meten van R2 latenties, amplitude, duur, oppervlak en
habituatie van de electrisch opgewekte 'nociceptie specifieke' blink reflex
voor en na zuurstofbehandeling met een stroomsnelheid van 12 l/min tijdens een
clusterhoofdpijn aanval.
Onderzoeksopzet
Repeated measures design: de 'nociceptie specifieke' blink reflex zal gemeten
worden voor een spontane clusterhoofdpijn aanval (zonder en met
zuurstofbehandeling), kort na het begin van de aanval en 12-15 minuten na de
start van de behandeling met 100% zuurstof.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle patiënten zullen behandeld worden met 100% zuurstof met een stroomsnelheid van 12 l/min, gegeven 3 minuten na het ontstaan van pijn en vervolgens gedurende 15 minuten, gebruik makend van een non-rebreathing gezichtsmasker.
Inschatting van belasting en risico
- Voor het starten van de eerste blink reflex meting moet de patiënt een
vragenlijst invullen.
- Patiënten zullen tenminste 4 blink reflex metingen ondergaan gedurende 1
bezoek: de blink reflex zal elke 2 uur voor het begin van een clusterhoofdpijn
aanval (zonder zuurstofbehandeling) opgewekt worden, eenmaal voor het begin van
een clusterhoofdpijn aanval onder zuurstofbehandeling, alsook bij het begin van
de clusterhoofdpijn aanval en 12-15 minuten na het begin van de
zuurstofbehandeling voor de clusterhoofdpijn aanval. De stimulaties tijdens de
blink reflex metingen geven een pijn gelijkend op een naaldenprik.
- Gedurende de eerste 3 minuten van de clusterhoofdpijn aanval (dat wil zeggen
gedurende de eerste blink reflex meting tijdens de clusterhoofdpijn aanval) zal
de patiënt nog geen zuurstofbehandeling krijgen. Echter, wij denken dat dit zal
overeenkomen met de situatie bij de patiënt thuis.
- Bij zuurstof is er een brandgevaar. Erg zeldzame bijwerkingen van
zuurstofbehandeling zijn pleuritis en het respiratoir distress syndroom.
- Er zal gevraagd worden naar de VAS-score (pijn-score) aan het begin van de
clusterhoofdpijn aanval, alsook 3 minuten na het begin van de clusterhoofdpijn
aanval (dat wil zeggen bij de start van de zuurstofbehandeling) en 15 en 18
minuten na het begin van de clusterhoofdpijn aanval.
Publiek
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419 PC
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419 PC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Episodische of chronische clusterhoofdpijn volgens de ICHD-II criteria, gediagnosticeerd door een neuroloog.
2. Episodische clusterhoofdpijn patiënten moeten in een clusterperiode zijn.
3. Leeftijd 18-70 jaar.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Secundaire clusterhoofdpijn, zoals gediagnosticeerd door de neuroloog van de patiënt.
2. Andere primaire of secundaire hoofdpijn diagnosen of andere pijnlijke aandoeningen die kunnen interfereren met de pijnperceptie van de patiënt.
3. Zwangerschap of geven van borstvoeding.
4. Chronische obstructieve longziekte of andere contraïndicaties voor zuurstofbehandeling.
5. Het niet tolereren van het zuurstof gezichtsmasker.
6. Rebound clusterhoofdpijn na zuurstoftherapie.
7. Eerdere operatieve behandeling van n. trigeminus of thermolaesie van het ganglion sphenopalatinum.
8. Verandering van zijde van clusterhoofdpijn in het voorafgaande jaar.
9. Onmogelijkheid om het informed consent te begrijpen en hiervoor te tekenen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL41155.096.12 |