Het vergelijken van het additionele bloeddrukverlagend effect van RSFD met dat van het toevoegen van spironolacton bij patiënten met een persisterend verhoogde bloeddruk ondanks behandeling met drie verschillende antihypertensiva.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
hypertensie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in 24-uurs ambulante bloeddrukdaling tussen de RFSD en spironolacton
groep.
Secundaire uitkomstmaten
• Percentage patiënten per interventiegroep met normalisatie van de 24-uurs
ambulante bloeddruk.
• Percentage patiënten per interventiegroep met 24-uurs bloeddrukdaling van >=10
mmHg systolisch en >= 5 mmHg diastolisch.
• Kosteneffectiviteit van RFSD.
• Verschil in kwaliteit van leven score tussen RFSD en spironolacton groep.
• Voorspellende waarde van de clonidinesuppressietest op de bloeddrukdaling
door RFSD.
Achtergrond van het onderzoek
Endovasculaire radiofrequente renale sympathicus denervatie (RFSD) wordt
momenteel in diverse centra in Nederland toegepast als een nieuwe behandeling
voor patiënten met therapieresistente hypertensie. Twee studies gepubliceerd in
de Lancet lieten zien dat RFSD veilig is met een groot effect op de
spreekkamerbloeddruk maar een veel kleiner effect op de 24-uurs ambulante
bloeddruk. De bloeddruk van patiënten met therapieresistente hypertensie
reageert vaak verrassend goed op toevoeging van een aldosteron-receptorblokker.
Of RFSD voordeel biedt met betrekking tot bloeddrukdaling, kosteneffectiviteit
en kwaliteit van leven ten opzichte van toevoeging van spironolacton bij
therapieresistente hypertensie is niet bekend. Met het hier beschreven
studievoorstel willen we het additioneel bloeddrukverlagend effect van RFSD
vergelijken met dat van toevoeging van spironolacton bij patiënten met
therapieresistente hypertensie. Dit zijn patiënten die behandeld worden met
drie verschillende antihypertensiva maar desondanks nog steeds een verhoogde
bloeddruk hebben.
Uit eigen onderzoek (n=14) bleek er een grote inter-individuele variatie in
bloeddrukdaling te zijn bij de patiënten die een RFSD ondergingen. De reden van
deze variatie is onduidelijk. Omdat verondersteld wordt dat de bloeddrukdaling
na RFSD op een afname van de renale en systemeische sympathicustonus berust,
zal onderzocht worden of de bloeddrukdaling tijdens een
clonidine-suppressietest de bloeddrukdaling na RFSD voorspelt.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van het additionele bloeddrukverlagend effect van RSFD met dat
van het toevoegen van spironolacton bij patiënten met een persisterend
verhoogde bloeddruk ondanks behandeling met drie verschillende
antihypertensiva.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerde, multicentrische studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
RFSD of toevoeging van spironolacton in een maximale dosering van 50 mg per dag. Per randomisatiearm 47 evalueerbare patiënten. Follow-up na interventie bedraagt 6 maanden.
Inschatting van belasting en risico
Minimaal 2 bezoeken voor en 4 bezoeken na RSFD of start spironolacton aan de
polikliniek. Duur bezoeken ca. 1,5 uur. Bezoeken bestaan uit 1 uurs
bloeddrukmetingen, consult arts en bloedafname via venflon.
Verder 3 maal verzamelen van urine gedurende 24 uur, 3 maal 24-uurs ambulante
bloeddrukmeting en 1 clonidine-supressietest voor de patiënten gerandomiseerd
voor RFSD. Patënten die een RFSD ondergaan wordt na deze behandeling 1 nacht
klinisch geobserveerd. Toevoeging van spironolacton of RFSD zijn geaccepteerde
en veilige behandelingen voor patiënten met refractaire hypertensie.
Indiviudele patiënten kunnen voordeel hebben van de behandeling omdat hun
bloeddruk beter onder controle is.
Publiek
's Gravendijkwal 230
3015CE Rotterdam
NL
Wetenschappelijk
's Gravendijkwal 230
3015CE Rotterdam
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd tussen 18 en 75
Therapie-resistente hypertensie
Bereidheid tot het geven van schriftelijke toestemming
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Secundaire vormen van hypertensie
Nierarterie of nierarteriën ontoegangelijk voor interventie
Suboptimale dosering antihypertensiva
Wittejashypertensie
Zwangerschap
Nierinsufficientie (GFR < 45 ml/min)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-004995-13-NL |
CCMO | NL38372.078.11 |