Deze studie beoogt vanuit cognitief-motivationeel perspectief bij te dragen aan het beter begrijpen van de processen die een rol spelen bij de weerbarstigheid van disfunctioneel eetgedrag bij anorexia nervosa en obesitas.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Eetstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste uitkomstmaten zijn aandacht, motivationele oriëntatie en
impliciete zelfwaardering.
Secundaire uitkomstmaten
Andere belangrijke uitkomstmaten zijn BMI en ernst van stoornis.
Achtergrond van het onderzoek
De studie betreft een longitudinaal onderzoek naar de rol van disfunctionele
informatieverwerkingsprocessen bij Anorexia Nervosa (AN) en obesitas onder
jongeren en adolescenten. Omdat er nog weinig onderzoek gedaan is op dit
gebied, heeft het project zich laten inspireren door recent onderzoek naar
verslaving waarbij onvermogen tot restrictie de kern uitmaakt. Hedendaagse
modellen van verslaving kennen een centrale rol toe aan aandachtsbias en
automatische nadertendensen. Naar analogie zouden vergelijkbare processen bij
obese mensen een rol kunnen spelen. Spiegelbeeldige processen spelen echter
mogelijk een rol bij het eminent vermogen van AN patiënten om hun voedselinname
juist wel te kunnen reguleren. In twee relatief onafhankelijke onderzoekslijnen
zal worden getoetst of AN patiënten zich inderdaad kenmerken door de neiging de
aandacht juist weg te richten van voedsel en/of door de afwezigheid van
automatische nadertendenties. In een derde onderzoekslijn zal zelfwaardering
als impliciet informatieverwerkingsproces worden getoetst. Meer specifiek zal
worden onderzocht of anorexiapatiënten zich kenmerken door een lage
(impliciete) zelfwaardering en of die nog verder verlaagd is wanneer ze
zichzelf beoordelen op hun uiterlijk.
1. Aandachtsbias. Recent onderzoek met de exogene cueing taak (ECT) heeft laten
zien dat lijners zich kenmerken door een verminderde (spatiële) aandacht voor
hoog-calorische voedselitems. Op basis hiervan wordt de hypothese getoetst dat
jongeren met AN op een vergelijkbare manier minder hun aandacht richten op
voedselitems en obese personen juist meer. Dit patroon helpt anorexiapatiënten
logischerwijs te volharden in hun voedselrestrictie en maakt dit voor obese
personen extra moeilijk. Voor zover een dergelijke aandachtsbias (AB) inderdaad
de veronderstelde cruciale rol vervult in het ontstaan en voortduren van AN en
obesitas, zal deze normaliseren onder invloed van een succesvolle behandeling
en zal residuele AB voorspellende waarde hebben voor terugval. Om dit vast te
kunnen stellen, zullen de indices van AB en eetpathologie worden gemeten
tijdens basislijn, na 1 jaar en na 3 jaar follow up. Aandachtprocessen kennen
naast een spatiële, ook een temporele dimensie. Naarmate eetstimuli de
beschikbare werkgeheugencapaciteit langer of juist minder lang bezetten, zullen
ze waarschijnlijk ook respectievelijk grondiger en minder grondig worden
verwerkt, hetgeen op zijn beurt weer de kans verhoogt of juist verlaagt dat
craving wordt opgeroepen. Variatie in temporele AB zou daarom mede kunnen
verklaren waarom sommige mensen er wel (AN) en anderen er niet (obesitas) in
slagen de door hen voorgenomen voedselrestrictie daadwerkelijk vol te houden.
Om beide dimensies van aandachtsbias in kaart te brengen, zullen naast de ECT
tevens zogenaamde Rapid Serial Visual Presentation taken worden afgenomen ter
indexering van de temporele AB.
2. Automatische nader/vermijdingstendenties. Volgens recente duale proces
modellen zou een relatief sterke automatische nadertendens richting voedsel
mogelijk bijdragen aan het onvermogen om eetgedrag te reguleren bij
bijvoorbeeld obese mensen. Omgekeerd zou juist de afwezigheid van zo*n
nadertendens kunnen bijdragen aan het vermogen van AN patiënten te volharden in
hun restrictieve voedselinname. Om meer zicht te krijgen op de veronderstelde
wederkerige relatie tussen de extra sterke of juist afwezigheid van
automatische nadertendenties en eetpathologie, zal in dit project niet alleen
worden getoetst of anorexia patiënten zich kenmerken door een afwezige
automatische naderneiging en obese personen juist door een sterke naderneiging,
maar zal ook onderzocht worden of indices van behandelsucces samenhangen met
een toename van de nadertendenties (na 1 en 3 jaar follow up) bij
anorexiapatiënten en een afname van de nadertendenties bij obese personen. Om
dezelfde reden zal worden getoetst of de residuele (afwezigheid van)
nadertendenties tijdens 1 jaar follow up voorspellende waarde heeft voor de
terugkeer (of persistentie) van eetpathologie tijdens de 3-jaars meting bij
zowel de anorexiapatiënten als de obese personen. De automatische naderneiging
zal gemeten worden met een Affective Simon Test-manikin version (AST-manikin).
