Het onderzoek beoogt een schatting te geven van het infectierisico van Q-koorts bij kinderen en jongeren in verschillende blootstellingsgroepen, een schatting te geven van de werkelijke incidentie van Q-koorts bij kinderen en jongeren in de regio,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Attack rate van Q-koorts bij kinderen en jongeren na blootstelling als primaire
boerderijcontacten, regionale incidentie van Q-koorts bij kinderen en jongeren,
risicofactoren die met een infectie geassociëerd zijn, impact van de infectie
op de gezondheidsstatus en schoolprestaties (zoals gemeten aan de hand van
bijv. schoolverzuim en cijferlijsten/CITO)
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Q-koorts is een zoönose die door Coxiella burnetii wordt veroorzaakt. De meeste
ziektegevallen van Q-koorts worden gemeld bij volwassenen. Gegevens over de
seroprevalentie bij kinderen zijn weliswaar maar in beperkte mate beschikbaar,
maar laten desondanks zien dat kinderen en jongeren frequent worden
blootgesteld aan Coxiella burnetii. Desalniettemin is over de ziekte, haar
beloop en de geassociëerde risicofactoren in deze groep weinig bekend. Terwijl
de bestaande literatuur suggereert dat de ziekteverschijnselen van Q-koorts bij
kinderen milder van aard zijn dan bij volwassenen, blijft aannemelijk dat de
morbiditeit als gevolg van Q-koorts bij kinderen onderschat wordt omdat de
infectie in veel gevallen over het hoofd wordt gezien of een verkeerde diagnose
wordt gesteld. Terwijl kinderen en jongeren in de leeftijdsgroep onder de 18
jaar ongeveer 17% van de bevolking in Zuid-Limburg uitmaken, ligt het
percentage van mensen uit deze leeftijdsgroep die in de regio in het jaar na de
uitbraak op Q-koorts getest zijn onder de 10%. Verdere studies zijn nodig om te
bepalen of deze discrepantie te maken heeft met verschillen in blootstelling,
in de immunologische respons als gevolg van de infectie, en/of in het klinische
beeld dat vanwege mildere en minder specifieke klachten bij jongere patiënten
tot onderdiagnostiek leidt. Bij maar 14% van alle jonge patiënten die getest
werden konden IgM-antistoffen tegen Coxiella worden aangetoond, terwijl het
percentage volwassenen dat serologische aanwijzingen voor een acute of recente
infectie had 26% was, hetgeen suggereert dat het klinische beeld bij kinderen
en jongeren als voorspeller van infectie en ziekte nog minder betrouwbaar is
dan bij volwassenen. Een gemiste of verkeerde diagnose kan bij kinderen en
jongeren, net als bij volwassenen, tot een verkeerde, vertraagde of achterwege
gebleven behandeling leiden, mogelijk met ernstige late gevolgen zoals
chronische Q-koorts. De acute infectie kan invloed hebben op de normale
ontwikkeling en de schoolprestaties van schoolkinderen, bijv. als gevolg van
ziekteverzuim of door ziekteverschijnselen lijkende op de klachten die bij
volwassenen als *post-Q-koorts vermoeidheidssyndroom* worden omschreven. Deze
verbanden zijn echter nooit onderzocht. De gevolgens van een acute Q-koorts
infectie kunnen bij kinderen en jongeren met ernstige leerproblemen zelfs nog
ernstiger zijn, als gevolg van gedragsfactoren die het risico op besmetting
verhogen en door een verminderd vermogen om subjectieve klachten en
ziekteverschijnselen goed te communiceren, waardoor een adequate diagnose en
behandeling achtwege kunnen blijven.
Doel van het onderzoek
Het onderzoek beoogt een schatting te geven van het infectierisico van Q-koorts
bij kinderen en jongeren in verschillende blootstellingsgroepen, een schatting
te geven van de werkelijke incidentie van Q-koorts bij kinderen en jongeren in
de regio, geassociëerde risicofactoren te identificeren en een schatting te
geven van de invloed van Q-koorts infecties op de gezondheid en
schoolprestaties van kinderen en jongeren.
Onderzoeksopzet
Twee retrospectieve cohort studies
Inschatting van belasting en risico
Ouders/personen met het gezag bekleed/voogd(en) van deelnemende kinderen en
jongeren zullen worden verzocht om een vragenlijst in te vullen; participanten
zullen verzocht worden om tijdens een speciale *priksessie* op school éénmalig
d.m.v. een vingerprik een kleine hoeveelheid bloed af te laten nemen. Door de
onderzoekers zullen gegevens over participerende kinderen en jongeren m.b.t.
gezondheid en algeheel functioneren worden opgevraagd bij de school, de
huisarts en/of bij de afdeling jeugdgezondheid van de GGD Zuid Limburg;
participanten of ouders/voogd(en) kunnen dit aanvinken van het bijhorende
opting-out hokje op het consentformulier weigeren. De tijd die nodig zal zijn
voor het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 15 minuten bedragen. De
bloedafname d.m.v. vingerprik is een bewezen methode die minimaal invasief is
en door kinderen over het algemeen goed wordt geaccepteerd. Het
gezondheidsrisico van deze éénmalige procedure is verwaarloosbaar, zoals dit
ook expliciet in de CCMO-notitie *Niet-therapeutisch onderzoek bij
wilsonbekwamen: *nee-tenzij**, december 2002, wordt vermeld. Mededeling van een
bevestigd positieve uitslag zou incidenteel kunnen leiden tot enige
psychologische belasting bij het kind of de jongere en/of de ouders/voogd(en).
