Het onderzoeken van de werkzaamheid en veiligheid van sunitinib bij patiënten met neuro-endocriene tumoren van de alvleesklier in een gevorderd stadium, bij wie de kanker in ernst toeneemt en die niet geopereerd kunnen worden.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neoplastische en ectopische endocrinopathieën
- Endocriene neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Progression Free Survival (PFS)
Secundaire uitkomstmaten
Objective Response Rate (ORR)
Overall Survival (OS)
Achtergrond van het onderzoek
Dit onderzoek wordt uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid van sunitinib
te onderzoeken bij patiënten met neuro-endocriene tumoren van de alvleesklier
in een gevorderd stadium, bij wie de kanker in ernst toeneemt en die niet
geopereerd kunnen worden. Dit zijn zeldzame tumoren, die vaak pas in een laat
stadium worden vastgesteld.
Neuro-endocriene tumoren worden verdeeld in meerdere groepen. Voor de groep
goed gedifferentieerde tumoren is een operatie de standaardbehandeling, als de
tumor tenminste in een vroeg stadium wordt vastgesteld. Voor deze tumoren
bestond, als ze in een verder gevorderd stadium waren, eerder geen
tumorremmende behandeling. Sunitinib (handelsnaam Sutent®) werd in 2010 in
Nederland geregistreerd voor de behandeling van neuro-endocriene tumoren in een
gevorderd stadium.
Dit betekent dat de Nederlandse overheid de werkzaamheid en veiligheid heeft
beoordeeld en het verantwoord vindt dat artsen het middel aan patiënten met
deze ziekte voorschrijven. De ervaring met sunitinib als de eerste stap van de
behandeling is echter nog beperkt. Dit onderzoek wordt dan ook gedaan om meer
gegevens te verzamelen over de werkzaamheid en veiligheid van het middel als
eerste behandelstap bij deze vorm van alvleesklierkanker in een gevorderd
stadium. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op aanvraag van de FDA.
Doel van het onderzoek
Het onderzoeken van de werkzaamheid en veiligheid van sunitinib bij patiënten
met neuro-endocriene tumoren van de alvleesklier in een gevorderd stadium, bij
wie de kanker in ernst toeneemt en die niet geopereerd kunnen worden.
Onderzoeksopzet
Gemiddeld doet een patient ongeveer 1 jaar mee met het onderzoek, waarbij de
patient om de 2 weken (1e maand) of 4 weken (na 1e maand) de onderzoeksarts
bezoekt, wat zal totaal zal uitkomen op 16 bezoeken. Tijdens deze bezoeken
vinden er verschillende procedures plaats voor het verzamelen van gegevens:
* Bespreken van ziektegeschiedenis, behandelingen , geneesmiddelengebruik en
klachten.
* Meten van bloeddruk, polsslag, temperatuur en gewicht en eventueel verder
lichamelijk onderzoek.
* Bloedonderzoek (ca. 20 ml per keer) om:
- Algehele gezondheidstoestand (incl. werking van de
schildklier) te beoordelen.
- De hoeveelheid sunitinib in het bloed te meten.
- Onderzoek te doen naar stoffen die iets kunnen zeggen
over de alvleesklier, de ernst van de ziekte en de eventuele invloed van de
onderzoeksbehandeling daarop.
* Urineonderzoek ter beoordeling van de algehele gezondheidstoestand.
* Zwangerschapstest (indien van toepassing).
* Beoordeling van de tumor met een CT scan en eventueel een botscan.
* ECG (*hartfilmpje*).
* Meting van de pompkracht van het hart met een echocardiogram of een MUGA scan
* Invullen van 2 vragenlijsten over de gezondheid en de dagelijkse bezigheden. .