Hierbij is voedsel een taakirrelevant stimuluskenmerk waardoor de taak vooral
sensitief is voor bottom-up geactiveerde nadertendenties. Een belangrijke vraag
die derhalve resteert is of het kennelijke vermogen van AN om te voorkomen dat
voedselitems automatische nadertendenties activeren zich beperkt tot situaties
waarin de voedselcues buiten de focus van de aandacht staan of zich ook
uitstrekt tot situaties waarin de keuze om voedsel te gaan naderen/mijden juist
centraal staat (zoals tijdens de maaltijd). Om ook de rol van deze meer top
down geactiveerde naderneiging te onderzoeken, wordt in een separate steekproef
de automatische toenaderingsneigingen met de AST gemeten maar met een
Stimulus-Respons-Compatibiliteits taak (SRC-manikin) waarin eten een
taakrelevant kenmerk is en waarbij de vereiste respons (naderen vs. vermijden)
dus afhangt van de aan- of afwezigheid van voedselcues.
3. Impliciete zelfwaardering
Anorexiapatiënten lijken een lage (impliciete) zelfwaardering te hebben die ze
in hoge mate laten afhangen van hun uiterlijk en gewicht. De laatste
onderzoekslijn richt zich op de vraag of dit met name het geval is wanneer zij
zichzelf beoordelen door de ogen van een ander (observatorperspectief).
Hiervoor wordt een zelfontwikkelde leervariant van de Impliciete Associtatie
Taak (de Jong et al., 2001) vergeleken met de traditionele IAT (Greenwald et
al., 1998), de meeste gebruikte maat voor impliciet selfesteem. In de nieuw
ontwikkelde leervariant wordt onderzocht hoe gemakkelijk zij zichzelf met iets
positiefs associëren als ze denken dat ze beoordeeld worden door de ogen van
een kritische ander. Om de hypothese te toetsen dat Anorexiapatiënten hun
eigenwaarde grotendeels laten afhangen van hun uiterlijk en gewicht wordt een
conditie toegevoegd waar participanten voorafgaand aan de taak worden geprimed
op uiterlijk.
Doel van het onderzoek
Deze studie beoogt vanuit cognitief-motivationeel perspectief bij te dragen aan
het beter begrijpen van de processen die een rol spelen bij de weerbarstigheid
van disfunctioneel eetgedrag bij anorexia nervosa en obesitas.
Onderzoeksopzet
Het betreft een longitudinaal onderzoeksdesign naar anorexia en obesitas waarin
verschillende automatische processen tussen de verschillende groepen worden
vergeleken en waarin daarnaast de verschillen tussen de baselinemeting en de
follow up metingen na 1 en 3 jaar worden onderzocht.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de patiënt bestaat uit het invullen van een aantal
vragenlijsten en het maken van een aantal computertaken die tijdens de drie
meetmomenten zullen worden afgenomen. Het maken van de vragenlijsten en
computertaken duurt minder dan een ochtend of een middag per meting. Er zijn
geen risico*s verbonden aan deelname.
Publiek
Grote Kruisstraat 2/1
9712 TS Groningen
NL
Wetenschappelijk
Grote Kruisstraat 2/1
9712 TS Groningen
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria;Anorexiagroep
• Patiënten die verwezen worden naar de afdeling eetstoornissen van Accare in Smilde of Almere
• Patiënten die voldoen aan de DSM-IV criteria voor Anorexia Nervosa of Eetstoornis NAO
• Patiënten van twaalf tot achttien jaar;Obesitasgroep:
• Jongeren van 12 tot 18 jaar die zich aanmelden bij het centrum voor eetstoornissen in Smilde of Almere met een BMI >30;Controlegroep:
• Middelbare scholieren van 12-18 jaar, gematcht op leeftijd en geslacht
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Anorexia groep:
• EDNOS-Patiënten met kenmerken van bulimia (eetbuien)
• niet Nederlands sprekend
• IQ<80 ;Obesitas
• overgewicht wordt veroorzaakt door ziekte of aandoening en waar geen sprake is van een verstoorde energiebalans
• niet Nederlands sprekend.
• IQ<80 ;Controlegroep:
Niet Nederlands sprekend
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL35045.042.11 |