Primair: het bestuderen en beschrijven van epidemiologie en karakteristieken van zowel vermoeidheid als cognitieve stoornissen na een milde beroerte.Secundair: het verkrijgen van meer inzicht in de etiologie van vermoeidheid na een beroerte en het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Cognitieve en aandachtsstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
-Prevalentie van vermoeidheid op 4 maanden en 1 jaar na een milde beroerte,
waarbij de definitie van vermoeidheid is: een score op de FSS (Fatigue Severity
Scale) >= 4 in combinatie met een gevalideerde case definition voor 'post-stroke
fatigue' ("in de afgelopen maand, is er een periode van ten minste 2 weken
geweest waarin de patiënt elke dag of bijna elke dag vermoeidheid, een gebrek
aan energie, of een toegenomen behoefte om te rusten ervaarde. Deze
vermoeidheid heeft ertoe geleid dat de patiënt moeite had om dagelijkse
activiteiten uit te voeren).
-Karakteristieken van 'post-stroke fatigue' (verkregen door een vragenlijst, de
MFI-20; Multidimensional Fatigue Inventory, en een semi-gestructureerd interview
-Prevalentie van cognitieve stoornissen op 4 maanden na een milde beroerte,
waarbij de cognitieve stoornissen gedefinieerd worden als een score < 25e
percentiel op >= 2 cognitieve subdomeinen en/of een score <5e percentiel op 1
cognitief subdomein (waarbij de testuitkomsten vergeleken worden met
normgroepen).
-Karakteristieken van cognitieve stoornissen: beschrijving van het
neuropsychologische profiel van minor stroke patiënten met cognitieve defecten.
Secundaire uitkomstmaten
-Correlaties van angst, depressie, coping, slaapstoornissen, pro- en
anti-inflammatoire markers, karakteristieken van de beroerte en cognitieve
stoornissen met vermoeidheid
-Correlaties van kwaliteit van leven, terugkeer naar werk en activiteitenniveau
met vermoeidheid
Achtergrond van het onderzoek
Zowel vermoeidheid als cognitieve stoornissen zijn een frequent verschijnsel na
een beroerte in de gehele CVA populatie. Voor de subgroep patienten met een
'minor stroke' oftewel milde beroerte is dit echter niet formeel geëvalueerd.
Desondanks hebben vermoeidheid en cognitieve stoornissen juist bij deze
patiënten, die milde of geen restverschijnselen van hun beroerte hebben,
mogelijk een enorme impact op hun kwaliteit van leven. Deze patiënten
ondervinden juist hinder van deze problemen bij hun terugkeer naar het werk, in
hun relatie of in de maatschappij. De onderliggende mechanismen van
vermoeidheid na een beroerte zijn niet goed ontrafeld, hoewel een aantal
factoren wel een rol lijken te spelen (bijvoobeeld depressie, coping,
slaapstoornissen, inflammatie, kenmerken van de beroerte, neuro-endocriene
dysregulatie). Deze factoren, hun onderlinge verband en eigen bijdrage zijn
echter nog nooit parallel in dezelfde patiëntengroep, en in het speciaal de
'minor stroke' groep, onderzocht.
Doel van het onderzoek
Primair: het bestuderen en beschrijven van epidemiologie en karakteristieken
van zowel vermoeidheid als cognitieve stoornissen na een milde beroerte.
Secundair: het verkrijgen van meer inzicht in de etiologie van vermoeidheid na
een beroerte en het evalueren van de impact van deze vermoeidheid op
individuele en sociale uitkomstmaten.
Onderzoeksopzet
Prospectieve observationele studie (longitudinaal design)
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen lopen geen risico bij participeren in deze studie. Het
uitgebreide onderzoek naar de epidemiologie en karakteristieken van
vermoeidheid en cognitieve stoornissen na beroerte, en de focus op mogelijk
verklarende variabelen d.m.v. anamnese, lichamelijk onderzoek, vragenlijsten,
interviews, en bloedonderzoek, vormt een tijdsbelasting voor de patiënt en kost
energie. Het uiteindelijke doel, namelijk beter inzicht krijgen in de omvang
van het probleem en naar mogleijke verklaringen, rechtvaardigt deze belasting.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9700 RB
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9700 RB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
a. Allereerste klinische milde herseninfarct (mild gedefinieerd als een NIHSS score <= 5 binnen 24 u na ontstaan van de symptomen)
b. Leeftijd 18 jaar of ouder
c. Voorheen ADL onafhankelijk
d. Cognitief functioneren voldoende om te kunnen participeren in het onderzoek
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
a. Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
b. Niet in staat zijn om voor de vervolgbezoeken in het UMCG te komen t.g.v. te ver gelegen huisadres.
c. Reeds bestaande handicap (mRS >1)
d. Aanwezigheid van een of meer van de volgende in de 15 dagen voorafgaand aan inclusie: chronische inflammatoire ziekten, ernstige lever- of nierziekten, hematologische ziekten, kanker, infectieuze ziekten, anti-inflammatoire of immuunsupprimerende therapie
e. Pre-existente neurologische of psychiatrische ziekte (zoals beschreven in het medische dossier)
f. Het ontbreken van informed consent
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL38873.042.12 |