Vier weken na afloop van de behandeling is er nog een afsluitend bezoek. Na het
einde van de behandeling met studiemedicatie zal de patient in de follow-up
fase elke 8 weken gebeld worden tot maximaal 5 jaar nadat alle patienten zijn
ingesloten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
- orale inname van dagelijkse hoeveelheid van 37.5 mg studiemedicatie in cycli van 28 dagen (continue dagelijkse dosering zonder rustperiode). - laboratoria bepalingen (bloed en urine) - vragenlijsten
Inschatting van belasting en risico
Alle geneesmiddelen hebben bijwerkingen, zo ook sunitinib. Bijwerkingen gaan
vaak over als het middel gestopt wordt. Ze kunnen echter ook lang of permanent
blijven bestaan. Bijwerkingen kunnen mild zijn, maar ook ernstig en zelfs
levensbedreigend. Er kunnen zich echter ook niet eerder gemelde, mogelijk
ernstige, bijwerkingen voordoen. Verder kan de patient ook een allergische
reactie op een geneesmiddel krijgen. Zeer vaak voorkomende bijwerkingen van
sunitinib (bij meer dan 40% van de patiënten) zijn diarree, moeheid en
misselijkheid. Vaak (bij 10-40%) werden gemeld: overgeven, soms pijnlijke
blaren en/of huiduitslag op handen en voeten, verminderd aantal rode
bloedcellen (die zuurstof vervoeren), witte bloedcellen (die infecties
bestrijden) en/of bloedplaatjes (die helpen bij de bloedstolling),
bloeddrukverhoging, ontsteking van de slijmvliezen (inclusief zweertjes in de
mond), smaakverandering, verstopping, maagklachten, geen of verminderde
eetlust, buikpijn, kortademigheid, hoofdpijn, uitslag, hoesten, koorts, pijn in
de rug of gewrichten, zwelling en pijn in handen en voeten, kleurverandering
van huid, haren en nagels, bloedneus, vertraagde schildklierwerking, droge huid
en slaapstoornissen.
Regelmatig (bij 5-10%) komen voor: afvallen, duizeligheid, spierpijn, pijn op
de borst, haaruitval, uitdroging, droge mond, roodheid van de huid, opboeren,
winderigheid, keelpijn, zuurbranden en spijsverteringsproblemen, jeuk,
branderig gevoel in de tong, rillingen, zwelling van het gezicht, infectie,
tranende ogen, verhoogde leverwaarden in het bloed, vervellen, depressie,
RISICO VAN DE PROCEDURES
Een bloedafname kan wat pijn doen en u kunt ter plaatse een blauwe plek
krijgen. Een enkele keer valt iemand flauw of treedt een ontsteking op bij de
prikplaats.
Bij een CT of botscan staat de patient aan extra straling bloot. Er worden in
dit onderzoek echter niet meer scans gemaakt dan tijdens behandeling van de
ziekte buiten onderzoeksverband. De patient staat dus niet aan meer straling
bloot vanwege deelname aan het onderzoek. Het inspuiten van contrastvloeistof
voor het onderzoek kan wat pijn doen. Een enkele keer treedt een
overgevoeligheidsreactie op.
Bij een MUGA scan wordt radioactief materiaal ingespoten. De hoeveelheid
straling is minder dan 2 keer de hoeveelheid, waaraan wij in het dagelijks
leven in 1 jaar worden blootgesteld. De hartfunctie kan ook met een
echocardiogram worden beoordeeld. Bij dit onderzoek wordt geen radioactiviteit
gebruikt.
Publiek
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle a/d IJssel
NL
Wetenschappelijk
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle a/d IJssel
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologisch of cytologisch bewezen diagnose van goed gedifferentieerd pancreatische neuro-endocriene tumoren (volgens WHO 2000 classificatie) met beschikbare Ki-67 index.;2. Niet operabele (zoals beoordeeld door de onderzoeker) of gemetastaseerde ziekte gedocumenteerd op een scan (CT, MRI, of OctreoScan), genomen binnen 28 dagen van de studie inschrijving. Progressie van de ziekte (per RECIST 1.0) binnen 12 maanden vóór de studie.;3. Ziekte welke niet behandeld kan worden met een operatie, bestraling, of gecombineerde therapie. ;4. Aanwezigheid van minstens één meetbare tumorlaesie voor verdere evaluatie op basis van
RECIST 1.0 (contrast aankleurende laesie met de grootste diameter groter of gelijk aan 20 mm, op basis van conventionele CT-scan (of groter of gelijk aan 10 mm met een spiraal CT-scan) gedaan binnen 3 weken voor het begin van de behandeling).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten met slecht gedifferentieerde pancreatische neuro-endocriene tumoren (volgens WHO 2000 classificatie).;2. Eerdere behandeling met tyrosine kinase-remmers, anti-VEGF angiogenese-remmers, niet-VEGF-gerichte angiogenese-remmers, of mTOR-remmers.;3. Diagnose van eventuele tweede tumoren in de afgelopen vijf jaar, behalve voor adequaat behandelde basale cel of plaveiselcelcarcinoom huidkanker, of in situ carcinoom van de cervix uteri.;4. Behandeling met sterke CYP3A4-remmers en inductoren respectievelijk binnen de 7 en 12 dagen voorafgaand aan de toediening van het te bestuderen geneesmiddel.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-004363-74-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01525550 |
CCMO | NL39081.042.12 |