In deze studie zullen 3 hoofdhypothesen worden getoetst. De eerste hypothese richt zich op de verwachting dat een interventie gericht op het trainen van cognitieve functies die onderliggend zijn aan sociale competentie effect heeft op de sociale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Cognitieve en aandachtsstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Sociale competentie en algeheel niveau van welbevinden, gemeten met
vragenlijsten en dagboekmethodiek en fysiologische emotie/indicatoren voor
deelnemers en gedragsvragenlijsten voor ouders en/of derde.
2. Bouwstenen van sociale competentie, gemeten met sociaal cognitieve en
neurocognitieve tests en visuele gerichtheid in sociale situaties
3. Predictieve waarde sociaal cognitieve en neurocognitieve functies,
kennisniveau van sociale competentie en copingvaardigheden gemeten met
vragenlijsten voor deelnemers, ouders en/of derden en tests voor hogere orde
sociaal cognitieve en neurocognitieve functies.
Secundaire uitkomstmaten
* Neurocognitieve vaardigheden, prestatietesten
* Sociaal cognitieve vaardigheden, prestatietesten
* Algeheel niveau van welbevinden, fysiologische emotie-indicatoren
* Kennisniveau, multiple-choice toets
* Copingvaardigheid, vragenlijst
Achtergrond van het onderzoek
Het ontwikkelen van sociale competentie is van cruciaal belang voor het
zelfstandig functioneren in een complexe sociale wereld. Het ontbreken ervan
kan gedurende de adolescentie leiden tot wederzijds onbegrip en gevoelens van
uitsluiting en tot problemen met emotieregulatie. Juist de adolescentie is een
cruciale fase doordat dan een sterke ontwikkeling plaatsheeft van breingebieden
die gerelateerd zijn aan cognitieve functies die de bouwstenen vormen voor
sociale competentie. Tegelijkertijd wordt in deze periode een toenemend beroep
gedaan op zelfstandig sociaal competent functioneren. De ernstige gevolgen van
een discrepantie tussen beperkte sociale competentie en sociale verlangens en
verwachtingen vanuit jongere en omgeving zijn aanleiding voor een onderzoek
naar de trainbaarheid van de cognitieve bouwstenen van sociale competentie bij
adolescenten met een beperkte sociale competentie.
De onderzoeksvragen in deze studie zijn: 1) Is sociale competentie te
versterken bij adolescenten met een zwak ontwikkelde sociale competentie? En 2)
welke factoren zijn voorspellend voor de effectiviteit van de training van
sociale competentie?
Hoewel ondertussen bekend is dat sociale competentie afhankelijk is van
interacterende, biologische, psychologische en sociale factoren die samenhangen
met de rijping van het brein, de cognitieve functies en het gedrag, onder
invloed van de omgeving, is er momenteel geen klinisch aanbod als het gaat om
1) trainingen die zich richten op de onderliggende cognitieve bouwstenen van
sociale competentie en
2) trainingen die zich richten op adolescenten met zwakke sociale competentie.
Daarom zal een nieuwe training ontwikkeld worden. Deze krijgt vorm op basis van
de wetenschappelijk verworven beschikbare kennis over de cognitieve functies en
vaardigheden die noodzakelijk zijn voor ontwikkeling van sociale competentie.
Het effect van de training wordt getoetst bij adolescenten met hoog
functionerend autisme (HFA) en adolescenten met het syndroom van Klinefelter
(SK) omdat ernstig beperkte sociale competentie een kernsymptoom van beide
stoornissen is. Het is van belang de mogelijkheid tot trainbaarheid te
onderzoeken bij deze adolescenten omdat bij hen sprake is van een duidelijke
discrepantie tussen behoefte aan sociaal contact en het ontbreken van sociale
competentie.
Het bepalen van de predictieve waarde van het sociale competentie profiel voor
de effectiviteit van de training, namelijk het niveau van specifieke cognitieve
functies die voorspellend blijken te zijn het succes van de training, zorgt op
termijn voor het ontwikkelen van een training die goed aansluit op de
competenties van de adolescent met als gevolg besparing van tijd en inspanning
voor zowel de jongere als de therapeut.
