Primaire Doel:• Het vergelijken van urine concentrerend vermogen van ADPKD patiënten met gezonde proefpersonen en patiënten met een IgA- of membraneuze nefropathie.Secondaire Doelen:• Het vergelijken van urine concentrerend vermogen van ADPKD…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Plasma AVP en copeptin waarden in relatie tot de maximale plasma osmolaliteit
en urine osmolaliteit.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing.
Achtergrond van het onderzoek
Autosomaal dominant polycysteuze nierziekte (ADPKD) is de meest voorkomende
erfelijke nierziekte. ADPKD wordt gekarakteriseerd wordt door hevige
cystformatie in de nieren wat leidt tot eind stadium nierfalen. Het is bekend
dat ADPKD patiënten hun urine niet zo goed kunnen concentreren als gezonde
proefpersonen. Het mechanise dat achter dit verminderd urine concentrerend
vermogen ligt is echter niet bekend. Eén van de theorieën is dat ongevoeligheid
voor vasopressine en gecompenseerde hogere waarden van vasopressine een rol
spelen. In een recente hypothese wordt verondersteld dat vasopressine betrokken
is bij de pathway die leidt tot cyste formatie, cyste groei en
nierfunctievermindering. In rijm met deze hypothese is de recente bschrijving
waarin vasopressine (AVP), gemeten als de precursor copeptin, wordt
geassocieerd met verschillende markers die vordering van het ziekteproces van
ADPKD aangeven zoals een lage nierfunctie (GFR) een een groot totaal nier
volume.
Een dorstproef kan helpen het onderliggende mechanisme van dit verminderde
urine concentrerend vermogen bij ADPKD beter te begrijpen. Met deze test is het
mogelijk om het urine concentrerend vermogen, AVP/copeptin waarden in relatie
tot plasma osmolariteit bij ADPKD patiënten te onderzoeken en deze te
vergelijken met gezonde proefpersonen.
Onze hypothese voor deze studie is dat ADPKD patiënten hun urine minder goed
kunnen concentreren dan gezonde proefpersonen door ongevoeligheid van de nieren
voor vasopressine (wat hoge waarden van AVP/copeptin voor de plasma
osmolariteit maar minder geconcentreerde urine laat zien) en dat ADPKD
patiënten met een lagere eGFR hun urine minder goed kunnen concentreren(en
hogere AVP/copeptin waarden voor plasma osmolariteit hebben) dan ADPKD
patiënten met een hogere eGFR. Ook denken we dat ADPKD patiënten gun urine niet
zo goed kunnen concentreren in vergelijking met patiënten met een andere
chronische nierziekte door een verminderde gevoeligheid van de nier voor
vasopressine. Om dit te onderzoeken includeren we een patient-controle groep
bestaande uit 15 IgA- en membraneuze nefropathie patiënten met dezelfde eGFR.
Doel van het onderzoek
Primaire Doel:
• Het vergelijken van urine concentrerend vermogen van ADPKD patiënten met
gezonde proefpersonen en patiënten met een IgA- of membraneuze nefropathie.
Secondaire Doelen:
• Het vergelijken van urine concentrerend vermogen van ADPKD patiënten met een
eGFR >60 ml/min/1.73m2 met ADPKD patiënten met een eGFR <60 ml/min/1.73m2.
• Het vergelijken van AVP/copeptin waarden van ADPKD patiënten met gezonde
proefpersonen in relatie tot de plasma osmolariteit bij normale hydratie en bij
maximaal geconcentreerde urine.
• Het vergelijken van AVP/copeptin waarden in relatie tot de serum
osmolariteit van ADPKD patiënten met een eGFR >60 ml/min/1.73m2 en met
patiënten met een eGFR <60 ml/min/1.73m2 bij normale hydratie en bij maximaal
geconcentreerde urine.
• Het uitsluiten van een centrale (hypofysaire) component van de verminderde
urine concentrerend vermogen door dDAVP intramusculair te injecteren.
• Het vergelijken van AVP/copeptin waarden van ADPKD patiënten met gezonde
proefpersonen in relatie tot (maximale) urine concentratie.
