Om de effecten te onderzoeken van verlaagde lichamelijke activiteit (resulterend in een vermindering van spier mitochondriële oxidatieve capaciteit) in combinatie met verhoogde plasma vrije vetzuren (door infusie van een klinisch veel gebruikte…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Skeletal muscle metabolism
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste parameters van de studie zijn de effecten van de verlaagde
lichamelijke activiteit (resulterend in een vermindering van de spier
mitochondriële oxidatieve capaciteit) op de insulinegevoeligheid, vet- en
glucosemetabolisme en intramyocellulair vetgehalte.
Secundaire uitkomstmaten
Andere studie parameters:
- Spierkracht test
- inspanningstolerantie test (VO2max)
- Lichaamssamenstelling (DEXA)
- Bloedplasma niveaus van vrije vetzuren , triglyceriden en glucose
- Beenomtrek en beenvolume (quadriceps muscle)
- Been temperatuur van de huid
- Activiteitniveaus (accelerometers)
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland en wereldwijd, is het aantal personen die lijden aan obesitas en
diabetes mellitus type 2 gestaag gestegen. Het is bekend dat mensen met
obesitas een ophoping van overtollig vet hebben in niet-vetweefsel, zoals de
lever, het hart en de skeletspieren (zogenaamde steatosis of ectopische
vetophoping). Bovendien is bij inactieve mensen het ectopisch vet dat zich
ophoopt in de skeletspieren sterk geassocieerd met insulineresistentie. Echter,
paradoxaal genoeg, is het IntraMyoCellular Lipid (IMCL) ook toegenomen in zeer
insuline-gevoelige duurgetrainde athleten (ook bekend als athletenparadox).
Dit suggereert dat IMCL niet per se de oorzaak is van de insulineresistentie in
de skeletspieren. De toegenomen IMCL opslag door training is mogelijk het
gevolg van de door training geinduceerde toegenomen oxidatieve capaciteit door
het gebruik van vet als verbrandingssubstraat tijdens training. In
obesogene/diabetogene condities is de beschikbaarheid van veel vet niet in
overeenstemming met de oxidatieve capaciteit. Er wordt daarom gedacht dat onder
deze voorwaarden de lipide tussenproducten van het IMCL metabolisme, zoals
diacylglycerol (DAG), ceramiden en vettige acyl-COA's zullen stapelen en de
cellulaire insuline signalering belemmeren. Het niveau van oxidatieve
capaciteit wordt geregeld door mitochondriën in een cel, die verantwoordelijk
zijn voor de cellulaire energieproductie en het cellulaire metabolisme. De
algemene hypothese van dit project is dat een lage spier mitochondriële
oxidatieve capaciteit kan leiden tot vetstapeling in de spier en / of
vetstapeling tussenproducten bij hoge vetzuur beschikbaarheid wat kan leiden
tot insulineresistentie in de skeletspier.
Doel van het onderzoek
Om de effecten te onderzoeken van verlaagde lichamelijke activiteit
(resulterend in een vermindering van spier mitochondriële oxidatieve
capaciteit) in combinatie met verhoogde plasma vrije vetzuren (door infusie van
een klinisch veel gebruikte lipide-emulsie (Intralipid)) op de
insulinegevoeligheid en de glucose- en vetstofwisseling. Verder zullen
veranderingen in IMCL en vetzuur tussenproducten worden bepaald. Daartoe zullen
we skeletspier insuline gevoeligheid en glucose- en vetstofwisseling (binnen
een proefpersoon) vergelijken met een geïmmobiliseerd been (verminderde spier
mitochondriale oxidatieve capaciteit) versus een controle been (ongewijzigde
spier mitochondriale oxidatieve capaciteit).
Daarnaast zullen ook de effecten van verlaagde lichamelijke activiteit alleen
(zonder infusie van de lipide-emulsie) op de skeletspier insuline gevoeligheid
en glucose- en vetstofwisseling worden onderzocht.
