Inzicht krijgen in de anatomie en organisatie van de sacrale plexus bij kinderen met neurogene blaasdisfunctie door aangeboren spinale of sacrale afwijkingen. Eventuele bevindingen vergelijken met gezonde proefpersonen, om bevindingen te kunnen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neurologische aandoeningen, congenitaal
- Ruggenmerg- en zenuwwortelaandoeningen
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabele is de anatomie en organisatie van de sacrale
plexus in de patientenpopulatie in vergelijk tot de organisatie bij gezonde
jongvolwassenen (uit studie 10/418). Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden,
zullen de anatomie en organisatie van de patientengroep kwalitatief worden
vergeleken met de bestaande anatomische kennis van de sacrale plexus die op
basis van het onderzoek bij de gezonde proefpersonen is opgedaan. We verwachten
dat bij kinderen met spina bifida een verstoorde ligging/positie van de zenuwen
te zien zal zijn. Bij kinderen met sacrale agenesie verwachten we ook een
verstoord verloop van de zenuwen, aangezien het sacrum een gestoorde groei
heeft.
Om bevindingen ten aanzien van de organisatie en anatomie van de sacrale plexus
verder te valideren en te kunnen kwantificeren, worden ook twee secundaire
uitkomstmaten gebruikt. Deze zullen hieronder worden beschreven.
Secundaire uitkomstmaten
1) De anatomie van de vertakkingen van de zenuwen van de sacrale plexus
Daarnaast zal beoordeeld worden hoe de ontsprongen wortel zich verder vertakt;
geen vertakking, vertakking in 2 zenuwen of plexiforme vertakking. Ook deze
uitkomstmaat zal worden vergeleken met de gezonde vrijwilligerstudie.
2) Bepalen van de apparent diffusion coefficient (ADC), fractionele anisotropie
(FA), axiale diffusiviteit (AD) en radiale diffusiviteit (RD)
Om de diffusie tensor beelden te kunnen kwantificeren zullen de ADC, FA, AD en
RD gemeten worden. Hiermee kan inzicht verkregen worden in het karakter van de
diffusie van de moleculen in het zenuwweefsel. Bovendien kunnen deze waarden
vergeleken worden met de referentie waarden uit onze eerdere volwassenen
studie. Er moet dan wel rekening gehouden worden met het feit dat de
myelinisatie van de zenuwen bij kinderen nog anders is dan bij volwassenen en
dat dit invloed kan hebben op de uitkomsten van deze vier parameters. De ADC,
FA, AD en RD zullen gemeten worden in de DTI beelden met behulp van het
programma ExploreDTI van Alexander Leemans, werkzaam in het Image Science
Institute (ISI) te Utrecht.
Tot slot zal ook het aantal niet analyseerbare beelden als secundaire
uitkomstmaat worden beschouwd.
Achtergrond van het onderzoek
Neurogene blaas- en kringspier disfunctie ofwel neurogene blaas (NB) komt veel
voor binnen de kinderurologie. Neurogene blaas- sphincter disfunctie is op geen
enkele wijze trainbaar en heeft op de lange termijn verstrekkende gevolgen voor
het functioneren van blaas en hogere urinewegen. Kinderen met neurogeen
blaasdisfunctioneren komen veelal terecht in een uitgebreid medisch
behandelingstraject, waar behandeling erop gericht is de functie van de nieren
veilig te stellen en de, veelal voorkomende, incontinentie te behandelen.
Kinderen met spina bifida, sacrale agenesie of andere aangeboren afwijkingen
aan sacrum of ruggenmerg hebben vrijwel altijd een NB op basis van anatomische
afwijkingen van de zenuwvoorziening. Het exacte patroon van de verstoorde
innervatie van de blaas bij deze kinderen is matig bekend en veel anatomische
variaties zijn nog niet in kaart gebracht.
De hypothese van het onderzoek is dat zorgvuldig in kaart brengen van de
anatomische varianten in zenuwvoorziening van de blaas extra inzicht kan geven
in oorzaak van NB en behandeling.
MRI staat bekend om zijn goede zachte weefsel contrast. Conventionele
T1-gewogen sequenties zijn niet in staat perifere zenuwen over een lang traject
af te beelden. Eerdere studies zijn gedaan naar het afbeelden van perifere
zenuwen met DWI en DTI sequenties. Hoewel de eerste resultaten veelbelovend
zijn, is een lage spatiële resolutie een nadeel van deze sequenties. Door te
scannen met hogere veldsterktes kan dit nadeel deels overkomen worden. Ook is
onderzoek gedaan naar het gebruik van isotrope 3D sequenties om de sacrale
plexus af te beelden.
Uit eerder onderzoek met gezonde proefpersonen (protocolnummer 10/418) is
gebleken dat de combinatie van TSE met variable flip angles en DTI met
tractografie de meest optimale sequenties zijn om de anatomie van de sacrale
plexus in beeld te brengen. Deze sequenties zullen in dit onderzoek wederom
gebruikt worden voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag.
Doel van het onderzoek
Inzicht krijgen in de anatomie en organisatie van de sacrale plexus bij
kinderen met neurogene blaasdisfunctie door aangeboren spinale of sacrale
afwijkingen. Eventuele bevindingen vergelijken met gezonde proefpersonen, om
bevindingen te kunnen relateren aan het urodynamisch functioneren van blaas en
sphincter en klinische klachten.
Onderzoeksopzet
Cross-sectionele studie in één universitair medisch centrum bij tien kinderen
gediagnosticeerd met aangeboren spinale of sacrale afwijkingen en neurogene
blaasdisfunctie. Kinderen die al gepland staan voor een diagnostische scan
zullen worden geincludeerd. De MRI beelden zullen geanalyseerd worden en
vergeleken worden met de resultaten van gezonde proefpersonen.
De MR beeldvorming zal plaatsvinden op een 3.0T MRI-scanner (Philips Medical
Systems, Best). Iedere patient zal in liggende positie gescand worden. Tijdens
de sessie zal vanaf L4 de kleine bekken regio gescand worden. Een DTI sequentie
zal gemaakt worden op basis van single-shot EPI DWI, met b-waarden 0 en 800
s/mm2, met gradiënten in 15 richtingen. Ook zal een 3D TSE sequentie met
variabele flip angles uitgevoerd worden. Hierbij worden de protonen eerst in de
pseudo steady state gebracht, waarna zeer lage omslaghoeken (tot 15*) toegepast
zullen worden. De duur van de totale scan bedraagt ongeveer 30 minuten.
Inschatting van belasting en risico
Van MRI zijn geen risico's of bijwerkingen bekend, anders dan tijdelijke
duizeligheid of het krijgen van claustofobische gevoelens. Het onderzoek is
relatief weinig belastend en er is geen contrastmiddel nodig.
De totale scantijd in het onderzoek bedraagt 30 minuten
Publiek
Lundlaan 6
3508AB Utrecht
NL
Wetenschappelijk
Lundlaan 6
3508AB Utrecht
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
ouder dan 8 jaar
diagnose spinale dysraphie of sacrale afwijkingen met neurogene blaasdisfunctie welke al gepland staan om een diagnostische scan te krijgen
ouders/voogd en kind ouder dan 12 jaar moeten in staat zijn en bereid zijn informed consent te tekenen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
algemene contra indicatie voor MRI (zoals pacemaker, claustrofobie)
Ouders/voogd en kinderen willen niet op de hoogte worden gebracht van bij toeval gevonden afwijkingen
Kinderen van medewerkers van de afdelingen Kinderurologie en Radiologie van het UMC Utrecht
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL39561.041.12 |