• Het vergelijken van AVP/copeptin waarden in relatie tot (maximale) urine
concentratie van ADPKD patiënten met een eGFR >60 ml/min/1.73m2 en met
patiënten met een eGFR <60 ml/min/1.73m2
• Het vergelijken van urine concentrerend vermogen van ADPKD patiënten met IgA-
en membraneuze nefropathie patiënten met een zelfde (verminderde) nierfunctie.
• Het vergelijken van AVP/copeptin waarden van ADPKD patiënten met IgA- en
membraneuze nefropathie patiënten met een zelfde (verminderde) nierfunctie, in
relatie tot de serum osmolaliteit bij normale hydratatie en bij maximaal
geconcentreerde urine.
Onderzoeksopzet
Eén daagse "interventie" studie, cross-sectioneel van opzet, die resultaten van
ADPKD patiënten vergelijkt met die van IgA- en membraneuze nefropathie
patiënten en gezonde vrijwilligers.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten en gezonde vrijwilligers ondergaan een standaard dorstproef gebasseerd op van der Berg, Robertson en Farquhar. Samenvattend: de patiënt start met dorsten vanaf 18:00 uur de dag voor de test. Voordat er gestart wordt, wordt er urine vezameld en bloed afgenomen. Ook wordt er een simpele maaltijd gegeten. Op deze dag mogen ze geen koffie of thee drinken of chocola eten. De echte test start de volgende dag om 08:00 uur nadat de proefpersoon gewogen is nadat de blaas geleegd is. Een infuusnaaldje zal geplaatst worden. De proefpersonen mogen niet eten of drinken. Elk uur wordt er urine verzameld en elke twee uur worden er bloed afgenomen en wordt de patiënt gewogen. Tijdens de test wordt er urine en plasma verzameld. In het plasma wordt osmolaliteit, natrium, kalium, glucose en ureum geten. Uit urine wordt de osmolaliteit en het volume gemeten. Wanneer de urine osmolaliteit constant wordt, minder dan 30 mOsml/kg verhoging in osmolaliteit tussen twee verzamelperioden, wordt dDAVP intramusculair geïnjecteerd zodat een hypofysaire vasopressine deficiëntie uitgesloten kan worden. Hierna zal de proefpersoon nog twee uur blijven voor meting van plasma en urine samples. Wanneer proefpersonen hun plateau in urine osmolaliteit om 14:30 uur nog niet bereikt hebben, na een maximum van bijna 21 uur dorsten, zal dDAVP geïnjecteerd worden.
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers aan dit onderzoek zullen hiervan geen (in)direct voordeel van
hebben. Risico's verbonden aan deelname aan dit onderzoek bestaan uit de
mogelijkheid dat proefpersonen tijdens de dorstproef hyperosmolair (gemeten als
toegenomen plasma natrium concentratie) worden, hetgeen cerebrale effecten kan
hebben, en/of dehydratie. Het toedienen van dDAVP in de dosering vermeld in het
protocol kan incidenteel (<1%) aanleiding geven tot hoofdpijn, misselijkheid en
maagpijn. Tevens wordt meerdere malen bloed afgenomen, hetgeen kan resulteren
in een hematoom.
De dorstproef zoals in dit protocol beschreven is de standaard dorstproef zoals
uitgevoerd door de afdeling Endocrinologie in het UMCG bij patienten onder
verdenking van een diabetes insipidus. Deze dorstproeven worden normaliter m.n.
uitgevoerd op het dagcentrum vande afdeling Interne Geneeskunde, waarbij in het
algemeen geen medische supervisie aanwezig is. Er is een theoretische kans op
het ontwikkelen van hypernatriemie, met cerebrale effecten, en/of dehydratie.
De kans hierop is echter gering. Plasma natrium concentratie zal bij herhaling
gecontroleerd worden en de dorstproef zal worden afgebroken als het plasma
natrium stijgt tot waarden boven de 150 mmol/L. Tevens zal lichaamsgewicht bij
herhaling gemeten worden en de proef afgebroken als het lichaamsgewicht met
meer dan 3% daalt. De bijsluiter van dDAVP vermeld dat bijwerkingen van de te
gebruiken dosering incidenteel en mild zijn. Dit komt overeen met de klinische
ervaring van de afdeling Endocrinologie. Om bloedafnames zo "comfortabel"
mogelijk te maken zal een infuusnaaldje worden ingebracht in een voorarmsvene.