Daar staat echter tegenover dat een bekende uitslag potentiële voordelen met
zich mee kan brengen (bijv. kennis omtrent de Q-koorts status van het kind of
de jongere, en - in uitzonderlijke gevallen waarbij er sprake kan zijn van een
acute of persisterende Q-koorts infectie - adequate behandeling van het kind of
de jongere in kwestie, of doorverwijzing naar specialistische zorg). Veel
aandacht zal besteed worden aan optimale voorlichting van patiënten. Over de
incidentie, risicofactoren en potentiële gevolgen van een Q-koortsbesmetting
bij kinderen is weinig bekend. De meeste ziektegevallen van Q-koorts worden
onder volwassenen gerapporteerd. Er zijn maar weinig gegevens over de
seroprevalentie bij kinderen beschikbaar. Desondanks zijn er aanwijzingen dat
kinderen vaak aan Coxiella burnetii worden blootgesteld. Een van de redenen
voor deze schijnbare tegenstrijdigheid is het uitgesproken verschil tussen
kinderen en volwassenen in de klinische manifestatie van Q-koorts. Over het
algemeen schijnt zich de ziekte bij kinderen door een milder beloop en door
minder specifieke verschijnselen dan bij volwassenen te manifesterenIn feite
zouden we Q-koorts bij kinderen en Q-koorts bij volwassenen als twee aparte
ziekte-entiteiten mogen beschouwen, met belangrijke verschillen in
epidemiologie, klinische manifestatie en gevolgen, ook al valt de
pathofysiologische basis van het fenomeen nog te bediscussiëren. Dit betekent
in ieder geval dat de conclusies die uit studies onder de algehele bevolking
(waar het merendeel van de ziektegevallen volwassenen zijn) niet zonder meer
overdraagbaar zijn op kinderen. Dit geldt ook voor andere subgroepen, zoals
zwangeren met Q-koorts. Met andere woorden, belangrijke vragen rondom Q-koorts
bij kinderen en jongvolwassenen kunnen aan de hand van de bestaande gegevens
niet worden beantwoord. Er is bij kinderen mogelijk sprake van aanzienlijke
onderdiagnostiek, ondanks de effecten van Q-koorts in deze groep die weliswaar
subtiel maar desalniettemin significant van aard kunnen zijn (bijv.
achteruitgang algehele gezondheid en/of schoolprestaties), en ondanks het feit
dat kinderen en jongvolwassenen op dit moment mogelijk in onvoldoende mate
profiteren van nieuwe inzichten in de pathofysiologie, diagnostiek, behandeling
en prognose van Q-koorts. Om deze redenen zijn wij overtuigd dat Q-koorts
studies die zich specifiek op kinderen en jongvolwassenen richten niet alleen
geïndiceerd maar ook allang aan de orde zouden moeten zijn.
Publiek
Geleenbeeklaan 2
6166 GR Geleen
NL
Wetenschappelijk
Geleenbeeklaan 2
6166 GR Geleen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Cohortonderzoek: Leerlingen die een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (Catharinaschool (V)SO voor ZMLK Heerlen, Smidserweg 4, 6419 CP Heerlen, ca. 210 leerlingen) bezoeken en in 2009 hebben bezocht, in de leeftijdsgroep van 4 t/m 17 jaar; leerlingen die 18 jaar en ouder zijn, worden eveneens geïncludeerd als zij de school in 2009 hebben bezocht en toen jonger waren dan 18 jaar. Leerkrachten worden niet geïncludeerd.
2. Cohortonderzoek: Leerlingen die een basisschool (Cortemich Brede School Voerendaal, Cortemich 2, 6367 CG Voerendaal, ca. 680 leerlingen) en een school voor voortgezet onderwijs (SintermeertenCollege Valkenburgerweg 219, 6419 AT Heerlen, ca. 1400 students), beide gelegen in de nabijheid van de betrokken boerderij, bezoeken en reeds in 2009 hebben bezocht. een klein aantal (n * 7) kinderen en jongeren (op schoolgaande leeftijd in 2009), die obv de meldingsplicht vanwege een positieve Q-koorts serologie na testen door de huisarts of specialist vanaf 2009 aan de GGD Zuid Limburg gemeld zijn. Voor alle leerlingen onder de leeftijd van 18 jaar is toestemming vereist van beide ouders/personen met het gezag bekleed. Vanaf een leeftijd van 12 jaar is toestemming niet alleen van beide ouders/personen met het gezag bekleed vereist, maar ook van de deelnemende leerling zelf. Leerkrachten worden niet geïncludeerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Weigering leerling en/of ouders/personen met het gezag bekleed/voogd(en) om toestemming/consent te verlenen; onvermogen om éénmalig bloed via vingerprik af te laten nemen; weigering van ouders/personen met het gezag bekleed/voogd(en) om over de serologische uitslagen geïnformeerd te worden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35684.068.11 |