Luchtwegobstructie in kinderen met congenitale mandibulaire hypoplasie.

Een bekend probleem bij kinderen met een craniofaciale afwijking is een
bovenste luchtwegobstructie. Zo'n obstructie kan ontstaan op het niveau van het
middengezicht of het niveau van de mandibula. Vroege herkenning van symptomen
van een bovenste luchtwegobstructie en effectieve therapie door een
gespecialiseerd craniofaciaal team zijn belangrijke aspecten voor succesvolle
zorg voor deze kinderen. Deze studie zal zich richten op luchtwegobstructie op
het niveau van de mandibula, als gevolg van congenitale mandibulaire
hypoplasie.

Primair:
1a.Objectiveren van ernst en beloop luchtwegobstructies bij patienten met
congenitale mandibulaire hypoplasie (geisoleerd en syndromaal).
1b. Bepalen groeipatroon van het onder-aangezicht in relatie tot de bovenste
luchtweg bij kinderen met een congenitale mandibulaire hypoplasie.

Secundair:
2a. Objectiveren prevalentie, karakteristieken en behandeling van
voedingsproblematiek bij kinderen met congenitale mandibulaire hypoplasie.
2b. Objectiveren lange termijn uitkomsten van mandibulaire distractie
osteogenese.
2c. Bepalen validiteit echografie-onderzoek voor het bepalen van de lengte van
de onderkaak.

Observationeel: prospectief cohort studie en cross-sectionele studie.

Nadelen van deelname aan dit onderzoek zijn: de extra tijd benodigd voor de
studiebezoeken, de extra tijd voor het invullen van de vragenlijsten en de
risico's van complicaties bij de extra onderzoeken. Bijwerkingen zoals pijn,
irritatie van de mond, neus of keel, epistaxis (neusbloeding) en/of vasovagale
episoden, zijn zeldzame bijwerkingen van nasoendoscopie. Röntgenfoto's van de
schedel geven een stralingsbelasting van 0.005 mSv. Dit is ongeveer evenveel
als de stralingsbelasting waar men in het dagelijks leven aan blootgesteld
wordt, dit is 0.0065 mSv.
Complicaties of ongewenste effecten gerelateerd aan dit onderzoek worden niet
verwacht. Complicaties en ongewenste effecten worden gerapporteerd aan de staf
en juiste autoriteiten.