Onderzoeksopzet
15 slanke gezonde proefpersonen ondergaan 12 dagen een eenzijdige onderste
ledematen immobilsatie (ULLS). Voor het begin van de studie zal de
lichaamssamenstelling (DEXA), VO2 max, spierfunctie en volume (door MRI) van
elke proefpersoon beoordeeld worden.
Tijdens en na de interventie zulllen de in vivo en ex vivo mitochondriale
functie, de insulinegevoeligheid, lipiden- en glucosemetabolisme, IMCL en
lipide tussenproducten worden onderzocht in het geïmmobiliseerd been ten
opzichte van het controle been (binnen een proefpersoon).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Dit is een interventiestudie, waarbij elke proefpersoon 12 dagen immobilisatie van een van de onderste ledematen ondergaat. Willekeurig, zal het rechter- of linkerbeen van de proefpersoon worden geimmobiliseerd door de bevestiging van een ophanging aan een niet-rigide enkelbrace en een harnas aan het bovenlichaam zodat er geen draagkracht meer bestaat. De knie zal iets worden gebogen onder een hoek van 130°. Heup, knie en enkel zijn volledig mobiel. De constructie zal gedragen worden tijdens elke verplaatsing of lichamelijke activiteit, waarbij de proefpersonen krukken krijgen om zich voort te bewegen.
Inschatting van belasting en risico
Deze studie zal waardevolle inzichten verschaffen over de effecten van
lichamelijke inactiviteit op het intramyocellulair vetgehalte, de
mitochondriale functie, de insulinegevoeligheid en hun onderlinge relaties. De
studie brengt **minmale tot geen risico's mee voor de deelnemers. Het nemen van
bloedmonsters en de spierenbiopten vertegenwoordigen een last voor de
proefpersonen. Deze last zal zo minimaal mogelijk gehouden worden, waarbij een
ervaren arts de spierbiopten uitvoerd. Tijdens de 12 dagen van ULLS zullen de
proefpersonen zich op krukken moeten voortbewegen voor de dagelijkse
activiteiten en beweging. Bovendien bestaat er een zeer klein risico op het
ontwikkelen van een diep veneuze trombose tijdens het dragen van de ULLS. Om
dit risico te verkleinen zullen de proefpersonen nauwgezet gevolgd worden
tijdens de ULLS periode. Er kunnen tevens toevalsbevindingen gedaan worden van
medische bevindingen door gebruik van MRI. Verder worden proefpersonen aan een
lage straling blootgesetld tijdens de DEXA metingen (0,001 mSv / meting).
Publiek
P.O. Box 616
6200 Maastricht
NL
Wetenschappelijk
P.O. Box 616
6200 Maastricht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Mannen tussen de 18-35 jaar op het moment van inschrijving
niet-rokers
Geen recente botbreuken van de ledematen
Geen cardiovasculaire medicatie of andere medicatie
Geen (familie) geschiedenis van trombose
Niet meer dan 2 uur sportactiviteiten per week
Stabiele voedingsgewoonten
Geen contra-indicatie voor MRI
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Regelmatige rokers
Deelname aan andere studies
Vrouwelijk geslacht
Recente botbreuken van de ledematen
Medicijngebruik
Hart-en vaatziekten
(Familie) geschiedenis van trombose
Contra-indicaties voor MRI scans:
Elektronische implantaten zoals pacemaker of neurostimulator
• Ijzerhoudende vreemde voorwerpen in de ogen of de hersenen
• Gehoorapparaten en kunstmatige (hart) kleppen die zijn gecontra-indiceerd voor MRI
• Claustrofobie
Deelnemers, die niet willen geïnformeerd worden over onverwachte medische bevindingen, of niet willen dat hun arts geïnformeerd wordt, kunnen niet deelnemen aan de studie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL38795.068.11 |
Ander register | under progress |