Doel van het onderzoek
In deze studie zullen 3 hoofdhypothesen worden getoetst. De eerste hypothese
richt zich op de verwachting dat een interventie gericht op het trainen van
cognitieve functies die onderliggend zijn aan sociale competentie effect heeft
op de sociale competentie en niveau van welbevinden van adolescenten met hoog
functionerend autisme of het syndroom van Klinefelter. Hiervoor wordt een
training samengesteld uit de werkzame elementen van bestaande trainingen
gericht op sociaal cognitief en neurocognitief functioneren. Effecten worden
gemeten middels gedragsvragenlijsten voor deelnemers, ouders en/of derden,
middels een dagboekmethodiek voor deelnemers en fysiologische emotiemetingen
met behulp van registratie van de hartslagvariabiliteit, huidgeleiding,
bewegings- en temperatuurregistratie en metingen van de cortisolspiegel in het
speeksel.
De tweede hypothese toetst de verwachting dat een interventie gericht op het
trainen van cognitieve functies die onderliggend zijn aan sociale competentie
een positief effect heeft op de neurocognitieve en sociaal cognitieve
bouwstenen van sociale competentie van jongeren met hoog functionerend autisme
of het syndroom van Klinefelter. Effecten worden gemeten met sociaal cognitieve
en neurocognitieve tests en sociale aandachtsmetingen met behulp van
eyetracking.
Met de derde hypothese wordt inzicht verkregen in de sociaal cognitieve en
neurocognitieve functies die het effect voorspellen van deelname aan de
training. Correlaties tussen functie en effect worden hiertoe bepaald aan de
hand van vragenlijsten voor deelnemers, ouders en/of derden en aan de hand van
tests voor hogere orde sociaal cognitieve en neurocognitieve functies.
Onderzoeksopzet
Een randomized case controlled trial (RCT) met herhaalde metingen
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groepsgerichte training gericht op het verbeteren van sociale competentie door beïnvloeding van sociaal cognitieve en neurocognitieve bouwstenen van sociale competentie, bestaand uit 10 trainingssessie en 2 informatiesessies voor naasten.
Inschatting van belasting en risico
Voordelen voor de deelnemers uit de onderzoeksgroep bestaan eruit dat ze
deelnemen aan een nieuwe training gericht op het verbeteren van sociale
competentie. Los van groepseffecten levert de jongere dit in ieder geval een
inzicht in zijn profiel van sterke en zwakke cognities met betrekking tot
sociale competentie. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de jongere behoefte
krijgt aan meer informatie of begeleiding. Indien dit het geval is wordt
doorverwezen naar de behandelcoördinator van de jongere.
Het belangrijkste doel van dit onderzoek, het bepalen van de effectiviteit van
een selfmanagementtraining op sociale competentie, heeft in zoverre een direct
effect op de jongere dat hij direct kan profiteren van de uitkomsten van het
onderzoek door een toename van zijn kennisniveau. Een risico kan zijn dat
jongeren geinformeerd worden over een neurpsychologisch profiel wat ze niet bij
zichzelf herkennen. Ook in dat geval kan een jongere meer behoefte krijgen aan
informatie. Hierop wordt hij uitgenodigd voor een vervolggesprek met de
trainer. Wanneer deze vraag ontstaat na afloop van het onderzoek wordt hij
doorverwezen naar zijn behandelcoordinator.
Publiek
Wassenaarseweg 52
2333 AK Leiden
NL
Wetenschappelijk
Wassenaarseweg 52
2333 AK Leiden
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Adolescenten (14-25 jaar) met
2) Autisme spectrum stoornis, stoornis van Asperger of PDD-NOS (vastgesteld middels ADI/ADOS) óf diagnose syndroom van Klinefelter middels standaard karyotypering
3) Totaal IQ> 80.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Totaal IQ < 80.
2) Jongeren die de Nederlandse taal niet beheersten.
3) Bekend met neurologische aandoening of verworven hersenletsel
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL39057.058.12 |