Mbv dit naaldje kan bij herhaling bloed afgenomen worden, waarbij patienten
maar 1 maal geprikt hoeven te worden.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9700 RB
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9700 RB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De diagnose ADPKD zal bevestigd worden met behulp van de Ravine criteria, en ADPKD patiënten met een leeftijd tussen de 18 en 65 jaar zullen geselecteerd worden en ingedeeld worden in twee groepen op hun eGFR. 15 proefpersonen zullen een eGFR hebben van minder dan 60 ml/min/1.73m2en 15 proefpersonen een eGFR meer dan 60 ml/min/1.73m2.;De diagnose IgA of membraneuze nefropathie zal gebaseerd zijn op de klinische geschiedenis van de patiënt en laboratorium waarden, zoals ook in de klinische praktijk gebeurd. Patiënten met IgA- en membraneuze nefropathie zullen tussen de 18 en 65 jaar oud zijn en moeten in een stabiele fase van hun ziekte zijn, gedefinieerd als een proteïnurie <1g/d en een eGFR verlies < 5 ml/min/1.73m2 in het afgelopen jaar, zonder gebruik van immunosuppressieve medicatie.;Gezonde vrijwilligers worden als gezond beschouwd wanneer zij een eGFR hoger dan 60 ml/min/1.73 m2 hebben, een albuminurie van minder dan 20 mg/l en geen plasma electroliet afwijkingen hebben. Gezonde vrijwilligers met een leeftijd tussen de 18 en 65 jaar zulleng geselecteerd worden.;De dag voor de dorstproef zal er urine verzameld worden en een vena punctie uitgevoerd worden. We gebruiken de vena punctie om de eGFR te bepalen en eventuele elektrolyt concentratie afwijkingen. Een urine dipstick zal gebruikt worden om albuminurie uit te sluiten. Deze is uitgesloten bij een negatieve of trace uitslag. We hebben de resultaten voordat de dorstproef start de volgende dag.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
ADPKD patiënten, IgA- en membraneuze nefropathie patiënten en gezonde vrijwilligers zullen geëxcludeerd worden wanneer zij bepaalde medicatie gebruiken of comorbiditeit hebben die mogelijk capaciteit om urine te concentratie beïnvloedt. De medicamenten die bedoeld worden zijn: diuretica of vasopressine receptor antagonisten. Met comorbiditeit wordt diabetes mellitus (DM), diabetes insipidus of nierziekte anders dan ADPKD bedoeld.;Andere exclusie criteria zijn:
- andere ziekten/factoren die de vasopressine concentratie beïnvloeden: roken, alcohol gebruik van meer dan 4 consumpties per dag, hypovolemie, bijnier- of schildklierhormoon deficiëntie, zwangerschap, menstruatie op het moment van de proef of het gebruik van postmenopauzale hormoon therapie (omdat oestrogeen AVP afgifte beïnvloedt).
- actieve cardiovasculaire ziekten (angina pectoris)
- urineweginfectie
- het niet kunnen begrijpen van het toestemmingsformulier, het niet kunnen tekenen van het toestemmingsformulier of het niet aan alle verplichtingen kunnen voldoen van de dorstproef.;Om meer informatie in te winnen over hun eGFR, gebruik van medicatie, comorbiditeiten welke de urine concentratie capaciteit beïnvloeden en andere exclusie criteria (actieve cardiovasculaire aandoening), zullen ADPKD patiënten en IgA nefropathie patiënten gevraagd worden voor inzage in hun medisch dossier. Dit is niet nodig voor gezonde vrijwilligers. We zullen informatie inwinnen over inclusie en exclusie criteria door anamnese. We zullen geen exclusie criteria op een andere manier testen dan door anamnese.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL33996.042.10 |